Het nichtje van Bill & Tom. #3
Na een tijdje, als we alles hebben wat we moesten kopen, lopen we naar de kassa, om af te rekenen. ‘Ahum, wij mochten nog een pizza als we braaf waren!’ zeg Bill. ‘En skittles!’ schreeuwt Tom erdoorheen. ‘Oja nou, hup, haal die maar even!’ zeg ik, en de jongens rennen weg.
Als Bill en Tom weer terug zijn, gaan we echt afrekenen, bij zo’n ding waarbij je zelf moet scannen, want dat vond Bill natuurlijk weer leuk. Maar dat was een heel gedoe, dus logisch dat de mensen achter ons boos werden, na die 20 minuten. We liepen naar buiten, om de spullen in de auto van Tom te zetten.
‘Ik breng het winkelwagentje terug!’ schreeuwt Bill, terwijl hij mij optilt, en in het winkelwagentje zet. Bill rent ermee weg. ‘Aaaah!’ schreeuw ik, omdat ik er half uit lig, waar Bill duidelijk humor inziet.
Als we eindelijk weer terug bij de auto zijn, stappen we in, en rijden terug naar huis. We zetten de tassen met boodschappen neer in de gang, en lopen naar de woonkamer. ‘We zijn er weer!’ schreeuw ik door huis heen. We lopen naar boven toe. ‘Morgen moeten we naar school toe, dus bereid je maar voor!’ zeg ik tegen Bill en Tom. ‘Hoezo?’ vragen hun aan mij. ‘Daarom!’ zeg ik. ‘Tokio Hotel, Tokio Hotel, en nog eens Tokio Hotel.’ zeg Tom, die ondertussen stiekem mijn kamer is ingegaan. ‘Hee, ga eens uit mijn kamer, jij!’ schreeuw ik tegen hem. ‘Sorry.’ zegt hij onschuldig, terwijl hij de kamer uitloopt. ‘Tom, wat heb je in je hand?’ vraagt Bill aan Tom. ‘Ooh, niets hoor!’ zegt Tom, en hij loopt naar zijn tijdelijke kamer toe. Dan zie ik wat hij vast heeft. ‘Hee, dat zijn mijn handtekeningen!’ roep ik tegen hem. ‘Nou, ik wil ook wel eens een handtekening van mezelf hebben, hoor!’ zegt hij lachend. ‘Die kan je krijgen wanneer je wilt.’ zeg ik. ‘Ooh, Tom, mag ik asjeblieft een handtekening van je?’ vraagt Tom aan zichzelf. ‘Jahoor, Tom, natuurlijk!’ zegt Tom, en hij zet zijn eigen handtekening op een papiertje. Ondertussen liggen Bill en ik al in de slappe lach. ‘Wat is er?’ vraagt Tom. Nu moeten Bill en ik nog harder lachen. ‘Wat is er nou?’ vraagt Tom ongeduldig. ‘Die gezichten die je erbij trok! Niet normaal meer!’ zeg ik lachend. ‘Ja, inderdaad!’ zeg Bill daarna, ook lachend. ‘Ik heb tenminste een handtekening van mezelf, jullie niet!’ zegt Tom voor de grap arrogant. ‘Dan heb je al mijn handtekening nog niet gezien!’ zegt Bill, en hij pakt zijn handtas. ‘Woow, jij bent wel erg gelieft bij jezelf, zeg!’ zeg ik lachend, want de tas zat halfvol met zijn handtekeningen, waaronder voor Bill stond.
Dan gaan we weer even naar beneden, en op de bank zie ik Bill en Tom’s hond Scotty liggen. ‘Hebben jullie Scotty ook al meegenomen?’ vraag ik aan Bill en Tom. ‘Ja, maar, anders missen we hem zo.’ zegt Bill, die zielig probeert te kijken, wat een grappig beeld oplevert. Alweer de slappe lach dus. ‘En dan laten jullie Kasimir wel thuis?’ vraag ik dan. ‘Nou, om eerlijk te zijn, die hebben we ook meegenomen.’ zegt Tom. ‘Waar is Kasimir dan?’ vraag ik. ‘Ooh, die loopt wel ergens buiten.’ zegt Tom. ‘Zullen we Scotty dan maar eens gaan uitlaten?’ vraag ik aan Bill en Tom. ‘Ja, goed idee!’ zegt Bill, die Scotty’s aan de lijn doet.
Als we eindelijk buiten zijn, samen met Scotty dus, lopen we naar het park. Gelukkig heeft Bill ook een tennisbal voor Scotty meegenomen, want Scotty werd opeens nogal wild.
Na een tijdje achter Scotty aangerent te hebben, gingen we weer richting huis. Het was namelijk al weer avond geworden.
Er zijn nog geen reacties.