Hoofdstuk 2

'Vader! Het spijt me. Ik had uit moeten kijken.' zei Anneliese terwijl ze overeind werd geholpen door Jasemine en Denise. De koning glimlachte. 'Het geeft niet. Ongelukjes gebeuren nou eenmaal. Ik zie dat je naar het dorp bent geweest?' zei hij, en hij wees op de tassen. 'Ja vader. We hebben nieuwe bal jurken gekocht voor morgen avond.' zei Anneliese. 'Mooi, mooi.'zei de koning. 'Zijn ze mooi?' 'Ze zijn prachtig vader! Maar als u het niet erg vind, ga ik nu graag weer verder naar mijn kamer.' zei Anneliese. De koning knikte. Vlug liepen Denise, Jasemine en Anneliese verder. Toen ze op de kamer van de prinses waren, sloot Jasemine de deur en leunde er tegen. 'Dat scheelde niks!' zei Jasemine. 'Ik hoop dat vader de kleren niet gezien heeft!' zei Anneliese. 'Ik denk het niet. Want die zaten helemaal pas onder in de tas.' zei Denise. Anneliese haalde opgelucht adem. 'Kom op! We gaan de kleren passen!' zei Jasemine. Denise maakte de tassen open. Ze trokken hun nieuwe kleren aan. 'Wouw! We zien er net uit als echte jonkheren! Behalve ons haar dan.' zei Jasemine. 'Kom op! Ze stoppen het onder onze hoeden. Kijken of dat staat.' zei Denise. Ze deden hun haren in een knot en deden toen hun hoeden op. 'Geweldig! Alleen nu moeten we nog met een wat lagere stem praten. En namen verzinnen hoe we heten!' zei Anneliese. Denise maakte een buigen. 'Ik ben jonkheer Daniël.' zei ze met een lage stem. Jasemine en Anneliese moesten lachen. Daarna maakte Anneliese een buigen en zei: 'En ik ben jonkheer Hubrecht.' 'En ik ben jonkheer Peter.' zei Jasemine. De drie vriendinnen trokken de kleren weer uit en trokken hun jurken weer aan. Daarna gingen ze liggen op het grote bed van Anneliese. 'Waar zullen we de kleren verstoppen?' vroeg Anneliese. 'In de badkamer! Daar komt toch nooit iemand!' zei Denise. 'Misschien is het beter als we ze in de kleren kast stoppen. Daar komt niemand aan, behalve jij en ik!' zei Jasemine. 'Dat is een goed idee.' zei Anneliese. Er klopte iemand op de deur. 'Binnen' zei Anneliese. Derrik kwam binnen. 'De koning vraagt of u met hem wilt komen dineren.' zei hij. 'Ja hoor!' zei Anneliese. Ze stond op en liep de kamer uit. Jasemine, Denise en Derrik liepen achter haar aan. Tijdens het dineren was het erg rustig. De koning en koningin spraken wat met elkaar. 'Vader. Zouden Denise en Jasemine vanavond bij mij mogen slapen?' vroeg Anneliese. 'Nou, ik weet het niet hoor.' zei de koning. 'Ag, tuurlijk mag dat Anneliese!' zei de koningin. 'Dank u! Zou ik nu misschien van tafel mogen?' de koning knikte. Anneliese stond op van tafel en liep de zaal uit, samen met Denise en Jasemine. 'Gezellig! We zijn de hele avond samen!' zei Denise. Maar ondanks dat ze het met zijn drieën toch heel gezellig hadden, vielen ze toch al vroeg in slaap. De volgende ochtend werden ze laat gewekt door een lakei. Iemand anders dan Derrik. 'Uwe hoogheid, u moet op gaan schieten. De koning en koningin willen zo gaan vertrekken naar koning Ronald en koningin Delia!' zei de lakei. Met een ruk schoten Anneliese, Jasemine en Denise overeind. De lakei sloot de deur. Direct stapte Denise, Anneliese en Jasemine uit bed. 'Hoe laat is het?' vroeg Anneliese. 'Het is al één uur uwe hoogheid.' zei Jasemine. Vlug klede Anneliese, Denise en Jasemine zich aan. 'Vlug even middag eten!' zei Denise. Even later zaten ze in de koets. Op weg naar koning Ronald en koningin Delia. De reis was lang, maar mooi. Toen ze aan kwamen was het avond. De koetsier deed de deur open. 'We zijn er, uwe hoogheid.' zei hij. Anneliese, Jasemine en Denise stapten uit. En in de koets voor hun stapte de koning en de koningin uit. De koning en de koningin liepen naar voren en Anneliese volgde hun. Samen met Denise en Jasemine. 'Ik ben zo zenuwachtig!' zei Anneliese. 'Ik wil u niet nog zenuwachtiger maken, maar u moet zo meteen voor iedereen die er al is verschijnen. In uw eentje. Want wij mogen daarna pas komen en de koning en de koningin moeten natuurlijk eerst!' zei Jasemine. Ze liepen het grote kasteel in van koning Ronald en koningin Delia. Het was even groot als het kasteel van de vader en moeder van Anneliese. Ze liepen grote zalen door tot de koning en koningin ineens stil stonden. 'Mag ik u aankondigen: koning Wilhelm en koningin Juliana!' zei iemand. Het was een lakei die een lang stuk perkament vast hield met alle namen van de gasten die zouden komen. De koning en koningin liepen de trap af naar beneden de bal zaal in. De lakei boog zich naar Anneliese toe. 'Wat is uw naam?' vroeg hij. 'Prinses Anneliese. Ik ben de dochter van koning Wilhelm en koningin Juliana.' zei Anneliese. 'Goed,' zei hij. Anneliese deed een paar stappen naar voren. Ze voelde haar hart kloppen in haar keel. 'Mag ik u aankondigen: prinses Anneliese!' zei de lakei weer. Het werd ineens stil in de bal zaal. Iedereen keek naar Anneliese. Rustig liep Anneliese de trap af. Ze was gespannen. Waarom zou iedereen naar haar kijken? Toen de koning en koningin binnen kwamen keken er maar een paar mensen, maar nu de hele bal zaal. Het was zo stil, dat je de hakken die Anneliese droeg bij elke stap kon horen. Toen ze onderaan de trap was kwamen koning Ronald en koningin Delia naar haar toe. Iedereen kletste nu gelukkig weer verder en keken de andere kant op. Hoewel een paar mensen toch geïnteresseerd naar Anneliese bleven kijken. 'Liefje!' zei koningin Delia, en ze omarmde Anneliese. 'Hallo, koningin Delia.' zei Anneliese. 'Wat ben je mooi geworden! En groot! Je bent nu egt niet meer die kleine baby die wij ons herinneren.' zei de koning. Anneliese bloosde. Koning Ronald was een kleine man. Hij was fors en had pientere oogjes. Koningin Delia daar in tegen, was lang en had vrolijke bruine ogen. Ze had lang donker blond haar. 'Goed om je weer te zien.' zei koningin Delia. 'Ook goed om u weer te zien.' zei Anneliese. 'Wij moeten weer verder, er zijn nog vele gasten die we moeten begroeten.' zei de koning. 'Oké, dan zie ik u straks misschien nog wel even.' zei Anneliese. De koning en koningin liepen verder. 'Je bent zeker nu wel blij dat ze door gelopen zijn hé?' zei een stem achter Anneliese. Geschrokken draaide Anneliese zich om. Daar stonden Denise en Jasemine. Anneliese lachte. 'Je moest eens weten!' zei ze. 'En heb je al iemand gezien?' vroeg Denise. 'Nee, ik ben pas net binnen. Toen werd ik begroet door de koning en koningin en toen kwamen jullie!' zei Anneliese. 'Koningen en Koninginnen. Prinsen en Prinsessen. Iedereen die was uitgenodigd is veilig aangekomen. Het bal kan dus nu beginnen!' zei de lakei. 'Ow nee,' zei Jasemine. 'Het wordt vast lachen!' zei Denise. 'Ik denk het ook wel.' zei Anneliese. 'Anneliese, niet omkijken! Er staat daar een zeer aantrekkelijke jonkheer!' zei Jasemine. Anneliese bloosde. 'Hij ziet me toch niet hé?' vroeg Anneliese vlug. 'Ow jawel! Hij ziet je en komt nu deze kant op!' zei Denise opgewonden. 'Pardon, prinses Anneliese?' klonk er een stem achter Anneliese. Voorzichtig draaide Anneliese zich om. Ze keek recht in een paar blauw, groene ogen. Er stond recht voor haar neus een knappe jonkheer. Hij had een vriendelijk gezicht, en kort blond haar met een licht blonde gloed. Zijn haar zat in en klein kuifje naar voren. Hij had een mooi pak aan. Hij maakte een buiging. 'Mag ik misschien deze dans van u?' vroeg hij. 'Uhmm,' ze keek even naar Denise en Jasemine die hard aan het knikken waren. 'Maar natuurlijk.' zei ze toen. De jonkheer stak zijn hand uit. Anneliese legde haar hand op die van hem. Ze liepen naar het midden van de zaal, waar ook anderen aan het dansen waren. Toen ze zagen dat Anneliese en de jonkheer wouden gaan dansen, werd het weer even stil en keek iedereen weer. Anneliese werd zenuwachtig. Er klonk mooie muziek. De jonkheer ging voor haar staan. Hij legde zijn ene hand op haar middel, en met zijn andere hand hield hij die van Anneliese vast. Voorzichtig zette de jonkheer de eerste stap. Eerst keken heel veel mensen toe. Maar langzamer hand klonk er weer gepraat van iedereen, en begonnen er meer mensen te dansen. 'Zo, u weet mijn naam. Maar wat is uw naam?' vroeg Anneliese. 'Mijn naam is jonkheer Phillip.' zei hij. 'Aangenaam.' zei Anneliese. 'Waar houdt u van?' vroeg Phillip. 'Ik houw van zingen, en van paardrijden. En u?' zei Anneliese. 'Ik houw ook van zingen en paardrijden. Waar rijdt u het liefst?' 'Ik rij het liefst door de bossen.' Het gesprek ging nog een lange tijd door. Anneliese wist niet waarom, maar ze moest de hele tijd in zijn ogen kijken. Ze waren zo mooi. Toen Phillip even de andere kant op keek, deed Anneliese dat ook. Ze zag Denise en Jasemine ook met knappe jonkheren dansen. Toen zag ze haar vader en moeder. Ze glimlachte voldaan. Anneliese bloosde. 'Is er wat prinses?' vroeg Phillip. Ze draaide haar hoofd weg van haar ouders en keek Phillip weer aan. 'Nee hoor.' zei ze vlug. 'Kom mee, ik wil u wat laten zien.' zei Phillip. Ze maakte een buigen en liepen toen de bal zaal uit, naar een balkon. Het was donker, en je kon alle sterren aan de lucht zien. Anneliese ging aan de rand van het balkon staan en keek omhoog. 'Wat schitterend al die sterren. En de maan.' zei ze. Phillip ging naast Anneliese staan en sloeg zijn arm om haar middel. 'Maar ze zijn niet half zo mooi als uw ogen.' zei Phillip. Phillip en Anneliese draaiden zich naar elkaar toe. Phillip legde nu ook zijn andere hand op Anneliese haar middel. Anneliese ging wat dichter bij Phillip staan. Anneliese legde haar handen op zijn borstkas. Phillip boog zijn hoofd. Hij kuste Anneliese bijna. Tot... 'Prinses Anneliese?' Klonk een stem bij de deur. 'Het spijt me vreselijk, maar de koning en koningin willen terug keren naar hun paleis.' Het waren Denise en Jasemine. 'Ik kom eraan.' zei Anneliese. Ze keek weer naar Phillip. 'Zoals u al hoorde moet ik gaan. Het spijt me.' Phillip deed een stap achteruit. 'Het geeft niet. We zullen niet voor altijd gescheiden zijn.' zei hij. Hij pakte Anneliese haar hand en kuste die zacht. 'Tot ziens, jonkheer Phillip.' zei Anneliese. 'Tot ziens, prinses Anneliese.' zei hij. Anneliese liep naar Denise en Jasemine toe. Phillip bleef nog even buiten staan. Anneliese, Denise en Jasemine liepen vlug naar de koetsen. Al snel waren ze op weg terug naar het kasteel. 'Dat was egt leuk!' zei Anneliese. 'Dat mag je wel zeggen!' zei Jasemine. 'U en die jonkheer passen echt heel goed bij elkaar! Jullie waren zo'n mooi paar!' zei Denise. 'Hij heet Phillip.' zei Anneliese. 'Het spijt ons dat we je moesten storen daar net. Maar de koning en koningin wouden echt weg!' zei Jasemine. 'Het geeft niet.' zei Anneliese. 'Maar met wie waren jullie aan het dansen?' vroeg Anneliese nieuwsschierig. Denise werd rood. De hele reis werd er vrolijk gepraat over het bal. 'Maar we moeten niet vergeten: we vertrekken morgen avond.' zei Anneliese. 'Inderdaad.' zei Denise. 'Ik ben het echt nog steeds beu om de hele tijd maar te horen: je moet hier heen, je moet dit doen. Dat dit bal nou toevallig wel leuk was, is een uitzondering.' Zei Anneliese. 'Je hebt helemaal gelijk. En dan ook de hele tijd zo vroeg op staan.' zei Jasemine. 'Maar hoe laat vertrekken we morgen avond dan?' vroeg Denise. 'We vertrekken om twaalf uur.' zei Anneliese. 'En dan nemen we wel natuurlijk paarden mee.' 'Ow ik heb er zo'n zin in!' zei Jasemine. 'Ik ook!' zei Anneliese. 'En ik ook!' zei Denise. Na een lange reis waren ze bij het kasteel aangekomen. 'Slaap lekker.' zei Denise. 'Slaap lekker.' zeiden Anneliese en Jasemine. Toen Anneliese net in bed lag, viel ze gelijk in slaap.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen