Spot the references.

25 december 1996
Grote Zaal, Zweinstein


De Grote Zaal was versierd met wel duizend glinsterende slingers in goud en zilver en brons. Er stonden kerstbomen die Hagrid een aantal dagen eerder zonder al te veel moeite naar binnen had gesleept, waarna professor Banning en professor Anderling ze magisch versierd hadden in alle kleuren van de regenboog. De Afdelingsspoken droegen kerstbelletjes in de kleuren van hun afdeling, hoewel de meeste kleur al eeuwen geleden uit de versieringen was weggevaagd.

Toch konden alle prachtige kleuren en kerstversieringen Draco niet opbeuren. Dat kon niets meer, al een paar maanden niet. Tijdens de eindeloze buffetten kon hij niets anders doen dan voor zich uit staren. Het was zelfs Pansy opgevallen dat hij minder was gaan eten en dat zijn wangen ingevallen waren. Het was niet eens opzettelijk. Hij was gewoon niet met zijn gedachten bij het eten, zelfs als de heerlijkste maaltijden vlak voor zijn neus stonden.

Het was die stomme Perkamentus. ’s Nachts doemde hij op in Draco’s nachtmerries, waarin zijn grijze, vertrouwde ogen naar hem keken, glimlachend als altijd. Ze waren nooit beschuldigend, hoewel ze altijd alles wisten. Soms veranderden ze van kleur. Eerst werden ze groen, daarna doorliepen ze de hele regenboog tot ze rood als vuur wegbranden en zijn hele lichaam meenamen in de vlammenzee. Nog altijd glimlachend viel hij neer, tot hij niets meer was dan een zwart restje as.

En dan was er nog Sneep. Zijn ogen leken het tegenovergestelde van die van Perkamentus. Ze waren immer duister en hadden nooit ook maar een sprankje hoop of liefde in zich. Ze leken altijd op hem neer te kijken, te controleren of hij niets verkeerd deed. Zijn priemende ogen waren nog erger dan die van het schoolhoofd wanneer ze in zijn dromen voorkwamen. Ze keken hem gekwetst aan, terwijl hij niets gedaan had dat hem niet zou kunnen aanstaan. Integendeel: hij probeerde juist altijd om te doen wat Sneep wilde, al was het maar om zijn ouders te bewijzen dat hij meer waard was dan ze dachten; dat hij alles kon. Die donkere ogen brandden niet, maar waren ijskoud. Ze straalden niet, lachten niet, leken niets dan gepijnigd te zijn. Zelfs wanneer Sneep’s lange mantel in vuur en vlam stond, bewoog hij zich niet. Hij bleef Draco aankijken, alsof alles zijn schuld was. En dan, vlak voordat Draco wakker werd, badend in het zweet, zag hij een klein sprankje in zijn ogen. Het leek net een minuscule patronus die door zijn ogen huppelde.

Draco kon het niet. Hij wilde zo graag bewijzen dat hij het kon, maar hij kon het niet. Het feit dat het kerst was maakte alles alleen maar erger. Terwijl alle andere studenten zich bezighielden met de sneeuw en het eten en de streken die de broertjes Wemel uithaalden, was hij ertoe gedwongen om moordplannen te bedenken. Hij ging overdag naar de klaslokalen en viel ’s avonds in de kerkers in slaap, maar met zijn hoofd was hij altijd ergens anders. Thuis, bij zijn ouders, of in zijn stamcafé in de Verdonkeremaansteeg. Of misschien zelfs in de bergen met iemand van wie hij echt hield.

Ergens, maar niet hier.

Reageer (1)

  • Delic

    Spot the references.

    Challenge accepted.
    in alle kleuren van de regenboog.

    All my OTP's in a tree.
    h-o-m-o-s-e-x-u-a-l-i-t-y
    hele regenboog to

    Ha.
    Soms veranderden ze van kleur. Eerst werden ze groen, daarna doorliepen ze de hele regenboog tot ze rood als vuur wegbranden en zijn hele lichaam meenamen in de vlammenzee. Nog altijd glimlachend viel hij neer, tot hij niets meer was dan een zwart restje as.

    Love it (:
    Het leek net een minuscule patronus die door zijn ogen huppelde.

    Ha. (de ha's waren referenties I guess) in ieder geval sakldjflksadjf

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen