Lieve David,

Toen ik vanochtend wakker werd, kreeg ik een raar gevoel. Eentje die je misschien wel kent van als je op vakantie bent: het gevoel dat je niet weet waar je bent. Dat was vreemd, omdat ik nog nooit zoiets had gehad als ik thuis was. Het voelt niet eens meer als thuis.
Ik besef nu dat elke plek me aan jou doet denken. Het lijkt of ik het in mijn studentenkamertje wel heb geaccepteerd dat het over is, maar hier nog niet. Het lijkt alsof ik opeens in een heel ander leven zit.
Ik ben nu boven, op mijn oude kamer. Ik heb mijn ouders verteld dat ik nog veel werk moest doen, want anders zouden ze constant dingen met me willen doen. Na de tweede wandeling door het plaatselijke bos heb je het wel gezien. Niet te geloven met welke ideeën je ouders dan ineens aankomen. Van die dingen die je nog nooit eerder hebt gedaan, tot je het huis uitging.
Ik vraag me af of ik je hier vandaag of morgen zal zien. Daar hoop ik niet op.


'Audrey!'
Het was de stem van mijn moeder. Ik had toch gezegd dat ik met huiswerk bezig zou zijn? Wat kon er dan zijn?
Een beetje chagrijnig stond ik op van mijn bureaustoel en liep naar de deur
'Wat is er?' riep ik naar beneden, waarbij ik geen moeite deed mijn irritatie te verbergen.
'We gaan boodschappen doen, ga je mee?' vroeg mijn moeder. Ik wist niet of ze ervoor koos mijn geïrriteerde toon te negeren, of dat ze deze gewoon niet gehoord had.
'Nee, dank je.' zei ik en ik wilde de deur van mijn kamer al sluiten.
'Maar misschien kunnen we kleding kopen?' vroeg mijn moeder. Waarschijnlijk was het een wanhopige poging om me mee te krijgen.
'Nee, ik heb niets nodig.'
Dat was een leugen. Ik had bijna geen winterkleding. Ik droeg vooral T-shirts met een vestje erover, maar dat was geen goede oplossing. Ik had alleen al mijn geld nodig voor eten en andere boodschappen.
'Ook niet als wij betalen?' vroeg mijn moeder, in een laatste hoop op een uitstapje.
'Oké, goed dan.' zei ik met gespeelde tegenzin. Dit was dé oplossing. Maar ik wilde mijn moeder niet laten weten dat ik nauwelijks nog winterkleren had dat niet verkleurd, gescheurd of te klein was.

'Oké, wij zijn boodschappen aan het doen. Ga jij maar op zoek naar wat kleren. Is vijftig euro genoeg?.'
Ik had een jaar geleden gezegd van niet, maar nu wist ik wel beter. Vijftig euro! En ik hoefde er niet eens ook eten voor te kopen.
'Ja, hoor. Heel erg bedankt.'
Ik had ondertussen een trucje geleerd, die even simpel als voor de hand liggend was: ga naar de goedkope kledingwinkels. En ik wist waar die zaten.
Eenmaal binnen liet ik de kleding door mijn handen glijden. Veel keurde ik af: niet warm genoeg, niet mijn stijl of gewoon te duur. Maar er zat genoeg tussen wat ik wel konden gebruiken. Ik keurde net een warme trui toen ik een bekende stem hoorde, direct gevolgd door een hoge meisjeslach. David!
Ik kreeg gelijk. Ik verstopte me achter een hoog rek en keek door de kleren heen naar de mensen die binnen kwamen lopen. Het was inderdaad David met aan zijn arm een lachende brunette met een bril. Filosofiestudente, was mijn eerste conclusie. Misschien baseerde ik deze op een stereotype, maar in dit geval was deze logisch.
Hij zei iets en zij barstte in overdreven hard gelach uit. Meteen had ik een hekel aan haar. Zij was het vast geweest! Zij had David van mij ingepikt.
Ik dwong mezelf rustig te worden, ook omdat ik bijna het truitje in mijn handen bijna aan stukken scheurde. Hij was mijn vriend niet meer en ik had geen enkele reden om jaloers te zijn. Maar dat nam helaas niet weg dat ik dat wel was. Vooral toen ze, nota bene midden in het gangpad, begonnen te zoenen.
Nu scheurde ik het truitje echt bijna doormidden. Snel hing ik het terug. Ik kon die vijftig euro maar beter niet besteden aan het moeten terugbetalen van een trui.
Ik bleef naar ze kijken, tot ze de winkel uit waren. Geen van tweeën had iets gemerkt van mijn aanwezigheid, maar een paar andere klanten keken me wel vreemd aan.
Na dit voorval werd het moeilijk om rustig rond te kijken moeilijk, dus ik greep snel een wollen vestje, twee truien en een paar T-shirts met lange mouwen. Nu was bijna al mijn geld op en daar was ik ook blij mee. Ik wilde hier niet langer zijn, met het risico die twee weer tegen te komen. Mijn bloed kookte nog steeds als ik eraan dacht. Eén ding wist ik zeker: ik zou deze brief niet afmaken. Hij verdiende geen woord meer van mij!

Een nieuw hoofdstukje weer. Enjoy! Nog steeds bedankt voor het lezen iedereen.

Reageer (6)

  • HoranHug

    Ze voelt zich vervangen. Dat is logisch. Snel verder :)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen