Het Pad

Ik loop, zonder haast.
Stapje voor klein stapje.
Maar ik zie twee paar voeten.
Het ene is van mij.
Het ander van jou.
Je loopt gelijk met mijn past.
Zet ook de zachte stappen op mijn pad.
Wanneer ik dreig te vallen heb ik jou.
En zou jij vallen, dan help ik je.
Ik hou je tegen, of help je uit de put.
Ons pad is bezaaid met herfstbladeren.
De goudbruine tinten en lichte regen.
Bomen met dorre bladeren en de geur van het bos.
Ons pad ligt vol sneeuw.
Koud en nat, wit en prachtig.
Met grijze wolken en sneeuwvlokken.
Feestverlichting en gezelligheid.
Ons pad staat vol bloeiende bloemen.
De geuren van de frisse wind.
Een zon die zwakjes door de wolken breekt.
En vogels die hun liederen fluiten.
Ons pad ligt bezaaid met warm zand.
Met een lach, en felle kleuren.
Feestelijke muziek en lange dagen.
Warmte en geluk.
Het is een pad vol ogen.
Ze zien ons, stuk voor stuk.
Op elk moment.
Ze hebben altijd een oordeel.
Maar of we zullen luisteren, dat weet niemand.
Onze ogen durven te dromen.
Durven zich in elkaar te verliezen.
Zoals onze handen dat al doen.
We durven te lachen, en te huilen.
Zwak te zijn, en sterk te zijn.
Want we lopen niet alleen.
We bewandelen dit pad samen.
Met dezelfde pas, hand in hand.
De toekomst tegemoet, zonder angst.
Maar met hoop, en onze dromen.
Momenten en herinneringen.
Kortom, alles wat we nooit zullen vergeten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen