Foto bij hoofdstuk 6

De dagen erna begon er weer een ritme te komen. 's Ochtends moest ik er vroeg uit voor de training. eerst rennen, daarna eten, oefenen met schieten, leren te sluipen en weer rennen. Liam's gezicht was heel mooi geweest toen hij zag dat ik in de roos schoot.
'Daar doen mensen jaren over!' En daarmee kreeg ik een eigen boog.
Ik ging vroeg naar bed 's avonds. Ik was te moe om lang te blijven zitten. Het was fijn om weer iets van een ritme te hebben. Iets wat normaal was, of in elk geval leek. Eigenlijk moest ik oefenen met rennen in jurk, maar dat liep echt verschikkelijk. Ik had Rekla, het boomwezen, gevraagd of ze ook nog een leren topje had. En godzijdank, dat had ze. Ik liep met mijn trainingen nu de helft van de tijd rond in mijn jurk, en de helft van de tijd in mijn leren setje. En vandaag? Vandaag mocht ik voor het eerst proberen te jagen.
'Oke, je weet het he. Stilte is het belangrijkst. Schieten kun je wel, daar vertrouw ik op, maar stil zijn.'
Ik knikte. Ik had dit de laatste tijd zo vaak gehoord. Zachtjes slopen we met z'n tweeen door het bos. Hem hoorde je niet, mij hoorde je soms een beetje. Hij rook en wenkte me. Een stukje voor ons uit, zag ik een konijntje zitten. Hij zat te knabbelen op iets. Ik draaide me geruisloos om.
'Dat kan ik toch niet doden!'
Hij keek boos. 'Dat kun je wel. Gewoon aanleggen en doen alsof het een mikpunt is.'
Ik slikte, maar deed wat hij zei. Stil legde ik aan. Het konijntje had nog steeds niets in de gaten.
'Wij moeten ook eten.' hoorde ik achter me.
Ik haalde nog eens adem en sloot een oog. Ik richte precies. Op zijn kop. Hij zou dan niet lang lijden en we konden al het vlees nog gebruiken. De wereld om me heen stond stil. Alleen ik en dat konijntje waren er nog. Ik spande mijn pees en liet los. Een licht zoevend geluid en ik deed mijn ogen weer open. Het konijntje lag dood op de grond.
'Goed zo! Je bent echt een natuurtalent. Ik dacht even dat je het niet ging doen.' Liam had een grote wolvengrijns op zijn gezicht.
'Het wordt tijd dat we je ook een paar dingen van plantenkunde gaan leren.'
Ik was alleen nog maar misselijk. Ik had net een lief, onschuldig konijntje gedood!
'Ah joh, hij heeft er amper iets van gemerkt. Je hebt echt perfect geraakt.'
Ik glimlachte half.
'Kom op, we gaan terug naar het kamp. Dit even aan de kok geven.' Hij nam het konijn in zijn bek. Ik rende achter hem aan door het bos. Mijn conditie was enorm vooruitgegaan. Toen we bij de hut van de kok aan kwamen, zag ik al een hele stapel huiden liggen. Ik kon niet anders dan even kokhalsen.
'Kijk eens wat een pracht exemplaar! Ik krijg ze niet vaak zo.' Zelfs de kok was in de hemel met mijn schiet kunsten.

Ik zat 's avonds nog steeds alleen in mijn hoekje. Mensen lieten hem inmiddels voor me vrij. Ik nestelde me met mijn kom drab op een van stammen.
Iemand kuchte naast me. 'Euh, hoi.. ik vroeg me af of ik er bij mocht komen zitten.' Verbaasd schoof ik op. 'Je zit hier altijd zo alleen. Ik ben Thomas.'
Ik zei nog steeds niets, want deze Thomas was echt ongelooflijk knap! Ik had hem wel eens eerder door het kamp zien lopen. Hij had van dat donkere haar en onpeilbaar donkere ogen. Zijn jukbeenderen waren hoog en zijn haar zat een beetje door de war.
'Je mag wel zeggen hoe je heet hoor.' lachte hij.
'Oh.. ja.. sorry. Ik ben Alice. Aangenaam.'
'Mooie naam, Alice. Vertel me eens Alice, hou jij soms niet zo van Konijnen soep?'
Ik bloosde. Dat was nog een reden dat ik niet wou eten vanavond. Mijn konijn zat door de soep.
'Je moet toch iets eten. Het is misschien lekkerder met brood.' Hij bood me een stuk aan. Dankbaar nam ik het aan.
'Jij trekt veel op met die wolf Liam toch? Ik zie jullie elke ochtend samen vertrekken.'
Ik knikte. Oh kom op! Waarom kon ik niets verzinnen om te zegggen!?
'Weetje, mensen en wolven zijn een best vreemde combinatie.' Ik verslikte me in het stuk brood dat ik in mijn mond had. Hij klopte me op mijn rug.
'Oke, even voor de duidelijkheid. Ik heb niks met Liam. Hij is een vriend. En een wolf. Hoe kun je nou wat hebben met een wolf?' Zijn hand lag nog op mijn rug.
'Ik hoopte al dat je zo iets zou zeggen.' We glimlachte en ik voelde iets groeien. De rest van de avond hadden we het eigenlijk helemaal nergens over. Het was fijn om weer eens met een mens te praten. Die waren niet veel hier.

De volgende ochtend was ik al eerder buiten dan Liam, en dat was voor het eerst. Terwijl ik op hem zat te wachten dacht ik aan Thomas.
'Zo, Zo. Willen we een goede indruk maken?' Grijnzend kwam Liam aan lopen. Ik stond op. 'Op mij is dat niet nodig hoor, dat heb je al gedaan. Maar die jongen van gister avond, daar zou ik werk van maken als ik jou was.' Natuurlijk had hij het gezien. Ik stompte hem lachend op zijn schouder.
'Kom we moeten gaan, ik wil een keer verder weg vandaag.' Zei hij en hij zette een draf in. Ik ging naast hem lopen. We liepen in stilte. Het enige wat je hoorde waren onze voetstappen.
'Binnenkort is er een feest weet je.' zei hij na een tijdje.
'Wat voor een feest?'
'Het feest van de eerste dag van deze wereld.'
'Ah.'
We liepen weer zwijgend.
'Misschien gaat hij je wel kussen.'
'Wat!?'
'Ik zei..'
'Ik weet wat je zei. Maar waarom denk je dat?'
'Omdat hij gister avond keek alsof hij het toen al wou doen.'
'En dat zie jij?' hij haalde zijn schouders op.
'Zou je het willen?'
Ik bloosde. 'Misschien.' Hij had een vervelende grijns op zijn gezicht.
'Waar gaan we heen?' Even van onderwerp veranderen.
'We zijn er al.'
We stonden aan de voet van een berg. Je kon de rotsen zien.
'Hier zijn veel herten enzo' zei hij. De rest kon ik wel invullen. Vanavond was het hertensoep. We slopen verder. Na een tijdje zagen we een hert in het zonlicht staan. Liam keek me aan. Ik knikte. Ik wist heus wel dat hij dat van me verwachtte. Ik pakte een pijl en legde aan. Ik wou net los laten toen ik werd opgeschrikt door een enorme brul. Bang keek ik naar Liam. Zijn nekharen stonden overeind. Uit een gat in de rotsen voor ons kwam een beest dat ik nooit verwacht had om die te zien. Een draak.
'We gaan.' fluistere Liam. Maar ik voelde me op de een of andere manier aangetrokken tot het beest. Voorzichtig stapte ik door de bosjes heen. Het reptiel keek gelijk mijn kant op.
'Alice, we gaan. Nu! Kom hier.' Liam klonk bang. Gehypnotiseerd keek ik in de ogen van de draak. Ik stak mijn hand uit.
'ALice niet doen! Hij vermoord je ik zweer het. je weet niet wat voor een beesten dit zijn!' Ik negeerde hem. voorzichtig, met mijn hand gestrekt, liep ik naar de draak toe. Toen de draak een pasje naar mij deed hield ik stil. Hij rook aan de lucht en deed nog een stap. Hij strekte zijn nek en ik voelde zijn adem op mijn hand. Even was ik bang dat hij hem er af ging bijten. Maar hij duwde zijn snuit tegen mijn hand aan en gaf er een duwtje tegen aan. Voorzichtig aaide ik zijn snuit en Hij deed zijn ogen dicht van genot. Ik glimlachte. Liam kwam ook aan gelopen. Hij bleef op veilige afstand staan.
'Jij bent echt speciaal weet je dat? Ik ken echt maar een paar mensen die dit kunnen, en die zijn allemaal van adel. Weet je zeker dat jij dat niet bent?'
Ik glimlachte. 'Ja. Ik weet het zeker.'

Reageer (1)

  • Matsumoto

    Wow een draak(heart2)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen