Stervenswoud

Een meisje, rennend door het woud
De lucht zwart als een blinddoek, donker en kil
Ze voelde armen om haar heen, zo koud
Maar ze rende door, bleef rennen met al haar wil

De rivier voor haar was zo wild en breed
Ze was bang om naar de overkant te zwemmen
Opeens voelde ze een klap zo wreed
Alsof iets haar probeerde te remmen

Snel keek ze om zich heen, draaide rond
Bleef maar draaien, schreeuwend van verdriet
Totdat ze eindelijk haar adem terugvond,
Neerviel, en met een laatste snik de wereld verliet.

Reageer (3)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen