Please, Don't Hate Me...

Story =3
Just read :P


haha XD
Lotte weet niet dat ik nu ff een hele doode quiz maak :P
maar ik heb geen zin om op mijn eigen acount in te loggen
dus zet ik het hier wel op ^^



-waarschuwing-
het is yaoi (man+man)
dus als je daar niet van houdt
moet je op het rode kruisje rechtsboven klikken (behalve als je een apple Mac hebt want dan is het een rood bolletje links XD)


~Made By Julia~
xx

Mogelijke uitkomsten

Sean (196 x uitgekomen)

Sean pov.
Ik rende naar de gammele schommel die aan een oude boom hing. Huilend zakte ik in elkaar op de schommel. Hoe had het zo ver kunnen komen? Waarom had ik gezegd dat ze hem moesten slaan? Hij had nooit iets misdaan. Het deed mij meer pijn om te zien hoe hij in elkaar geslagen werd door mijn vrienden, dan de pijn die hij zelf had door de klappen die van alle kanten kwamen. Hij was volledig hulpeloos geweest. Hij had geen kans gehad om iets terug te doen of om weg te rennen. En dat was mijn schuld.

Roze bloesemblaadjes vielen naar beneden, maar het maakte me alleen maar nog verdrietiger. Het was vandaag zo’n mooie dag geweest, eindelijk was het wat warmer. De hele lente hadden we bijna geen zon gezien, maar vandaag scheen de zon en was er een helder blauwe lucht.

Langzaam wiegde ik heen en weer met de schommel, het kalmeerde me een beetje. Ik kwam als kind hier altijd, de boom stond niet ver van mijn huis vandaan. Als ik van mijn ouders naar bed moest klom ik uit het raam, sprong op de grond en rende naar de schommel waar ik dan tot ‘s avonds laat bleef zitten. Een keer was ik op zo’n avond niet terug thuis gekomen, ik was tegen de boom aan in slaap gevallen. Mijn moeder was in de ochtend helemaal overstuur en ging me zoeken. Toen ze me eindelijk had gevonden, was ze zo kwaad dat ik een maand lang huisarrest kreeg. Mijn vader plaatste een soort slot op mijn raam zodat ik het niet meer open kreeg. Ik was boos dat mijn ouders me niet mijn gang lieten gaan, maar later besefte ik dat ze het deden uit liefde, ze wilden me beschermen.

Er rolde een dikke traan over mijn wang. Toen leefden mijn ouders tenminste nog. Toen konden ze me nog dingen verbieden en boos op me worden, zeggen dat ik dingen fout deed en het moest oplossen. Mijn ouders waren de enige mensen die van me hielden, nu ze weg zijn heb ik niemand meer. Alles was veranderd sinds het dodelijke auto ongeluk die een eind maakte aan het leven van mijn ouders. Ik moest naar een weestehuis en hopen op het moment dat er iemand langs zou komen om me mee te nemen. Ik heb jaren lang gewacht op diegene, maar hij kwam maar niet. Uiteindelijk was ik te oud om nog in het weestehuis te mogen wonen, dus moest ik naar een school waar ik zou kunnen wonen. Ik werd in een middelbare kostschool geplaatst die niet ver van mijn vroegere huis vandaan lag. Het deed me in het begin veel pijn als ik door de bekende straten liep. Op school was ik vreselijk bang en verlegen. In het eerste jaar werd ik zoveel gepest dat ik naar de schoolpsychologe moest. Ergens was het wel fijn om iemand te hebben die naar je verhaal luisterde en interesse in je toonde, maar ik was nog steeds bang. In het tweede jaar veranderde dat. Ik was niet meer het slagtoffer. Ik werd de leider van mijn eigen groepje vrienden. Nouja, vrienden? Nee, vrienden waren het eigenlijk niet. Het waren meer een soort volgelingen die alles voor me deden. We waren een soort straatbende. Het voelde voor mij als een soort overwinning, ik vond het geweldig om te zien hoe andere kinderen bang voor me waren.
Maar toen kwam er een vreemde jongen met lang zwart haar naar onze school, midden in het derde jaar. Hij werd in mijn klas geplaatst. De eerste les was hij net zo bang en onzeker als ik was geweest. Hij had zich fluisterend voorgesteld als Alex Beckett. Onze mentor wilde dat Alex en ik vrienden werden, en dwong ons om alles samen te doen. Ik had een afgrijselijke hekel aan hem, net als mijn vrienden, maar ik was gedwongen om in zijn buurt te blijven.

Ik werd uit mijn gedachtes gerukt door een zacht kreunend geluid. Wat was dat? Ik luisterde aandachtig naar alle geluiden uit mijn omgeving. In de verte hoorde ik een geit mekkeren, maar verder klonk alleen nog maar het zachte ruisende geluid van de wind. Niet helemaal op mijn gemak stond ik op van de schommel en liep ik wat heen en weer door het groene hoge gras. Wat als dadelijk iemand me zou vinden? Het was schooltijd dus ik spijbelde eigenlijk. Zenuwachtig liep ik sneller heen en weer. Opeens kwam ik op een idee. Als ik wat hoger zat kon ik verder kijken. Behendig klom in de boom in, toen ik behoorlijk hoog van de grond zat tuurde ik door de roze bloesem heen. Snel liet ik mijn blik over het hele veld glijden. Eerst zag ik niets bijzonders. Toen ik nog een keer rondkeek zag ik iets. Ik schrok en viel achterover uit de boom. Mijn hoofd knalde tegen een dikke tak maar verder bleef ik ongedeerd. Zodra ik op de grond lag sprong ik weer overeind en rende zo snel mogelijk naar hem toe.

‘Nee, nee, NEE! Dit is mijn schuld!’ schreeuwde ik tegen mezelf.
Daar lag Alex. Hij lag op zijn rug, bloedend in het hoge gras, zijn arm in een vreemde knik en zijn ogen gesloten. Snikkend zat ik bij hem op de grond.
Een traan van mij spatte op Alex’ gezicht.
Langzaam opende hij een oog.
‘Sean,’ kreunde hij zachtjes en zijn mondhoeken krulden iets omhoog.
‘Het spijt me,’ zei ik.
Een vreselijk schuldgevoel knaagde vanbinnen aan me. Alex opende zijn mond weer om iets te zeggen, maar hij trok meteen een pijnlijk gezicht.
Hij moet naar een ziekenhuis, en wel NU! Anders loopt het slecht met hem af, bedacht ik me.
‘Mag ik je optillen?’ vroeg ik zachtjes en ik keek Alex diep in zijn ogen aan.
Langzaam knikte hij en voorzichtig tilde ik hem als een bruid op, in de hoop dat ik hem niet nog meer pijn deed dan hij al had. Waarom heb ik hem dit aangedaan?
Zo snel als mogelijk was liepen we naar school. Ik kwam niemand tegen onderweg, dus ik moest wel helemaal naar school lopen.
Toen ik de ingang van onze school bereikt had begaven mijn benen het bijna. Net voordat ik in elkaar zakte was ik binnen. Een leerling zag ons en schreeuwde om hulp. Allemaal mensen kwamen aangesneld, ik zag niet wie het waren want alles om me heen werd wazig en begon rond te draaien.

‘Sean,’ fluisterde een prachtige melodieuze stem zachtjes.
Voorzichtig opende ik mijn ogen een voor een. Ik keek recht in het gezicht van een jongen met lang zwart haar, grijsgroene ogen en een bleke huid, hij kwam me ergens bekend van voor maar ik kon niet bedenken waarvan. Hij keek me aan met een bezorgde en bange blik in zijn ogen aan, net alsof ik een gewond monster was waarmee hij medelijden had.
‘Sean?’ fluisterde hij weer, maar nu was het meer vragend.
Opeens zag ik het beeld van een jongen met lang zwart haar, die gewond in mijn armen lag en onder het bloed zat, voor me.
Alex!
‘Alex, wat is er gebeurd?’ vroeg ik, en ik verbaasde me over mijn eigen zwakke schorre stem. Alsof ik dagenlang mijn stem niet gebruikt had.
‘Je hebt me bijna vermoord, en daarna mijn leven gered,’ mompelde Alex zachtjes.
Toen herinnerde ik me alles weer, van begin tot eind.
‘Het spijt me zo,’ zei ik zo zachtjes dat ik mezelf nauwelijks verstond.
Alex stond op van de stoel die naast mijn bed stond, en liep de deur uit. Hij was blijkbaar boos op me. Ik ging overeind zitten en keek de kamer rond. Mooi zo, ik lag in ieder geval in mijn eigen kamer. Snel sprong ik mijn bed uit en kleedde me om. Misschien kon ik Alex nog inhalen.
Zachtjes en krakend ging de deur van mijn kamer open, in de hal was niemand te zien. Ik gokte erop dat hij misschien buiten zou zijn.
Zonder dat ik het zelf echt doorhad liep ik naar de oude boom met de schommel. Als hij hier niet was kon ik in ieder geval even zitten. De roze bloesem dwarrelde langzaam naar beneden. Ik ging met mijn rug tegen de stam aanzitten en staarde wat voor me uit.
‘Wat is deze plek toch mooi,’ zuchtte ik in mezelf.
Er klonk wat geritsel achter me, maar ik nam niet de moeite om te kijken wat het was. Even later voelde ik dat er iemand naast me kwam zitten. Ik draaide mijn hoofd en zag dat het Alex was, hij had rode ogen van het huilen en zijn wangen waren nat. Een vreemd gevoel in mijn buik trok mijn aandacht, het voelde net alsof er duizende vlinders door mijn buik fladderden. Ik keek diep in de grijsgroene ogen van Alex. Er viel een bloesemblaadje op zijn natte wang. Voorzichtig veegde ik zijn tranen weg en pakte met mijn handen zijn hoofd zachtjes vast. Langzaam bewoog ik mijn hoofd naar hem toe en kuste hem. Meteen sloot ik mijn ogen. Alex’ hardslag versnelde, maar hij duwde me niet weg.
Zo zaten we samen. Alex en ik. Onder de oude boom met de gammele schommel.

(0 x uitgekomen)

Statistieken

Statistieken

Reageer (22)

  • Incerto

    dit is keimooi
    goed geschreven

    1 decennium geleden
  • xYouMeAtSix

    wow echt heel mooi snel verder!!!

    1 decennium geleden
  • Willibrord

    dit is een soort quiz verhaal?

    ik ben genept!!(flower)

    1 decennium geleden
  • Histoire

    je schrijft goed

    1 decennium geleden
  • Catmom

    aaahhh vet lief!
    vervolg aub?

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen

Wat wil je nu doen?