Foto bij |Four|

Nog steeds huilend ga ik op een bankje in het park zitten. Hoe kan mijn vader dit nou doen? Hij wist dat ik naar één van de scholen in Engeland wilde gaan, maar nog koos hij voor zijn eigen optie. Hij dacht áltijd dat hij gelijk had. Maar dit keer had hij het fout. Ik wilde hier blijven, bij Noah.
Op de een of andere manier had mijn vader het niet zo op Noah. Mijn moeder wel. Zij vond Noah perfect voor me. Hij paste bij me. We waren een leuk stelletje.

De wind verstrooide mijn haar en mijn rok wapperde vervelend om mijn benen. Ik veegde langs mijn wang en hikte nog wat na van mijn huilbui.
“Hallo Casille.”
Een warme hand op mijn schouder.
Geschrokken draai ik mijn hoofd opzij.
“Ach schat, waarom huil je?”
Warme vingers op mijn wang.
In een reflex tik ik de vingers weg.
“Ik doe je niks, dat weet je toch?” zegt de man.

Die man was mijn vroegere leraar geschiedenis, die me in de brugklas mishandelde. Hij gaf me bijles en zag zijn ideale boxbal. Gewoon, omdat hij zijn frustraties kwijt moest.
“Automatisme.” mompel ik, terwijl ik mijn schouders ophaal.
“Ach meid toch, het spijt me echt verschrikkelijk.”
Ja, hij was gay. Het was te merken aan zijn kledin en zijn houding. Ik had niks tegen homo’s, nee, helemaal niet. Maar ik mocht hém gewoon niet. en dat was niet om het feit dat hij homo was, maar vanwege zijn daden. Het bleek dus dat meer kinderen ten dupe waren geweest van zijn agressie. Sinds kort had hij een vriend die hem leerde zijn woede te beheersen. Achja, alsof dat voor mij nog iets veranderde. Woedebeheersing of niet, ik zou altijd bang voor hem blijven.

“Ga weg alsjeblieft?” piep ik.
“Ik doe je niks, echt waar hoor.” verdedigde hij zich.
”Nee.. Weet ik, ik wil gewoon alleen zijn.”
“Goed dan, maar wees voorzichtig, het wordt al donker.”
Ik knik en hij staat op. Ik blijf nog even zitten en sta dan ook op. Ik loop naar een speeltuintje en zijn Noah’s huis al liggen.
Ik bel aan en na een poosje doet er iemand open. Ik kan niet meteen zien wie open doet, maar wanneer de persoon een stap naar voren zet, herken ik hem meteen.
“Greg!” roep ik vrolijk.
“Casille!” zegt Greg vrolijk en hij trekt me in een stevie knuffel.
“Hoe is het meid? Lang niet gezien.”
Onverschillig haal ik mijn schouders op. “Goed, met jou?”
“Ja hoor.”
Er valt een ongemakkelijke stilte en ik kijk naar mijn sandaaltjes, die helemaal onder de modder zitten.
“Hé Greg, pap vraagt waar je- Hé! Eendje!”
Ik zie Noah in de deuropening verschijnen met een grote glimlach op zijn gezicht.
“Eh, ik ga maar eens.” zeg ik na weer een ongemakkelijke stilte.
“Wat kwam je doen dan?” vraagt Greg.
Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe Noah Greg een stomp in zijn zij geeft.
Ik wuif het weg met mijn hand en maak alweer aanstalten om te vertrekken.
“Wacht!” roept Noah, waarna hij zijn vingers ruw rond mijn pols sluit en me een moment daarna naar achteren trekt.
“Wat wilde je zeggen?”
“Eh… Het hoeft niet persé nu hoor. Ik bedoel, Greg is hier nu, dus ik laat jullie wel… Ik ga de pret niet bederven.”
“Hoezo, pret bederven?”
“Eh…”
“Wacht even.” mompelt Noah.
Hij schiet in zijn Vans en loopt naar buiten.
“Ben even weg!” roept hij, waarna hij de deur achter zich in het slot trekt.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen