Ik besloot dat het tijd was om de omgeving eens te gaan verkennen. Ik was daar de afgelopen weken veel te lui voor geweest. Vervolgens was ik wel gaan jagen in Canada. Ik ben raar. Ik liep een beetje random door het bos toen ik bij een rivier kwam. Ik dacht er verder niet over na en sprong er over heen. Al snel kwam ik op een strand uit. Het was lekker weer, voor deze plek op de aarde dan. Het was bewolkt, maar droog en nog steeds lekker warm. Nou ja, dat zegt niet veel, want voor mij was lekker warm iets heel anders dan voor mensen. Een stukje verderop was een groep jongens aan het klote. Toen ze mij in de gate kregen staarden ze me eerst aan en daarna verdwenen ze richting het bos, op twee na. Ze leken in discussie en ik probeerden me te concentreren op hun gesprek. "Seth, dit ga je niet menen toch?", zei een van de twee, half boos, half ongelovig. "Wat maakt het jou uit?", antwoordde de jongen die blijkbaar Seth heette. "Je weet wat de rest nu gaat doen, toch?" Op dat moment hoorde ik iets achter me. Een enorm wolf, nog groter dan ik, besprong me en ik dook nog net op tijd opzij. Ik flipte m een beetje en sprintte weg. Okay, wat was er mis met deze plek. Toen ik een beetje afstand had gewonnen kon ik iets helderder nadenken. Het waren wolven, meerdere zo te horen, en wolven konden niet klimmen. Nou ja, normale wolven, dus bij deze dingen moest ik het nog maar zien. Toch waagde ik het erop. Ik sprong de dichtstbijzijnde boom in. Ik had gelijk dat ze niet konden klimmen, maar ik kon hier ook niet blijven zitten. Ik sprong van top naar top, richting de rivier. Ik wist niet waarom, maar ik voelde me veilig toen ik de rivier over was. De wolven waren nu opeens met vijf en leken ruzie te maken. Uiteindelijk gromde de zwarte nog een keer naar me en verdwenen ze.

Seth Clearwater
"Je had geluk.", gromde Sam toen ik we bij Emily op de bank zaten. Ik keek naar de grond. Ik wist ook dat het niet klopte, maar ja, ik kon er ook niks aan doen. Nou een voordeel, ze mochten haar niks meer doen. Ik vroeg me af waar ze nu was. Ze zou hier zeker niet meer komen, ze was zich duidelijk dood geschrokken. Ik glimlachte bij die woordkeuze. "Luister, we moeten nog steeds de mensen beschermen...", begon Paul. "Zag je haar ogen niet, ze jaagt niet op mensen.", snauwde ik. "Relax.", zei Embry. Ik zuchtte. Ik moest en zou haar nog een keer zien.

Reageer (3)

  • Katalante

    Lovelyy (H)_(H)

    1 decennium geleden
  • Tyche_

    SNEL VERDER!!!

    1 decennium geleden
  • Sonyara

    spannend:D:D:D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen