Foto bij Direction 19.

Harry Edward Styles.

Ik slofte maar wat rond in het doolhof. Ik snapte eigenlijk niet wat het nut hier van was. Ik liep voor de zoveelste keer weer een weg in. Ik had het gevoel dat ik overal al een keer was geweest en nu gewoon rondjes was aan het lopen. Wie weet deed ik dat ook wel. Ach ja het maakte me niet zoveel uit, zolang ik hier maar snel uit kwam en niemand anders tegen kwam. Helaas gebeurde dat niet. Ik zag iemand voor me staan en versteende. Ik had het gevoel dat ik die persoon kon. Hij keek angstig om het hoekje.
‘Louis?’ vroeg ik verbaasd. Louis sprong een stukje de lucht in en draaide zich geschrokken om.
‘Ohw jij bent het’ zuchtte hij opgelucht.
‘Wat doe jij hier?’ vroeg ik nog altijd verbaasd. Het was eigenlijk wel een domme vraag maar ja.
‘Ssssst!’ fluisterde Louis streng terwijl hij zijn vinger op zijn lippen legde.
‘Waarom moet ik stil zijn?’ vroeg ik verward. Hij keek me even streng aan en trok me tegen de heg aan.
‘Au! Louis!’ schreeuwde ik kwaad.
‘Er zit daar misschien iemand’ fluisterde Louis bijna onhoorbaar.
‘Wat?!’ schreeuwde ik verbaasd uit. Slim Styles, slim. Ga vooral schreeuwen dat werkt.
‘Er zit daar iemand’ fluisterde Louis nog een keer terwijl hij om het hoekje wees. Ik kreeg een koude rilling over mijn rug. Ik had twee opties:
Of Louis helpen en hopelijk de persoon achter de heg vermoorden, of heel hard weg rennen. Mijn hersenen zeiden dat ik moest rennen en maken dat ik weg kwam, maar mijn hard protesteerde. Ik besloot maar om Louis te helpen en ging naast hem staan. Af wachten of de persoon ons had gezien en nu onze kant op kwam of dat hij door liep en we hem hopelijk nooit meer terug zagen. Ik wachtte gespannen af, en net toen ik dacht dat de persoon door was gewandeld sprong hij opeens te voorschijn. Ik staarde hem geschrokken aan en stond aan de grond genageld. De persoon sprong op Louis af en zonder erbij na te denken zette ik het op een lopen. Na een tijdje gerent te hebben liep de weg dood en ik stopte met rennen. Hoe kon ik zo stom zijn geweest. In een team moest je elkaar helpen in makkelijke tijden en in moeilijke tijden. Dit klonk een beetje als een huwelijk, maar misschien kon je het daar ook wel een beetje mee vergelijken. Je kon niet opeens een ander team in gaan en dus je teamleden bedriegen, dat kon ook niet in huwelijken. Zou Louis… Nee toch? Dat kon niet. Het mocht niet. Als Louis dood zou zijn… Dan was dat mijn schuld. Ik zou het mezelf nooit vergeven. Nooit.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen