de groepen van zweinstein

wel 1000 jaar of meer gelee, mijn stiksels waren jong
leefden er 4 magiërs, hun faam gaat nog over ieders tong:
uit het hoogland, griffoendor,
schone ravenklauw, uit het bos,
goede huffelpuf, uit het groene dal
en zwadderich uit zompig mos,
ze hadden een wens, een hoop, een droom,
een plan vol vermetelheid:
hun kennis delen met jong talent, zo werd zweinstein werkelijkheid,
door de stichters werden rap 4 afdelingen opgericht,
want niet elk hechtte aan dezelfde deugd, ook een even groot gewicht,
wie door griffoendor verkozen werd, viel op door leeuwenmoed,
bij ravenklauw was schranderheid, het allergrootste goed,
bij huffelpuf was noeste vlijt tot kern der zaak verheven
en bij machtswellustig zwadderivh was ambitie t hoogste streven.
eerst scheidden ze hun groepen zelf, van de massa, en dat ging best,
maar wie wijst nu de uitverkorenen aan, nu van de stichters niets meer rest?
t was griffoendor die t antwoord wist, hij zette me haastig van zijn kop.
de stichters schonken me hersenen en droegen aan mij de keuze op,
dus zet me haastig op je hoofd, nog nimmer had ik het mis,
ik zie in een oogwenk wat je denkt, en roep wat je afdeling is!

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen