Foto bij *21*

‘Molly?’ een hand op mijn voorhoofd doet me langzaam mijn ogen openen. ‘Aly?’ mijn beeld is vaag. Het enige dat ik zie is een vrouw die naast me neer is geknield. ‘Aly je bent terug’ tranen banen zich een weg over mijn steenkoude wangen. ‘nee, het is Natasha’ ik knijp mijn ogen dicht. Aly is er niet meer. ‘kan je staan?’ een andere stem. ‘Tony! Denk je echt dat ze kan lopen’ gromt Natasha. Ik kom langzaam een stukje omhoog. ‘je ziet er niet uit’ even kijk ik naar Tony. ‘wat dacht je dan, dat ik er nog even goed uit zou zien voordat ik in elkaar geslagen was?’ alles doet pijn en ik voel nu pas mijn bloed op mijn gezicht kietelen. Fijn, niet alleen had ik een bloedneus en gespleten lip. Ik had blijkbaar ook een scheur in mijn wenkbrauw en het zou me niets verbazen dat ik een blauwoog had. ‘ik durf te wedden dat ze nooit meer iets doen’ de stem van achter me klinkt alsof hij heeft gerend. Ik wil me omdraaien maar mijn hoofd draait gelijk. Ik grijp hem vast en grom. ‘je hebt waarschijnlijk een hersenschudding’ ik kijk op naar Tony. ‘denk je?’ hij haalt zijn schouders op. ‘Tony, zo te zien is ze niet dood, en kunnen we weg’ Natasha staat op en loopt naar Tony. ‘jullie laten me hier alleen?’ vraag ik verbaast. Tony zet zijn handen in zijn zij. ‘misschien wel ja, het is note bene je eigen schuld dat je in elkaar geslagen bent’ ik bijt even op mijn kaken. Natasha zucht diep. ‘Steve brengt je naar huis’ ik trek mijn wenkbrauw op. Steve? Wacht eens. Voor ik me kan omdraaien wordt ik op mijn voeten getild. Een bekende geur dringt door. ‘kan je zelf lopen of heb ~’ Steve had me los gelaten en gelijk begeven mijn knieën het. Snel pakt hij mijn arm vast en legt hem om zijn schouder. ‘blijkbaar niet’ voor ik er erg in heb heeft hij me in zijn armen en lopen we richting mijn huis. Om de paar minuten zak ik even weg. Als uiteindelijk stopt het rustgevende tempo en kijk ik op. ‘ik heb ergens een sleutel’ mompel ik. Steve zet me op mijn voeten maar houd me nog steeds overeind. Als ik eindelijk de sleutel heb gevonden helpt Steve me de deur te openen en zet me uit eindelijk op de bank neer. ‘ik zal je graag wat aanbieden, maar ik weet niet wat je lekker vind of wat ik heb’ mompel ik zacht. Mijn hoofd doet pijn en ik had het gevoel alsof ik overreden was. Steve grinnikt even en loopt naar de koelkast. Hij geeft een stuk vlees aan en wijst op zijn oog. Ik begrijp de hint en leg het stuk tegen mijn oogkas. ‘ik dacht dat jullie me meer in de gaten hielden’ Steve blijft naast de bank staan. ‘deden we ook, maar we mochten niet in grijpen’ ik wil boos worden maar de pijn is te erg. ‘ik blijf vannacht hier, om er voor te zorgen dat je oké bent’ ik wil er tegen in gaan maar bedenken me dat het waarschijnlijk beter is. Niet veel later had Steve me naar mijn bed geholpen, het viel me mee dat hij in mijn slaapkamer durfde te komen. Te bedenken dat hij van vroeger is en het niet heel normaal was in die tijd.


Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen