Ik zit achter in de auto bij mijn moeder, we zijn onderweg naar een kostschool. Mijn moeder had me al gewaarschuwd. Ik zei nog zo geen feestjes op de avond dat ik er niet ben! Ik kon het weer niet laten, maar ja dat heb je als je de beste feestjes van het dorp geeft. Gister avond was het een klein beetje uit de hand gelopen. Met een klein beetje bedoel ik dus heel er. Ik geef altijd feestjes en ze lopen altijd wel een beetje uit de hand maar deze keer was mijn moeder het zat. Zeker toen ze zag dat de dure vazen van mijn moeder kapot geslagen waren en dat de urn van mijn vader door heel de kamer heen lag.Nadat ik mijn moeder dronken heb uitgescholden was ze het zat. Morgen ben je weg! Riep ze. Ik ben eigenlijk zo geworden sinds de dood van mijn vader. Ik werd steeds agressiever en ging met de verkeerde mensen om. Nu is mijn moeder er klaar mee. Ik moet naar een kostschool. Zuchtend kijk ik naar de folder die mijn moeder me gegeven heeft. Het ziet er verschrikkelijk streng en ouderwets uit. Mijn moeder ziet dat ik naar het plaatje van het zwembad kijk. Je kan ook weer beginnen met zwemmen Maud. Ik kijk mijn moeder met een opgetrokken wenkbrauw aan. Je weet dat ik dat niet meer doe. Het is niets voor mij zeg ik. Hou toch op! Je hield van zwemmen! Elke zaterdag ging je met je vader naar het sport bad. Ik snap echt niet dat je er mee gestopt bent sinds zijn... Ja mam ik weet het nu wel houd maar op! Ik weet al hoe ze de zin af wilt maken en bij de gedachten krimp ik even in elkaar. Ik kan er nog niet over praten en dat wil ik niet. Het is nog maar een jaar geleden. Weer kijk ik naar de folder en sla een diepe zucht uit. We zijn er zegt mijn moeder net voordat ze stil staat met de auto. Ik doe de deur open en stap uit de auto. Ik kijk naar het gebouw, het is net een oude kerk. Daarna kijk ik om mij heen. Dan pas zie ik dat iedereen mij aan staat te kijken. Als ik naar het grasveld tegenover de kerk kijk zie een groepje mensen. Een iemand, een meisje met blond haar kijkt naar me. Ze tikt de jongen naast haar aan die op zijn telefoon zat te kijken en fluistert iets in zijn oor. Zijn hoofd schiet omhoog en zijn ogen ontmoeten de mijne. Ik kijk hem nu recht in zijn ogen aan en ik herken hem ergens van. Die Blauwe ogen, die heb ik eerder gezien. Van zijn ogen ga ik naar zijn gezicht, en dan pas merk ik dat ik aan het staren ben. Snel wend ik mijn blik af. Waar ken ik hem van? Maud kom je nog? Hoor ik mijn moeder geïrriteerd roepen. Ik kom! zeg ik gauw. Ik pak mijn koffer en loop gauw achter mijn moeder aan. Dit gaat niet lang duren... Het is hier veel te streng voor mij. Ik ga me gewoon heel erg misdragen en dan sta ik binnen een week weer bij mijn moeder op de stoep. No way dat ik hier blijf.

Hoofdstukken

Titel Nieuwste eerst Woorden Gelezen Aangepast
1 1038 56 6 jaar geleden

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen