Foto bij Hoofdstuk 7 - Elisabeth Bennett

Ik werd opgetild en Nicholas liep met mij in zijn armen weg.
'Dit loopt makkelijker voor beide van ons.' Ik wist dat hij gelijk had, maar wou eigenlijk niet toegeven aan mijn zwakte. Ik liet het toch maar toe.
'Waar gaan we naartoe?' vroeg ik hem.
'Een oude vriend. Waar het precies is kan ik je niet vertellen. Dat is tegen de regels in. Eigenlijk moet ik je zelfs blinddoeken, omdat de weg erheen je ook naar de plek zou kunnen leiden.We gaan wel een stukje sneller als dat we nu doen.' Toen hij dat zei begon hij ineens harder te rennen. Veel harder. De bomen begonnen voorbij te flitsen en voor ik het wist waren we al 100 kilometer verderop. Ik deed mijn ogen dicht en belandde in een soort van slaap. Ik kreeg nog wel wat geluiden mee, maar niet veel.
Toen er na een tijdje niks was gezegd begon Nicholas: hij zei dat ik mijn adem even in moest houden. Hij sprong in het water en het was redelijk koud. Ik hield mijn adem in en voor ik het wist waren we weer boven water. De temperatuur hierbinnen was aangenaam. Ik werd op zand gelegd en hoorde Nicholas tegen iemand zeggen om 2 kamers gereed te maken. Na enkele minuten kwam de vrouw terug
'Uw kamers zijn gereed. Volgt u mij alstublieft.' zei ze. Ik werd weer opgepakt en we liepen achter de vrouw aan. Ik had geen zin om mijn ogen open te doen, omdat het erg vermoeiend was. Het geluid van voetstappen galmde door de ruimte en het duurde niet lang of we stopten.
'Hier zijn u verblijven. Deze is voor de jongedame en de kamer ertegenover is voor u. Over enkele ogenblikken wordt u verwacht in de woonkamer van opperkoning Micajah.'
'Dankjewel Claire. Ik kom er zo aan.' zei hij tegen de vrouw die blijkbaar Claire heette. En toen liep ze weg. Nicholas opende de deur en liep de kamer in. Hij legde mij op een bed, dat erg groot en zacht was.
'Ik kom zo terug. Blijf hier maar rustig liggen. Je bent veilig hier.' zei hij tegen mij en stond op. Aan de deur leek hij even te twijfelen.
'Ik bedoel er niets verkeerds mee, maar zou je alsjeblieft in je kamer willen blijven tot ik terugkom?' vroeg hij, ik knikte zachtjes waarna hij de kamer verliet.

Toen die deur eindelijk weer openging, had NIcholas nog 2 anderen bij zich. Het meisje was duidelijk menselijk, haar aders leken extra duidelijk te kloppen ook al was ze behoorlijk rustig. De ander was een man, hij glimlachte vriendelijk, maar in zijn ogen was een bezorgde blik te zien.
'Elisabeth, dit is Micajah Thaddeus Benjamin, opperkoning van ons volk.' zei hij met een glimlachje naar de man. Hij maakte een lichte buiging voor me.
'ehum, ook hallo.' mompelde ik hees, mijn keel brandde door de aanwezigheid van het meisje nog erger dan daarvoor.
'Dit is Nancy, ze komt het vuur in je keel blussen.' zei Micajah, waarna het meisje op de rand van het bed kwam zitten en haar haren uit haar hals en schouder wegnam. Ik keek als verslaafd naar de aders, naar het bloed dat klaar leek om rond te spatten als het me daarmee kon pesten.. ik voelde mijn tanden groeien. Ik keek bang op naar Nicholas. Had hij niet gezegd dat hij me zou helpen? Had hij dat niet beloofd?
'Ik denk dat dit een betere oplossing is dan je moeder, Elisabeth.' zei hij zacht. natuurlijk, maar daar hoefde dit meisje niet voor te betalen.
'Ze is het gewoon..' zei Micajah toen hij mijn twijfel opmerkte. Nancy draaide zich naar me om en glimlachte.
'Doe nou maar gewoon, het is lastiger om het te blijven negeren...' zei ze nog steeds erg rustig...

Reageer (2)

  • BOOKWURM

    Whutt ? Confused

    1 decennium geleden
  • Tyche_

    SNEL VERDER!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen