Foto bij Vijf

Heb ff niks te melden, maar anders is het hier zo leeg, haha :D

“Ik vond het gezellig vandaag,” zei Liam. We stonden bij mijn voordeur afscheid te nemen. Ik had de neiging om opnieuw mijn wenkbrauw op te trekken. Hoezo vond hij het gezellig? Ik had me de hele dag koel en afstandelijk gedragen, zoals ik bij iedereen deed. Ik wist dat hij het niet leuk had gevonden dat ik zo deed. En ook al klonk het vreemd in combinatie met mijn karakter, maar ik vond het niet leuk om mensen te kwetsen.
“Ik ook,” zei ik dus maar. “Bedankt.” Ik was best trots op mezelf dat ik zo toegeeflijk deed.
Hij keek dan ook een beetje verrast door mijn plotselinge vriendelijke gedrag.
Ik opende de voordeur en liep naar binnen. “Doei,” zei ik over mijn schouder. Liam stak zijn hand even op.
Ik sloot de deur en leunde er tegenaan. Ik opende de deur. “Liam!” Ik rende achter hem aan. Verbaasd draaide hij zich om.
“Wat is er?”
Vlak voor hem bleef ik stilstaan. “Het spijt me dat ik me vandaag zo idioot heb gedragen,” flapte ik eruit. “En de reden dat ik naar de dierentuin wilde… Het heeft emotionele waarde voor me. Toen ik klein was beloofde mijn vader me altijd dat we daar een keer samen heen zouden gaan. We woonden toen best ver weg, dus kwam het er nooit van. En toen verliet hij mijn moeder. Mijn moeder en ik verhuisden hierheen, maar ik was nooit naar die dierentuin geweest, als een soort wraak dat mijn vader weg was gegaan. Ik heb geen idee waarom ik dat nu opeens wilde, maar… Ik heb er geen spijt van.” Ik glimlachte zwakjes.
Een beetje overdonderd keek hij me aan. “Nou… Ik ben blij dat je het leuk vond.” Hij glimlachte ook en alweer vond ik het een leuke lach. En alweer betrapte ik mezelf erop dat ik hem begon te vertrouwen. Ik moest er echt op gaan letten.
“Je zou trouwens vaker moeten glimlachen,” zei hij. “Je hebt een leuke lach.”
Ik bloosde een beetje. “Ik zal mijn best doen.”
Een beetje ongemakkelijk stonden we daar.
“Ik eh, moet weer terug. Anders gaat de rest zich afvragen waar ik blijf,” doorbrak Liam de stilte. Ik beet op mijn lip. De rest. De andere vier wereldberoemde jongens.
Ik knikte. “Doei, dan.”
“Doei.” Liam stapte in zijn auto en ik liep terug naar mijn huis.

Mijn telefoon ging af. Stiekem hoopte ik dat het Liam was, al wist ik dat het Tirza zou zijn. Ik beet weer op mijn lip. Ik moest ophouden aan Liam te denken en hem te vertrouwen.
Ik nam op. “Met Sam.”
“Sam! Jij gaat me nu onmiddellijk vertellen wat er gebeurd is, want anders kom ik naar je huis!” dreigde Tirza.
“Tirza…” zuchtte ik. “Ik heb het toch al verteld?”
“Maar ik wil details!” klaagde ze.
“Kom maar langs dan,” zei ik.
“Nu?”
“Ja.”
“Maar het is tien uur in de avond!” protesteerde ze.
“Weet ik. Maar als je geen zin hebt mag dat ook hoor,” zei ik. “Als je wel komt moet je uiteraard je spullen niet vergeten.”
“Ik kom eraan!” riep ze opgewekt. Ik hoorde het gepiep dat aangaf dat ze had opgehangen. Met een plof liet ik me op de bank vallen. Ik moest nu een verdraaid goede smoes verzinnen.

Reageer (1)

  • xPhaedra

    oehh, nu al verslaafd aan je verhaal!
    snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen