Foto bij New Neighbours

Geeuwend stapte ik uit mijn bed in ging me douchen. Mam en pap waren een beetje verderop luid aan het snurken, dus probeerde ik stil te zijn. Toen ik mezelf waste, voelde ik over de 131 littekens die ik had. Sommige waren lichte streepjes maar de meesten waren bleke verdikkingen. Dat waren dan de diepere wonden. Vandaag moest ik er nog een nieuwe bij zetten maar meestal deed ik dat na school. Ik droogde me snel af, deed mijn haar en mijn make-up en ging dan naar beneden. Het geld dat ik gisteren van mam had gekregen, had ik in mijn broekzak gestoken. We gingen vandaag helemaal geen uitstap met school doen maar zelf die simpele leugen had mam niet gemerkt. Ik had geen zin om al die leerlingen te zien dus besloot ik om vandaag een keertje te spijbelen. Er was toch niemand die het zou opvallen, behalve Andreas. Ik wreef een keertje in mijn slaperige ogen en wandelde naar het grote park dat wat verderop was. Iedereen was ofwel in school ofwel op het werk, dus had ik de stilte voor mezelf. Ik ging op een bankje zitten en staarde naar een vogel die op het gras aan het huppelen was. De eenzaamheid was duidelijk te voelen. Ik wilde dan wel alleen zijn maar eigenlijk ook niet. Het was moeilijk om te begrijpen wat ik precies wilde. Ik zag plots een gebroken stukje glas op de grond liggen. Voorzichtig pakte ik het op en veegde het zand eraf. Daarna keek ik om me heen maar er was nergens iemand te zien. Ik rolde mijn mouw omhoog en drukte het glas met de scherpe punt in mijn huid. Direct werd er bloed zichtbaar. Ik trok het langzaam naar me toe en veroorzaakte daardoor een 15 centimeter lange snee, die hard bloedde. Ik gooide het glas weer weg en trok mijn mouw terug over mijn arm. 132 waren het er nu. Waarom ik ze precies telde wist ik niet, het ging vanzelf. Het waren dus al 132 dagen dat ik dit deed en nog steeds had niemand het gemerkt. Niemand gaf iets om me.

Een uurtje later besloot ik om wat verder te wandelen, waardoor ik voorbij mijn huis kwam. Ik zag een grote verhuiswagen bij de buren staan en enkele sterke mannen droegen dozen naar binnen. De buurman was er waarschijnlijk al. Er was ook een meisje. Ze trok een doos naar zichzelf toe en wilde het dragen maar het was te zwaar en daardoor viel het op de grond. De verhuis mannen waren in het huis en er was niemand anders die haar hielp, dus liet ik mijn hart eens een keertje zien en ging naar haar toe.
'Gaat het?'
Ze keek met tranende ogen naar me op en schudde haar hoofd.
'Heb je jezelf pijn gedaan?'
Ze knikte en toonde haar arm. Ze had een schaafwond van toen ze op de grond viel.
'Abracadabra, pijn verdwijn!' zei ik terwijl ik mijn hand erop legde.
Ze keek me lachend aan. Daarna hielp ik om de spullen weer in de doos te leggen. Het was duidelijk haar doos want er zaten knuffels en poppen in.
'Hoe heet jij?' vroeg ze lief.
'Bill en wat is jou naam, kleine prinses?'
'Nina,' zei ze trots.
'Wat een mooie naam. Hij past goed bij je'
'Ben jij mijn buurjongen?'
'Ja, dat is mijn huis,' zei ik wijzend.
'Ik woon nu hier maar ik moest mijn vriendjes achterlaten,' zei ze droevig.
'Ik ben er zeker van dat je hier ook vriendjes zal vinden. Hoe oud ben je?' vroeg ik.
'Ik ben al 8! Mijn broer is 17! Kom, ik wil hem aan je voorstellen!' zei ze toen ze mijn hand vast nam.
'Nee, wacht. Ik ben maar je buurjongen, je moet dat niet doen,' zei ik onzeker.
Ik kon niet goed omgaan met mensen die dezelfde leeftijd als mij hadden.
'Tomi! Bill zegt dat ik een prinses ben!' riep ze in het huis.
Ik kon het haar niet aandoen om mijn hand weg te trekken dus liet ik me mee trekken. Plots rende er een jongen naar ons toe en keek me raar aan.
'Godzijdank. Ik dacht dat je een pedofiel was,' zuchtte hij opgelucht.
'Bill kent de abracadabra truc voor auw-auwtjes,' zei ze vrolijk.
'Heb je jezelf pijn gedaan?' vroeg hij ongerust.
Hij ging op zijn knieën zitten en nam ze bij haar schouders vast.
'De doos was gevallen maar ik heb geen pijn meer'
'Wat een sterke meid je bent. Ga maar een snel naar je nieuwe kamer kijken,' zei hij lief.
'Ja!'
Ze rende weg, waardoor een verhuis man bijna over haar struikelde.
'En jij bent?'
'Eh, Bill, je nieuwe buur' zei ik nerveus.
'Ik ben Tom, aangenaam,' zei hij terwijl hij zijn hand uitstak.
Onzeker schudde ik die.
'Ik ga dan maar eens terug,' stotterde ik.
'Ok. Kom maar eens langs als we hier alles op zijn plaats gezet hebben,' zei hij vriendelijk.
Ik knikte kort en kon niet snel genoeg buiten zijn. Ik was goed in omgang met kleine kindjes maar niet met leeftijdsgenoten. Ik had altijd het gevoel dat ze op me neer keken en me raar vonden. Ik was immers niet zoals de meeste jongeren.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen