Foto bij 8 Clove

Oaria hees me in mijn outfit voor in de arena. Die bestond uit een bruine vuurvaste en waterdichte broek, een rood shirt, een zwart leren jack en een rode jas. Het shirt en de jas waren van een speciale stof gemaakt, vertelde Oaria. Als het warm was hield het je koel, als het koud was hield het je warm. Je kon maar beter op alles voorbereid zijn, want niemand, behalve de makers van de arena en de mensen die daarbij betrokken waren dan, wist hoe de arena eruitzag. En als het eruitzag als een woestijn, hoe warm het ook leek, hadden de spelmakers zoveel invloed dat ze het meer als vijftig graden Celcius konden laten vriezen. En dat gold ook andersom, als de arena eruitzag als een barre ijsvlakte, konden ze het warmer maken dan veertig graden, zonder dat het ijs smolt. Ook werd er vaak gebruik gemaakt van een techniek die de flipper-techniek genoemd werd. Daarbij was het overdag verschrikkelijk heet, en s' nachts ijzig koud. Ik was wel benieuwd hoe de arena eruit zou zien. Ik hoopte op iets van bos, daarin kon je je makkelijk verstoppen, en als je stil was hoorden ze je niet aankomen. En het bevatte genoeg materialen om te overleven.
Er werd omgeroepen dat alle tributen plaats moesten nemen in hun buizen, en ik liep naar de glazen koker die ze bedoelden. Ik opende de deur en nam plaats op het vlak. Je moest ook niet heel dik zijn, zeg. Dan kwam je de arena niet eens in. Oaria nam afscheid, ik bedankte hem en de deur sloot. Terwijl ik naar hem glimlachte begon het voetstuk te bewegen en ik werd naar boven geduwd. Boven mij vouwden twee stukken metaal opzij en ik zag de buitenlucht. Ik keek naar boven en toen kwam ik met mijn hoofd boven de koker uit. Goddank, het was een bos. Ik keek om me heen tot ik goed op mijn voetstuk stond, en wilde er al afstappen. Ik bedacht me net op tijd. De grond rond de voetstukken lag vol met mijnen. Als je van je voetstuk afstapte voor ze bij nul waren en er een hoorn klonk, werd je opgeblazen. De mijnen waren heel gevoelig. Er was een keer een meisje geweest, die had als aandenken aan thuis een soort kraal meegenomen. Die had ze laten vallen toen ze op haar voetstuk stond, en ze hadden haar met een plamuurmesje van de bodem af kunnen schrapen. Mijn aandenken had ik door toeval meegenomen. Het was een hangertje in de vorm van een mes, die Cato me had gegeven toen ik het moeilijker had. Ik had hem altijd bij me, maar ik had hem per ongeluk bij Cato laten liggen de laatste keer. De dag voor de boete moet hij hem in mijn broekzak gestopt hebben. Hij kwam door de keuring, en ik had hem nu om mijn nek, aan een onzichtbaar draadje. Niemand hoefde er van te weten, behalve Cato en ik. Voor zover ik wist was er maar één aandenken niet door de keuring gekomen, dat van Glimmer. Het bleek dat er, als je hem een aantal keer omdraaide, er een giftige stekel uit kwam. Glimmer had beweerd dat ze niet wist dat de ring een wapen was. Ze werd niet gearresteerd, maar de ring werd wel in beslag genomen. Ik keek voor me. Daar lag de Hoorn des Overvloeds, en hoe dichter je bij de hoorn kwam, hoe betere wapens je te pakken kon krijgen. Ze waren aan het aftellen, en ik keek voor de laatste keer om me heen. Ik keek Cato recht in de ogen. Ik knikte, en hij knikte ook. We gingen dit samen doen.
Zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, één, nul. De hoorn klonk en ik sprintte van mijn voetstuk af. Ik rende richting de hoorn terwijl de eersten hun wapens te pakken kregen en de eerste doden vielen. Ik rende naar een gordel met messen die ik vanaf mijn voetstuk al had zien liggen. De jongen uit negen wilde Katniss vermoorden met een bijl. Nou, mooi niet, zij was voor mij. Ik gooide mijn mes in zijn rug en hij viel dood neer op de grond. Ik gooide nog een mes naar Katniss, die zij afweerde met haar rugzak. Nou ja, zij kwam later wel. Ik zou haar nog wel een keer zien. Ik rende terug naar de hoorn, waar Cato de jongen uit 6 op de grond had gegooid. Hij had een hakmes gevonden en gooide dat naar de jongen uit 10. Die viel dood neer. Ik rende naar het meisje uit 7, tackelde haar en Marvel duwde een speer door haar hart. Ik keek naar Cato en werd ijskoud van binnen; het meisje uit 4 had een bijl te pakken gekregen en stond op het punt die te laten landen op zijn hoofd. Ik gilde zijn naam en hij keek net op tijd om. Hij had een wapenstok in zijn hand en blokkeerde de bijl, en sloeg haar er daarna mee in haar maag. Hij gooide haar tegen een paar kratten. Ze stond op en rende weg. Ik wilde een mes naar haar toe werpen, maar ze was al te ver weg en dat zou geen zin meer hebben. Dus ik rende terug naar de Hoorn, en gooide messen naar een meisje uit 10. Haar armen en benen zaten onder het bloed en ze viel op de grond. Ik keek naar Marvel.
"Is ze dood?" vroeg ik. Hij schudde zijn hoofd en gooide een speer in haar borstkas.
"Nu wel," antwoordde hij. Cato had ondertussen de jongen uit 4 vermoord, en zag Glimmer op de grond liggen. De jongen uit 6 stond op het punt haar te vermoorden, en Cato duwde hem weg, om hem vervolgens neer te steken met zijn hakmes. De meeste tributen waren bij de hoorn verdwenen of dood. Het kanon ging twaalf keer af, de helft van de tributen was al omgekomen. Ik keek naar Cato. Hij zag er prima uit, had alleen een paar krassen, maar was niet gewond. Glimmer bedankte hem naar mijn idee iets te hartelijk; ze zoende hem op zijn wang onder luide bedankjes. Goed, wij hadden de Hoorn. Ik keek rond, overal lagen lijken.
"We kunnen maar beter het bos ingaan, want ze zullen zo de lijken wel komen ophalen," zei ik. De rest knikte instemmend en we liepen de hoorn in voor wapens en wat proviand. Toen renden we richting de bossen.
Beste Katniss Everdeen, de jacht is geopend.

Reageer (1)

  • Dagonryder

    dit is super cool

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen