Foto bij hoofdstuk 8

Toen ik de volgende dag wakker werd, moest ik even na denken waarom ik ook alweer zo'n gelukkig gevoel in mijn buik had. Toen ik het weer wist, draaide ik me met een glimlach om.
'Hey, het leven gaat gewoon door hoor. We moeten jagen en trainen.' Liam stak zijn kop mijn tent in. Ik legde het kussen op mijn hoofd. 'Nee.' Liam floot. Het klonk een beetje raar.
'Wauw, met zo'n tent zou ik er ook nooit meer uit komen. Maar jij moet.' Hij stapte nu helemaal de tent in en trok met zijn kaken de denkens van me af. Ik krulde me op. 'Ik ben moe. Ik wil niet vandaag.'
'Je moet.. ik verwacht je over vijf minuten bij de vuurplaats.' En hij liep weg. Mopperend kleedde ik me aan. Ik had geen zin om vandaag met een jurk aan te trainen. Ik deed mijn haar in een staart en stampte de tent uit.
'Het mag wel iets vrolijker op zo'n mooie dag hoor.' Thomas stond nonchalant tegen een boom naast mijn tent aan geleunt.
'Mag ik hier nooit uitslapen? Niet een dagje?'
Hij lachte. 'Ik ben bang van niet sorry. Ik heb het in elk geval nog nooit mee gemaakt.' Hij liep naar me toe en legde zijn handen op mijn schouders. 'Goeiemorgen in elk geval.' En hij gaf me een zachte kus.
'Ik moet op schieten. Liam wacht op me.'
'Is goed. Ga maar.' Hij liet me glimlachend los. Toen ik net begon weg te lopen zei net hard genoeg voor mij om het te horen 'Kom vanavond naar de heuvel. Je weet wel, die vlak naast het kamp. Ik wil je zien.'
Ik glimlachte en knikte. Ik wist dat hij ook een glimlach op zijn gezicht had.
'Dat had ook wel iets sneller gekund jonge dame.. Maar je hebt in elk geval weer een glimlach op je gezicht.'
'Dat ligt ook niet aan jou.' Liam grijnsde.
'Wie was dat meisje van gister avond Liam? Heb je me soms iets te vertellen?' Ik zag de grijns van zijn gezicht vallen. Hij had niet door gehad dat ik het had gezien. Mijn dag kon nu al niet meer stuk. Afgezien van het vroege opstaan dan. We jaagden en trainden en uiteindelijk kon ik Liam zo ver krijgen dat we toch naar mijn draak konden. (Ik had gedreigd het meisje te vertellen dat hij iets voor haar voelde..) Toen we aan kwamen lopen hoorde ik al een briesje. Helena kwam uit de grot gewaggeld. Ze herkende me! Ik stak mijn hand uit en ze duwde haar kop er gelijk tegen aan. Ze brieste van genot.
'Lieve Helena.'
'Helena?' Liam probeerde zijn lachen in te houden.
'Ja, Helena ja. Is daar iets mis mee?'
'Is dat niet een beetje lief voor een draak?'
'Ze is ook lief.' Liam proestte het uit achter me. 'Wat is daar zo grappig aan!?'
'Jij hebt duidelijk nog nooit eerder met een draak te maken gehad. Ze zijn echt niet lief hoor. Weet je trouwens uberhaupt wel of het een meisje is?'
Ik bloosde. 'Nee.' Liam kwam niet meer bij. Tot Helena een lichte grom liet horen, toen was hij opeens stil. Ik liep weer rustig langs haar flanken naar achteren tot vlak voor haar vleugels. Ik merkte al dat ze een stuk minder zenuwachtig was dan de vorige keer. Ze ging vanzelf op haar buik liggen.
'Wat ga je doen Alice?' Ik zei niks. Niet echt vloeiend klom ik op haar rug. 'Alice..' Ik maakte een beweging en daaruit kon Helena blijkbaar af lezen dat ze op mocht staan.
'Zou ze kunnen vliegen?'
'Alice niet doen. Je weet niet waar je mee te maken hebt!' Ik keek op hem neer. Zijn wolvenogen stonden bezorgd. Ik liet Helena een rondje lopen. Toen leunde ik naar voren. 'Kun jij vliegen meid?' Helena brieste en voordat ik het wist zette ze zich af en kwam boven de boomtoppen uit. ik klampte me vast aan haar hals.
'Alice!!' hoorde ik van beneden. Ik keek om. Liam stond verschrikt omhoog te kijken en hij leek ineens een stuk kleiner. Ik zwaaide naar hem. Mijn evenwicht had ik inmiddels terug gevonden. Het was vreemd om te vliegen op een draak. Maar goed, aan vreemde dingen was ik de afgelopen weken wel gewend geraakt. We vlogen een rondje en toen landden we weer op dezelfde open plek als we begonnen waren. Het enige probleem was dat Helena ongeveer verticaal opsteeg en daalde. Dus ik gleed er bijna af.
'Jezus Alice! Wil je dat nooit meer doen. Je maakte me dood bang.'
Ik glimlachte 'Ik heb nog nooit zo iets speciaals mee gemaakt.' Liam keek me alleen maar boos aan. 'We gaan terug.' Ik wreef Helena nog een keer over haar kop. 'Dag lieverd.' en ik rende achter Liam aan.

Die avond merkte ik wel dat hij echt geschrokken was van wat er gebeurt was. Nou ja, ik legde het hem morgen wel uit. Vanavond was ik eerst met Thomas. Toen het eten klaar was haalde ik mijn cape en ging naar de heuvel. Hij was er nog niet dus ik ging op de grond zitten. Ik keek daar naar de maan. Hij was vol.
'Je haar wordt zilver in het donker weet je dat?'
Verschrikt keek ik om. 'Rustig maar, ik ben het.' Thomas stapte uit de schaduwen. Ik ontspande me weer.
'Ik ken niet veel mensen waarvan hun haar in het maanlicht zilver is en in het zonlicht goud.'
Ik zei niks. Hier had ik rekening mee moeten houden. Hij kwam naast me zitten. 'Volgens mij laat ik jou trouwens altijd schrikken.' Ik glimlachte. 'Je hebt nog geen woord gezegd sinds ik hier ben weet je dat?' Ik haalde mijn schouders op. 'Is er iets?' Hij tilde mijn kin op.
'Nee.' Ik kon bijna niet praten met die donkere ogen die zich in de mijne boorden. Langzaam kwam hij dichterbij en kuste me. Eerst voorzichtig, maar toen Harder. Hij duwde me achterover in het gras terwijl hij me bleef zoenen. Zijn lippen zochten mijn hals op en er liep een rilling over mijn rug. Hij maakte mijn cape rond mijn nek los en mijn ogen vlogen open. 'Rustig, ik doe niks wat jij niet wilt.' Ik knikte en hij zoendeme weer. Zo bleven we een tijdje liggen. Hij had zijn handen onder mijn hoofd liggen en ik mijn handen op zijn rug. Een warmte verspreidde zich over mijn lichaam en ik trok hem dichter naar me toe. 'Ik hou van je.' fluisterde hij in mijn oor 'Vanaf het eerst moment dat ik je zag hou ik van je.' En ik wist dat ik hem alles kon vertellen. Ik ging overeind zitten.
'Is er iets mis?'
'Nee, maar ik moet je iets vertellen.'
'Je hebt toch niet al iemand he?'
'Nee! Nee. Ik...' Ik wist niet hoe ik het moest zeggen dus ik haalde het haar uit mijn nek en draaide naar hem toe. Ik voelde hoe zijn vingers over mijn moedervlek gingen. 'Jij bent een zon-maan kind.' Zijn stem zat vol verbazing.
'Dat niet alleen. Ik kom ook nog eens van een andere wereld. Ik ben het meisje uit de voorspellingen.' Hij keek me aan. Zijn gezicht sprak verbazing maar toen ik in zijn ogen keek, vond ik het niet terug.
'Hoe.. Wat..' Ik legde mijn vinger op zijn lippen en begon met praten. Ik vertelde hem alles. Over mijn vlucht uit de andere wereld die voor mij nu al zo ver weg leek. Over hoe ik er allemaal achter was gekomen. Over dat ik een gave had voor pijl en boog. En over dat het voor mij allemaal vreemd was. Hij luisterde gewoon. Pas aan het eind zei hij iets. 'Dus daarom verandert je haar..' Hij pakt een pluk van mijn haar vast. 'Ik vind het prachtig.' Ik glimlacht en de bomen fluisterden weer tegen me ookal kon ik nog steeds niet begrijpen wat ze zeiden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen