'Klop - Klop'

Kimmy keek me bang aan. ‘En nu?’ Fluisterde ze. Ik slikte. ‘Geen idee, maar je hebt Alice gehoord. We moeten kalm blijven!’ Kimmy knikte. ‘Oke, ik ben kalm... Ik ben kalm... Ik ben kalm... ik ben kalm...’ De bel ging. “Drrrriiiing!” ‘Aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaah!’ Gilde Kimmy. Ik sprong over de zetel en drukte mijn handpalm tegen haar mond. ‘Sssttt!’ Siste ik. ‘Stil zijn!’ Kimmy knikte met bange ogen. ‘Oke, ik ben kalm... Ik ben kalm...’ Ik rolde met m’ n ogen en luisterde aandachtig. ‘Hallo - Pizzaboy!’ Hoorde ik iemand roepen. ‘Dat is waar ook..’ Fluisterde Kimmy. ‘Ik had een pizza besteld...’
Ik beet op mijn lip. ‘Hallo! Is hier iemand thuis!’ Kimmy draaide haar hoofd richting deur. ‘nee!’ Riep ze. Ik vloekte en sprong langs achter op haar en we rolden over de grond. ‘Zwijgen!’ Siste ik kwaad terwijl ik weer haar mond toekneep. Kimmy knikte en ik liet haar los. ‘Wacht gewoon even tot hij weggaat...’ En inderdaad een paar minuten hoorden hoe gedempte voetstappen zich verwijderden van het huis.
Na 5 minuten durfden we pas weer deftig adem te halen. ‘En nu?’ Fluisterde Kimmy. Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik heb echt geen idee. We moeten doen alsof Bella griep heeft...’ Kimmy trok haar wenkbrauwen op. ‘Ja, zo gaan we niet ver komen hoor!’ Ze had gelijk. ‘We moeten er ons gewoon uit zien te praten...’ Mompelde ik terwijl ik strak naar de deur keek. ‘Ja dat is het! Je stuurt ze gewoon naar die roedel weerwolven van je! Hun verdiende loon!’
Ik schrok. ‘Wat?! Niets van! Geen sprake van! We laten de roedel hierbuiten! Hun tijd komt nog wel.’ Kimmy beet op haar lip. ‘Ja misschien wel maar...’ “Drrrriiiing!’ We schrokken ons alle twee een aap. ‘Oh – oh...’ Mompelde Kimmy. Ik probeerde nog niet te panikeren en keek voorzichtig uit het raam. Ik slikte en vloekte toen ik de zwarte mantels zag. Er werd op de deur gebonsd. Ik haalde diep adem. ‘Ok Kimmy, je hebt me gehoord... Blijf kalm, en onthoud: Rosalie en Alice zijn onderweg...’ Kimmy knikte zwijgend.
Ik zuchtte en liep langzaam naar de deur. Er werd weer geklopt. Doodsbang draaide ik de sleutel om de trok de deur open.