9 april 2011 - 20:08

Vandaag liep ik in mijn eentje op de Meir winkeltjes af te struimen. Geweldig in het zonnetje. Als je alleen bent dan denk je veel meer na. Of eigenlijk ook weer niet. Ik heb enige momenten gehad dat ik in mijn gedachten zei: Erica stop, zo mag je niet denken! Je kent ze wel, oppervlakkige momenten. Ik liep zo bijvoorbeeld een man tegemoet. Hij was druk bezig met uitpakken tegen zijn twee vrienden. Grote zonnebril, lucht shirtje, lang bruin haar. Dat viel nog mee, maar toen hij me naderde, dan gaat je kleur meteen weg. Zijn hemd was langs boven open en er kwam een gigantische bos haar tevoorschijn. Gatverdamme. Je kan dan niets anders doen dan naar de andere kant kijken. Meteen na die gedachte haatte ik mezelf even. Zoiets zeg je niet, en denk je ook het liefst niet. Wie weet wat denken ze van mij wel niet. Hoe graag ik ook wel niet hem enig kledingadvies wou geven, liep ik door.

Ik heb zulke momenten niet vaak. Alleen als ik iet wat slecht gezind ben. Dan kom ik soms nogal pessimistisch over en heb ik overal kritiek op. Maar ik weet dat iedereen dat wel eens heeft. Hoe vaak liep jij al niet met een vriendin op straat waarbij je achter iemand anders zijn rug zit te gniffelen vanwege die ene pukkel of modefout? Ik weet van mezelf dat ik zoiets ook veel sneller zie wanneer ik met een vriendin ben.

Wat ik nog haat aan deze oppervlakkigheid is niet enkel dat je jezelf erop betrapt –terwijl je zelf niet wil dat een ander zo over je praat–. Ook dat je dan over jezelf gaat nadenken. Ik geef een voorbeeld. Je ziet iemand waarvan haar panty aan het scheuren is. Gegarandeerd dat je meteen bij jezelf gaat checken. Ik heb dit al vaker meegemaakt en ik vraag dan steeds aan een vriendin om even te checken. Het zou anders maar gênant zijn. En dan besef je weer hoe oppervlakkig het was dat je aan jezelf dacht. Het is op dat moment gênant voor die ene meid. Ik wil dan altijd terugdraaien om dat te zeggen, maar dan is de persoon in kwestie wonderbaarlijk genoeg altijd weg. Ik blijf achter met een schuldgevoel.

Als tegenargument kun je zeggen dat de persoon dat niet van een vreemde wil horen. Ik wil dat even ontkrachten. Stel jij loopt in een drukke straat. Je wordt vreemd aangekeken. Dan wil je toch weten wat er mis is? Als je dan geen vriendin hebt om het te controleren, is het vriendelijk van een vreemde om het te vertellen. Dan weet je de oorzaak en kun je het zo snel mogelijk recht zetten.
Het is misschien gênant om het van een vreemde te horen, maar ik hoor het liever van een vreemde dan het pas te merken als het veel te laat is.

Je hebt natuurlijk ook nog andere oppervlakkige opmerkingen. Opmerkingen waarover jij jezelf totaal niet schuldig kan over voelen. Zo zag ik vandaag op de bus een volwassen man met zijn kinderen. De man was recht voor de neus van zijn kinderen –ongeveer rond de 6-7-8 jaar– energydrink aan het drinken. Persoonlijk vind ik dit niet kunnen, zo voed je geen kinderen op. Als kersje van de taart nam hij kauwgom. Zijn kinderen mochten niets. Heel de rit was hij asociaal aan het kauwen. Het was zo degoutant dat ik mijn eigen kauwgom heb weggegooid. Na het zien van zijn gehele mond was mijn trek over. Zat ik niet zo ver van hem af, had ik hem zijn kauwgom afgepakt. Gatver.

Oppervlakkigheid of niet, soms weet je niet wat je er mee doen moet.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen