Story of a girl who lost her world so she could be beautiful.

Fahra Point of view

Een witte kist werd de kerk binnen gedragen. Enkele mensen huilden, maar de meesten waren nog te verbaasd om een traan te laten. Amper eergisteren was ze gestorven en vandaag lag ze al hier. Al die jaren was het haar geheim geweest en nu wist iedereen het. Hoe oneerlijk het ook was en hoe raar het ook mocht klinken, ik was blij dat ze gestorven was. Het mocht misschien jarenlang mijn beste vriendin geweest zijn en ik een van de enigen die haar echt kende, haar geheimen en gevoelens wist, maar toch dacht ik zo. Dat had maar één reden. Haar lijden. De laatste drie jaar waren een hel voor haar geweest. Haar pad was niet geplaveid geweest met rozen maar met doorns, een flinke hoeveelheid doorns die ze de laatste jaren allemaal over zich heen had gekregen.

Bijna niemand wist het fijne van haar dood, de meesten die aanwezig waren wisten niet eens voor wie ze kwamen. Sommigen werden door hun ouders gedwongen en anderen kwamen gewoon omdat ze zo enkele lessen op school misten. Haar klasgenoten waren de hele tijd blind geweest, net als haar ouders en familie. Niemand had geweten wat er allemaal in haar hoofd rondspookte, de gevoelens die ze jegens zichzelf koesterde. Zelf wist ik het ook niet, of tenminste lange tijd niet. Een jaar geleden had ik alles per ongeluk ontdekt. Ze voelde zich al een tijdje wat ziekjes, of zo zag ze er tenminste uit. Haar ogen stonden dof en alle kleur was uit haar gezicht weggetrokken. Tijdens een van de lessen vroeg ze de leerkracht of ze naar het toilet mocht. Omdat ze er zo ziek uitzag mocht ze. Ze bleef te lang weg, dus moest er iemand gaan kijken of alles oké was. De leerkracht liet mij gaan. In de toiletten lag ze bewusteloos op de grond. In plaats van haar naar de schoolverpleegster te brengen, tilde ik haar op in mijn armen en legde haar buiten op een bankje. Met haar hoofd op mijn jas en haar voeten op de rugleuning lag ze bewusteloos op de bank. Voorzichtig bracht ik haar bij met een beetje water uit de toiletten. Al snel opende ze haar ogen weer. Die dag vertelde ze me alles en ik luisterde naar haar zonder enige vooroordelen. Ik was de enige die ooit naar haar had geluisterd. Ze drukte me op het hart haar geheim niet verder te vertellen, dat beloofde ik haar. Dat had ik nooit gedaan, niet toen alles erger werd, nooit. Soms vertelde mijn hart me dat ik het wel moest doen, dat ik het haar ouders moest vertellen, of er tenminste met de mijne over moest praten, maar ik deed het niet. Ik kon mijn belofte aan haar niet breken, zeker niet na haar dood.

In de kerk was het stil toen Amy's moeder begon met speechen. Tranen liepen over haar wangen terwijl ze haar dochter beschreef. Ze liet de kantjes die haar leven negatief maakten uit haar speech. Tranen stonden in mijn ogen terwijl ik me haar probeerde voor te stellen voor dit alles haar had gebroken. Ik voelde me schuldig over het feit dat ik me haar niet eens meer kon voorstellen met een glimlach op haar lippen.

Kort nadat haar moeder klaar was met spreken, zei de priester nog enkele woorden en liet ons daarna één voor één een blik werpen op de kist. Enkelen schuifelden ongemakkelijk heen en weer. Dat waren de personen die haar nooit hadden gekend of de confrontatie met een dode niet aankonden. Na een halfuurtje aanschuiven kon ik haar zien. Ze hadden haar haar favoriete jurk aangetrokken. Het was een kort zwart jurkje zonder bandjes. Alle tekenen die op haar ziekte gewezen hadden waren zichtbaar. Alsof ze wilden dat iedereen zag dat ze tot op de laatste dagen een wrak was geweest. Voorzichtig legde ik een gouden ring met onze initialen ingegraveerd in de kist.
"Meisje, ik mis je zo," fluisterde ik zacht terwijl er een traan uit mijn ooghoek druppelde. "Kwam je maar terug." Ik volgde de stroom naar de ouders en condoleerde hen. Haar moeder gaf me een knuffel.
"Gecondoleerd," mompelde ik zacht.
"Bedankt dat je er altijd voor Amy bent geweest, Fahra. Als jij er niet was geweest was ze misschien eerder-" Haar moeder kon haar zin niet afmaken, maar barstte weer in tranen uit. Haar vader klopte even op mijn schouder. Voor een tweede keer mompelde ik gecondoleerd en ik liep weer naar mijn plek, naast mijn ouders.
"Mam, ik kan het niet," piepte ik zacht.
"Jawel, sterk meisje van me," fluisterde ze zacht en gaf me een knuffel. "Je kan het aan."

Op de achtergrond hoorde ik de priester enkele woorden zeggen. Iedereen stond op en ging naar buiten. Samen met mijn ouders liep ik mee in de stroom.
"Wij gaan nog mee naar de begraafplaats, ga jij mee of niet?" vroeg mijn vader.
Ik schudde mijn hoofd. "Ik ga al naar huis." Mijn ouders knikten en liepen richting het kerkhof.

Onderweg naar huis zette ik de radio op om me op andere gedachten te brengen, maar elk liedje deed me aan haar denken. Ondanks de hitte die de verwarming gaf had ik het koud, ijskoud. Vorige nacht had ik niet geslapen, ik was te nerveus geweest voor de begrafenis. Nu die achter de rug was overviel de vermoeidheid me. Zonder dat ik het zelf doorhad begon ik in slaap te vallen. Als ik niet oppaste knalde ik ergens tegenop. Mijn ogen vielen dicht, telkens als ik ze weer open deed gingen ze weer toe. Zachtjes viel ik in slaap.

Als mensen me vroeger zouden hebben gevraagd of je de doden ziet als je sterft zou ik hen hebben uitgelachen. Nu ik oog in oog stond met Amy was mijn mening over die stelling helemaal veranderd.
"Het is je tijd niet," mompelde ze zacht. Ze droeg onze gouden ring en ze zag er beter uit dan ze de laatste drie jaar gedaan had. Ze was weer een beetje voller, zag er gelukkiger uit. Haar blonde haren glansden.
"Ik mis je," fluisterde ik, bang dat ik uit deze toestand zou ontwaken als ik te hard sprak.
"Ik weet het meisje, ik mis je ook. Maar je familie mist je harder dan ik dat doe. Je moet terug. Bedankt dat je mijn geheim zo goed verzwegen hebt. Misschien beter dan ik ooit gedaan heb. Je moet nu terug."
"Ik wil niet terug."
"Je moet."

Maar ik ging niet terug. Sommige mensen hebben zo'n sterke band dat ze dezelfde dag of snel na elkaar stierven. Het was precies zo'n band die ik had met Amy. Het was mijn tijd wél. Als het haar tijd was, was het de mijne. Ik wist dat ik mijn familie achterliet met verdriet, maar als ik had kunnen kiezen zou ik het niet anders gewild hebben. Wanneer het leven je een kans wil geven om te overleven kun je twee kanten uit. Het leven of de dood. Wanneer het leven niet meer is dan een zieke, zielige wereld en de dood je dierbaarste verwanten bevat is de keuze best gemakkelijk. Doodgaan samen met iemand die je lief hebt is mooi. Het zijn je hersenen die je voor een keer in je leven je zin geven. Wanneer je die kans hebt, kun je niets anders dan hem met twee handen grijpen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen