1

Gekraak.

Direct spits ik mijn oren, en zak iets door mijn knieeën.
'Het is altijd waar je niet kijkt.' Hoor ik in mijn hoofd galmen.
Ik weet het, ik heb het gezien, een rilling trekt door me heen bij de gedachte aan Edoré.
Voorzichtig werp ik een blik op de hemel, die grijs en donker oogt, maar waar niets te zien valt.
Langzaam loop ik een rondje op de open plek, altijd achterom kijkend, altijd op mijn hoede.
Achter me! Gekraak!
Ik draai me om en werp mijn speer in de richting van het gekraak.
Ik zie iets wegschieten, en een rondje om de open plek lopen, schuilend in de schaduw van de bomen.
Ik slik moeizaam.
Dit is niet goed.
Ik volg het geluid met mijn ogen, maar dat kan niet voor lang, als het langzamer gaat lopen en ik het geluid niet meer kan horen.
Ineens hoor ik iets van de andere kant, nu krijg ik het echt warm. Of het is echt heel snel en slim, of het is er meer dan een.
Ik adem uit, langzaam en nadenkend.
Ik maak me klaar voor de strijd en trek mijn boog en pak een pijl die erop span.
Zenuwachtig gekraak komt uit de schaduwen die weghouden van de open plek.
Een zachte wind steekt op, en de bomen ruisen als een tromgeroffel voor het heetst van de strijd.



Volgende keer verder ^^