Foto bij H70

:'D

Opgepropt tussen twee jongens zit ik nu op Metsa's bed.
Ik klem mezelf tegen Metsa aan, maar Aryen zit ook naast me en houd mij en Metsa in de gaten. Ondertussen luisteren we naar het gevecht buiten.
'Wie zou der winnen?' Vraag ik huiverend aan Metsa.
'Eragon natuurlijk,' zegt Aryen.
'Ze vroeg het aan mij,' zegt Metsa.
'Weet ik, maar ik gaf antwoord,' snauwd Aryen.
'Ga weg,'zeggen ik en Metsa tergelijk.
'Ik blijf.' Zo gaat dit gesprek al uren. Naja, misschien iets minder, maar ik en de rest zitten nogal op elkaars lip. En we hebben honger.
'Lilith? Mag ik even naar de keu-' Ik onder breek Diamantar.
'Nee, stel je voor dat mijn vader je tegen komt, ik wil je niet kwijt.
'Maar ik heb honger,' klaagt Diamantar.
'Ik ook,' klaag ik. Ik hoor een zucht in mijn hoofd van Diamantar en dan is het eventjes stil. Ik sta zuchtend op tussen Metsa en Aryen vandaan. Ik loop naar het raam. Het gevecht is het bos in gegaan, en helaas kan ik het nu niet zien. Ik bijt op mijn lip, ik wil zo graag...
ja, eigenlijk wil ik dat mijn vader sterft.
Wat ben ik gevoelloos...
'Lilith, bij dat raam is het gevaarlijk,' fluistert Metsa.
'Ja, misschien kunnen we beter naar een kleiner raam... naar dat van je werk kamer,' zegt Aryen, het voor een keer eens met Metsa.
Oke, grote ramen kunnen makkelijker geraakt worden dan de kleine, maar hallo, ik heb nog niet gezien dat er een rots op dit raam af komt vliegen. Duss...
'Nee, we gaan gewoon in mijn woonkamer zitten,' zegt Metsa, te snel.
Waarom wil hij niet naar de werkkamer? Daar wou hij net ook al niet heen.
'Metsa? Verberg je iets?' Vraag ik Metsa.
'Nee!' Weer een te snel antwoord. Ik bijt op mijn lip maar hou mijn mond. Opeens komt Aryen in beweging, hij rent naar de deur van de werkkamer. Zijn hand grijpt de klik en...
En flits en Aryen staat weer naast me.
'Ik zei "Nee!".' Boos kijkt Metsa Aryen aan.
'J-j-je verbergt iets,' Aryen is duizelig, die magie van Metsa was te krachtig.
'Metsa! Je hoeft Aryen niet meteen te verwonden! Niet dat ik dat niet erg vind maar toch...' zeg ik.
'Lilith,' klaagt Metsa.
'Zullen we naar mijn kamer gaan?' Vraag ik.
'Ja,' zegt Aryen.
'Oke,' zegt Metsa, hoor ik nou opluchting?
'Gaan we dan langs de keuken?' vraagt Diamantar zich af.
'Nee, nog steeds te gevaarlijk.'
Een sip gevoel gaat door me heen, ik weet dat dat Diamantar's emoties zijn.
'Sorry,'voeg ik dus maar toe.
'Kom Sorcha,' zegt Metsa tegen zijn kleine zwarte draakje.
'Komen jullie nog? Jullie treuzelen,' zegt Aryen, hij en Blueä staan al te wachten bij de deur. Ik loop de hal in, samen met de rest.
Maar dan gaat alles mis. Een grote vonk ontploft vlak voor me, rood en groen vuur gaat alle kanten op. Als in een instinct spring ik Metsa's woonkamer weer in. Ik hoor de andere de slaapkamer in gaan. Maar dat betekend wel dat ík alleen ben. Wat is er net gebeurd?
'Lilithje? Waar ben je mijn schatje?' Mijn hart versteend, die stem. Ik huiver ik begin geruisloos te huilen. Hoe komt hij binnen?
Op dezelfde manier als Metsa Aryen teleproteerde....
'Gevonden,' sist mijn vader terwijl hij de deur naar de woonkamer opent. Ik kruip achter de bank en wacht.

Reageer (1)

  • dineniel

    die spanning
    *gaat snel naar volgende hoofdstuk*

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen