Voor iedereen die hem maakt en ja
als je wilt dat ik je verwittig zeg dat dan even

[Aylin]
Na wiskunde loop ik zowat het lokaal uit, op naar Spaans. Als ik daar kom zie ik Jasper aan zijn bank achter me zitten. Maar dit keer met Alice, hij komt dus blijkbaar niet naast me zitten. Ik glimlach een keer naar ze en plots neemt een golf van ongelukkigheid het van me over. Hoe kan ik nu zo overdreven reageren als hij niet naast me komt zitten.
Ik ken hem niet eens, niet goed dan, zet het uit je hoofd Aylin. Het wordt niets, nooit niet, kijk naar hem hij is zo, zo knap en ik ben zo…, zo lelijk. Nu wordt ik triestig, maar plots door een of andere kracht wordt ik weer wat vrolijker.
Het is een zalig rustgevende liefdevolle sfeer, zo vertrouwd, net zoals gisterenavond.
[Jasper]
‘Jasper wat is er?’… ‘Jasper!’ ‘Het is zo raar ze, voelt zichzelf zo ongelukkig maar ik weet niet hoe het komt.’ ‘Ik wist het, je zit haar nu te beïnvloeden, juist hé?’ ‘Ja’ Alice wist toch wat er ging gebeuren, maar ik wil niet heel mijn toekomst al op voorhand weten.
Ik wacht wel af, zien hoe het loopt. Wel handig we zijn nu aan het fluisteren, maar geen kat dat het door heeft, soms is vampier zijn wel een voordeel. Ik let niet echt op en staar de hele tijd naar Aylin. Maar hoe moet ik dit nu aan pakken? Misschien weet Edward wel raad.
[Aylin]
De bel gaat en we mogen naar huis, ik zucht van opluchting en ga naar huis. Het huis is helemaal leeg en ik voel me eenzaam terwijl ik aan mijn huiswerk begin. Ik ben zo geconcentreerd bezig dat ik bijna een hartaanval krijg als de bel gaat. ‘Jaja, ik kom al.’ Roep ik richting de deur als de bel voor een tweede keer gaat.
Ik loop naar de deur en doe snel open. ‘Edward, Alice? Wat doen jullie hier?’ verbaasd dat ze hier voor me staan. Ik tast mijn geheugen af naar wat ik vanmiddag heb gezegd, maar ik kan me niet herinneren dat ik heb gezegd waar ik woon. ‘Kom binnen.’ Zeg ik nog steeds overrompeld. Na hen doe ik de deur weer dicht en ik loop naar de woonkamer waar ze ondertussen al op de bank zitten.
‘Willen jullie iets drinken?’ vraag ik uit beleefdheid, half wetend dat ze toch niets willen. ‘Neen dank je.’ ‘En waar komen jullie voor? Is er iets met Jasper, Rose of Emmett of zo?’ vraag ik meteen ongerust, ik kan niet echt een andere reden bedenken waarom ze langs zouden komen. ‘Nee, maak je maar geen zorgen, met Jasper en de andere gaat het goed.’ Zegt Alice geruststellend en ze glimlacht.
‘We kwamen gewoon even langs, je gezelschap houden. We zagen dat je ouders niet thuis waren en anders zit je hier maar zo alleen.’

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen