‘Oke.’ Zegt hij enkel. Ik wil hem slaan schoppen krabben en bijten, maar ik hou me in. De gedachte van vermoorden komt niet in me op. Langzaam loopt hij weg. Ik gooi een van mijn rugzakken naar hem, wetend dat hij toch kansloos is met de kaart die ik heb. ‘Dankje.’ Zegt hij en hij loopt de hoek om. Tranen komen weer in mijn ogen. Ik besluit snel te lopen. Ik gris de kaart tevoorschijn. Er zijn 3 lampjes! Twee dicht bij elkaar, ik en Kaï. Ik klik op de andere, 8 paden weg van ons. ‘Dilayla Esperdauw, D 10.’ Staat er op de kaart, met een foto van een 15 jarig meisje eronder. Ik denk niet, volg de plattegrond en loop naar haar toe. Ze is erg knap. Ze heeft lang blond krullend haar, groene ogen en volle zachtroze lippen. Als ik 2 paden verwijderd ben van Dilayla, pak ik een mes uit een van de rugzakken. Ik trek mijn schoenen uit en sluip langzaam naar haar toe. Ze beweegt niet op de kaart, dus waarschijnlijk slaapt ze, of houd ze een pauze. Ik knijp mijn ogen dicht, probeer al mijn zintuigen te blokkeren. Ik wil dit niet. Ik stap de hoek om en gooi het mes richting de plek waar Dilayla moet zijn. Ik ren snel terug, weg van Kaï. Ik hoog een gil, gehijg en dat een plof. Het puntje op de kaart veranderd van blauw naar rood. Ik klik er nog een keer op, en er staat een kruis door het hoofd van Dilayla. Haar felgroene ogen kijken me aan. De tranen in mijn ogen worden erger en erger. Ik scheur Dilayla door midden en gooi de kaart in de struiken. ‘Sorry.’ Fluister ik met de twijfel of ze het uit zullen zenden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen