Foto bij Hoofdstuk 72

Haaaaii,

weer een nieuw hoofdstukje <3
Als er trouwens nog vragen zin mogen jullie die altijd stellen ^^
Et mogen vragen over het verhaal zijn, maar ze mogen ook aan mij zijn..
Nou I hope you like it ^^

Dit is trouwens gwn weer vanuit luce xD

De beelden van Krinkel met het hoofd van Volmort op zijn achterhoofd, laten me niet met rust. Ze flitsten steeds voorbij, met beelden van mijn ouders die vermoord worden. Terwijl ik me dat zelf niet kan herinneren. Het is een groen flits, een gil die door merg en been gaat en een doffe klap. Waarschijnlijk van een lichaam die op de grond valt. Ook Albus zie ik vermoord worden, groene flitsen, ijselijke gillen, vrolijk zwaaiende mensen alles komt voorbij. Alles lijkt zo echt, dat ik echt en niet echt niet meer uit elkaar kan halen. Uiteindelijk val ik in een diep koud meer, waar ik niet meer uit kan komen. Mijn hoofd valt steeds dieper onder water, ik krijg het koud en ik kan geen adem meer halen. Ik spartel en ik zwem en ik gil en ik schreeuw, maar helemaal niets helpt. Plots hoor ik een stem. Ik kan de stem niet plaatsen, ik weet niet van wie hij is en ik kan er geen gezicht bij plaatsen. ‘Wat gebeurt er? Luce alsjeblieft wordt nou toch wakker,’ dat is het enige wat ik hoor. Het lijkt een jongens stem , maar na alles wat ik gezien heb weet ik dat niet eens meer zeker. Ik voel een harde koude grond, ik weet niet wat het is maar mijn hoofd doet zeer. Ik hoor nog meer stemmen en gemompel. Ik voel handen onder mijn rug en dan weer iets zachts. ‘Wat is er nou toch allemaal aan de hand?’ Weer dezelfde jongensstem. ‘Wie ben je?’ Probeer ik over mijn lippen te krijgen, maar het lukt niet. Ik hoor het alleen in mijn hoofd. ‘Harry,’ zegt die stem, die blijkbaar afkomstig is van ene Harry. ‘Hoor je me?’ Vraag ik dit keer in mijn hoofd, omdat dat de vorige keer ook goed ging. ‘Nee anders geef ik toch geen antwoord,’ is Harry’s antwoord. Ik glimlach, of ik denk dat ik dat doe. ‘Ken ik jou?’ Vraag ik weer. ‘Ja we zitten samen op school. Op Zweinstein.’ ‘Zweintstein?’ Het is een tijdje stil en ik hoor een vaag gemompel, maar ik kan de woorden en stemmen niet plaatsen. Ik krijg geen antwoord meer. Ik dwing mezelf bijna mijn ogen open te doen, maar het lukt me niet. ‘Kom op Luce, dit kan je best,’ spreek ik mezelf toe. ‘Ik weet dat je het kan.’ Daar is Harry weer. Ik slaak een kreet en dan wordt alles langzaam scherper. De kamer waar ik ben herken ik niet, de mensen die bij me zitten er ken ik niet. Ik herken helemaal niets. ‘Luce je bent wakker,’ een opgeluchte stem laat me opschrikken. Als ik zoek naar de bijhorende persoon, kom ik uit bij een oude man met een lange baard. ‘Hoe kent u mijn naam?’ Vraag ik verbaast. Zijn vrolijke gezicht, gaat over naar bezorgt. ‘Herken je me niet meer?’ Vraagt hij me zacht. ‘Zou dat moeten dan?’ Vraag ik en ik kijk om me heen. ‘Wie zijn dit allemaal? Waar ben ik? Wat is er gebeurt? Er klopt hier iets niet,’ ik ratel aan een stuk door, tot een warme hand me tot stilte maant. De warme hand komt me bekent voor. Ik kan het niet plaatsen en dat frustreert me. Ik pak zijn hand vast en staar er naar. De ringen komen me zo bekend voor, alsof ik ze eerder al gezien heb. Ik frons diep en staar de oude man aan. ‘Hoe heet u?’ Vraag ik dan. ‘Albus, Albus Perkamentus.’ Ik schud mijn hoofd. ‘Het spijt me,’ fluister ik. ‘U komt me zo bekend voor, maar ik kan het niet plaatsen.’ Albus Perkamentus wilt iets gaan zeggen, als er een vrouw met blonde krulletjes aan komt lopen. ‘Ah ze is eindelijk wakker,’ zegt ze opgewekt. ‘Maar het is niet goed Poppy,’ zegt Albus Perkamentus somber. ‘Ze herkent niemand meer.’ Fronsend staart ene Poppy me aan en ik kijk verlegen naar mijn handen. Aan mijn handen zitten ringen, die me vaag bekend voorkomen maar die ik nog steeds niet kan plaatsen. ‘Ik denk dat je dingen mee moet nemen, die ze vaker al gezien heeft. Misschien dat herinneren dan weer terug komen.’ ‘Vroeger deden we dat ook altijd, als ze iets wilde weten,’ mompelt Albus Perkamentus. ‘Dan vroeg ze altijd of het echt of niet echt was.’ Vroeger, echt of niet echt, langzaam begint er een belletje te rinkelen. ‘Pappa!’ Roep ik uit. Mijn vaders gezicht klaart meteen helemaal op. Hij loopt naar me toe en omhelst me stevig. ‘Je herkent me weer,’ fluistert hij.

Reageer (2)

  • Page394

    Dat is erg als ze hem niet meer herinnerde! Maar ik vind het weer supermooi geschreven en snel verder!!
    XXxxxxxxxxxxxx(flower)(flower)

    1 decennium geleden
  • dineniel

    echt te mooi
    moet erg zijn als vader dat je dochter je niet herkent
    en weer tranen in mijn ogen
    even een paar vraagjes:
    -lievelingskleur?
    -lievelingskarakter harry potter?
    -hou je van lord of the rings en the hobbit???

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen