Hoofdstuk 3
(Uit Carlisle's ogen)

De volgende ochtend was ik vroeg van huis gegaan om naar Esmé te gaan.
Toen ik op de rand van haar bed ging zitten,werd ze direct wakken.
Ze schrok een beetje,maar luchtte op toen ze mij zach.

'Heb je goed geslapen vannacht?"

Esmé knikte.
Ze leek een beetje verlegen te zijn,maar dat vond ik niet erg.
Ze ging zitten,en keek me aan.

'Dr.Carlisle,heeft u iets te eten voor me?"vroeg ze zacht.

Ik glimlachtte.
'Je,mag me ook gewoon Carlisle noemen hoor (Als je dat wilt)'.
'En,tuurlijk,ik heb nog wel wat,brood,of soep en nog veel meer'.

Esmé dacht even na.
Dat leek za lief...wat!
Waar ben ik nu weer over aan het nadenken!

Ik stond op,en liep naar de deur.

'Eh...Dr-...ik bedoel,Carlisle,ik heb nog helemaal niks gezegt'.zei Esmé vanuit haar bed.

Ik draaide me om.
Ik was nogal in de war.

'Eh..ja ,natuurlijk'. Wat wil je hebben?'

'Heeft u ook een commetje groentesoep?'

'Jawel,tuurlijk heb ik dat'.
'Ik ga het meteen halen'.

Zonder om te kijken liep ik door de deur opening.


(Uit Esmé's ogen)

Waar had hij last van?
Hij klonk zo verward.
En...hij zag er zo jong uit,misschien wel net zo als toen ik hem vroeger heb gezien.
Dat was wreemd.
Plots voelde ik een lichte steek in mijn buik.
En het werd steeds erger.
Wat is er allemaal aan de hand?
Heb ik nog maar 24 uur te leven ofzo?
Eigenlijk was mij doel ook om me zelf af te maken,maar sinds ik Carlisle persoonlijk echt heb ontmoet,voelde alles ineens weer anders.

Een paar seconden later stond Carlisle weer voor me,met een kop soep.
Wow,dat was snel! dacht ik.

'Asjebliefd'.

Hij pakte een specialen rek om voor me aan het bed vast te zetten,zadat ik een tafeltje voor me had.
Dat was best handig.
Ik keek in mijn kom.
De soep zag er raar uit,maar misschien was het wel super lekker.


(Carlisle's ogen)

Ik keek even toe hoe ze aan het eten was.
Het zag er zo leuk uit.
Maar toen keek ze me aan vanuit haar oog hoeken.

'O,sorry'.zei ik.

Ze ging verder,en ik liep naar de achterkant van de zaal,en bekeek wat schilderijen.
Naast me zag ik dat er nog een patiënt lag.
Het was een man,die diep in slaap lag.
Ik keek toen weer naar Esmé,die nog steeds rustig aan het eten was.


Toen ze klaar was met eten,liep ik naar haar bed toe,en zette de kom op een kastje dat naast haar bed stond.

'Weet je eigenlijk waar ik wel nieuwschierig naar ben".begon ik.

Esmé keek me aan met een vragende blik.

'Als je het niet wilt vertellen dan hoeft het niet hoor'.
'Maar...waarom sprong je van die klif?"

Esmé slikte diep.
En ze wist zo te zien niet waar ze beginnen moest.

'Rustig maar,als je het niet wilt dan hoeft het heus niet'. ik legte mijn hand op haar schouder.

Ik voelde dat ze trilde. Ik had medeleiden me haar.

'Nou...begon Esmé.
'Ik ben...was getrouwd met een man'.
'M'n ouders dwongen me om met hem te trouwen'.
'Eigenlijk mocht ik hem totaal niet'.
'En sinds de tijd dat we samen woonden,sloeg hij me elke dag'.
'Ik mocht niets...zelfs het huis niet uit'.

Haar stem begon een beetje te trillen.

'Maar toen ik op een dag merkte dat ik zwanger was,verliet hij me'.
'Sinds dien heb ik hem nooit meer gezien'.
'Maanden later,toen de baby geboren werd...hij was zo lief'.

'Een hij?"vroeg ik.

'Ja,een hij'.
'Ik had nog niet eens de tijd gekregen om hem een naam te geven,toen hij...

Nu begon ze te snikken'.
Ik ging verder naast haar zitten,en sloeg mijn arm om haar heen.

'Hij overleid'.ging Esmé met moeite verder.
'Daarom ben ik van een klif gesprongen'.
'Ik had niks meer om voor te leven'.

Ze zuchtte,en keek me aan.

'Dus dat betekend...dat jij mij gerred hebt?"

Ik knikte,en keek naar mijn voeten.

'Dankje'.
Ze omhelsde me.





De volgende ochtend,kwam ik nogmaals bij haar zitten.
Ze lag te slapen. Dus ik gaf haar een voorzichtig duwtje.
Maar ze werd niet wakker.
'Esmé,word wakker'.zei ik zacht.
Ik gaf haar nog een duwtje.
'Esmé?' Word nou wakker.
Ik voelde aan haar pols.
Onee,een erg zwakke hart slag.
'Esmé?' Asjebliefd!'
'Word nou wakker!'
Ik kreeg een akelig gevoel in me.
Alsof ik iemand aan het kwijt raken was.
Ik probeere haar te reanimeren,maar er kwam geen beweging in.
'Esmé,toe,ga nog niet!' Ik wil je nog niet kwijt!'

Maar toen kreeg ik die gedachten weer.
Die bekende...van wat bij Edward gedaan heb.

Ik keek om me heen. De patiënt sliep nog,en er was geen dokter te zien.
Langzaam ging ik met mijn gezicht ik haar nek,en beet erin.
Het bloed van een mens drinken was ik niet meer gewend.
Het smaakte zo...raar.
Toen ik het idee kreeg dat ze leeg was,voelde ik nog een keer aan haar pols.
Haar hartslag werd zachter,zachter,zachter en het stopte meteen.
Het was geen fijn gevoel om haar dood te voelen gaan,maar dit was de enige manier om haar te redden.
Ik keek naar haar gezicht,dat nu spier wit was.
Op het eerste gezicht leek het best raar,maar ik moest wel.
Ten eerste moet ik een manier zien te vinden om haar hier weg te krijgen.
Als andere dokters naar haar gaan kijken,voelen ze dat ze dood is,en de transformatie durt minstens drie dagen.
Ik tilde haar voorzichtig op,en liep naar het dichtst bijzijnde raam dat er was.
Ik kroop er door,en met een flits op volle snelheid,rende ik het bos in,opweg naar mijn huis.

Reageer (2)

  • Arolovesbella1

    hoi, dit maakte me verdrietig. Vooral het stukje waar ze dood ging. Dit is de ena beste dood na james bond van no time to ide.. opes spoiler

    2 jaar geleden
  • Tyche_

    SNEL VERDER!!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen