Schoolgedicht 2: Dromen over een winter.

Het volgende gedicht wat ik op school moest schrijven, was tijdens kerst, het moest gaan over winter en de vergelijking met een winter waar men van droomt en in sprookjes ziet en hoe hij echt is tegenwoordig.

Mijn gezicht vervaagt
door mijn eigen adem.
Ik zie mezelf
langzaam verdwijnen.
Nu ik naar de vage vlek
als de werkelijkheid kijk:

Samenklonteren
zie ik de sterren,
die er niet echt zijn.
Als de boter in het deeg
die nu in de vorm van een taart achter me staat.
Het deeg van stralende verschijningen
krijgt een duidelijke vorm
de witte beer in de hemel brult
en de vlokken uit mijn herinneringen vallen naar beneden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen