``106``

In doodse stilte zitten Sam, Bobby en ik aan de ontbijttafel. Sam schuift even ongemakkelijk heen en weer. ‘het spijt-‘ ik steek mijn hand op en kap Sam af. ‘laat maar’ Sam knikt en neemt een hap van zijn boterham. Dean lag nog lekker te slapen. De zenuwen razen door mijn lichaam. Wat zou Dean van me willen? Gelukkig lag hij nog te slapen, hoe langer hij zou slapen hoe minder ik zou kunnen doen voor hem. Bobby kucht even en ik kijk op. Zijn ogen zijn gefixeerd op iets achter me en ik weet al wie het is. ‘goedemorgen!’ klinkt het vrolijk. Dean schuift de stoel naast me weg en gaat zitten. ‘wat heb ik zin in pannenkoeken, en een kop koffie.’ Zijn ogen branden op me. ‘en ik weet dat ik die ga krijgen van iemand hier’ mijn ogen gaan weer naar bobby. Hij haalt zijn schouders op. ‘we hebben er alles voor’ met een zucht sta ik op. ‘wat wil je erop?’ vraag ik nors. Dean blijft me lang aankijken. ‘kan je dat misschien wat liever vragen?’ hard bijt ik op mijn tong. ‘wat wil je op je pannenkoeken?’ Dean schud zijn hoofd. Gefrustreerd bal ik mijn vuisten. Dan forceer ik een glimlach op mijn gezicht, buig naar voor waardoor ik een paar centimeter voor Dean blijf hangen. ‘wat wil je op je pannenkoeken, lieve schat?’ even knipper ik met mijn ogen en aai ik over Dean ’s wang. Hij blijft sprakeloos zitten. Dan herstelt hij zich. ‘doe maar aardbijen met slagroom op de ene en op de andere chocoladesiroop’ ik knik met een lach en loop dan weg. Als ik in de keuken sta geef ik een gefrustreerde schreeuw. ‘Alex, is er wat?’ hoor ik gedempt. ‘nee hoor, Dean lieverd van me!’ roep ik terug. Zo snel ik kan maak ik het beslag van de pannenkoeken en begin ik te bakken. Ik heb meer dan genoeg en besluit de rest aan bobby en Sam te geven. Met moeite duw ik de deur open en zet het bord met pannenkoeken op de tafel. ‘dit heb ik over, dus als jullie willen’ Sam en Bobby pakken allebei gelijk een pannenkoek. Dean staat op en pakt mijn gezicht vast. ‘je bent zo te zien druk geweest met het maken’ hij strijkt over mijn gezicht en ik vermoed dat er een veeg bloem had gezeten. ‘dus als je zo mijn eten hebt gebracht en mijn koffie, heb je 20 minuten om je klaar te maken. Ik verwacht dat je dan hebt gedoucht en je buiten bij de impala staat. Ik heb kleren voor je neer gelegd.’ Snel loop ik terug naar de keuken en haal ik de spullen voor Dean. Voor ik weg kan lopen pakt Dean mijn hand vast. ‘wil je eerst een hapje proeven, ik weet niet of ik je kan vertrouwen’ mijn ogen sluiten even maar dan besluit ik Dean helemaal gek te maken. Hij had al een stukje aan zijn vork hangen. Ik ga op mijn knieën zitten, pak zijn hand beet en begeleid het stukje eten naar mijn mond. Langzaam kauw ik erop en laat Dean volop mee genieten van de smaak die in mijn mond zit. Ik hou van pannenkoeken, vooral met chocolade, aardbeien en slagroom. Als ik door slik veeg ik verleidelijk een klein beetje slagroom van zijn pannenkoek en stop het in mijn mond. ‘ik ga me douche’