Foto bij |Three|

Casille look 1

“Hallo.” zeg ik vrolijk, wanneer mijn ouders de keuken binnenlopen.
“Hmmm… Ruikt heerlijk.” zegt mijn moeder, waarna ze diep inhaleert.
Ik roer nog een paar keer door mijn zelfgemaakte tomatensoep en haal de garnalen uit de oven.
“Heet heet heet!” roep ik.
Ik gooi het bordje op het aanrecht en blaas naar mijn vingers. Ik zet de kraan aan en houd mijn vingers onder de ijskoude straal. Na een minuut zet ik de kraan uit en dep ik mijn vingers af aan een handdoek.
“Mam? Gooi jij even de garnalen tussen de pasta? En roeren hè?” roep ik, waarna ik een paar pleisters zoek voor mijn verbrande vingers.
“Is goed. Eet Noah vanavond mee?” roept mijn moeder terug.
“Weet ik niet. Ik bel hem zometeen wel.”
Als de pleisters om mijn vingers zijn geplakt, pak ik de huistelefoon uit de lader. Voorzichtig toets ik het nummer in en duw ik op het groene hoorntje.
“Met Noah Ace.” klinkt het aan de andere kant van de lijn.
“Met Casille.”
“Hee! Eendje!”
“Hi.”
“Hi.”
“Wil je zometeen komen eten? Ik heb tomatensoep gemaakt.”
“Euh…. Nee, sorry, wij hebben de borden al op tafel staan, dus misschien een andere keer?”
Ik knik, maar schud mijn hoofd gelijk weer, want Noah ziet mijn handelingen natuurlijk niet.
“Oké, we bellen nog wel.” zeg ik en de teleurstelling is duidelijk in mijn stem te horen.
“Kusjes.”
“Doei.” fluister ik teleurgesteld.
Even later hoor ik een lange piep, wat betekend dat Noah heeft opgehangen. Beteuterd zet ik de telefoon terug in de lader. Ik draai me om en loop weer naar de keuken. Ik roer nog even door de soep en zet dan de pan op tafel. Ik pak een grote lepel en schenk de soep in de borden.
“Eten!” roep ik even later door het huis.
Een paar minuutjes later zit iedereen aan tafel en beginnen we aan het eten.
Zwijgend prik ik in een garnaal.
“Pap, ik ga het doen.” doorbreek ik de lange, ongemakkelijke stilte.”
“Wat ga je doen?” vraagt mijn vader, waarna hij een vragend gezicht trekt en mijn moeder aankijkt.
Mam haalt haar schouders op en kijkt me aan.
”Die rechtenstudie.” zeg ik, alsof het heel logisch is, want eigenlijk was het ook heel logisch.
”Ik weet het, ik heb je al ingeschreven.”
Ik trek mijn wenkbrauwen verrast op.
“Oh echt? Waar?”
“Niet boos wo-” probeert mijn moeder nog, maar mijn vader onderbreekt haar.
“Nieuw-Zeeland.”
“Wát?” roep ik uit.
Ik gooi mijn mes en vork op de grond en ren de keuken uit. Ik gooi de voordeur open en ren naar buiten. Mijn voeten worden vies van de modder en de tranen stromen over mijn wangen.

Reageer (1)

  • Synthopia

    Aahw waarom zo ver:(

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen