Foto bij Proloog

Het is nacht. Boven me schijnt de maan en twinkelen honderden sterren, helder in een nacht die bijna vrij is van artificieel licht. Zelfs hier in Rome valt het leven grotendeels stil als de nacht valt. En zeker als het midden in de nacht is. Toch hoor ik niet bij de slapenden. In mijn handen houd ik een rol papyrus. Mijn vingers gaan constant over het ruige oppervlakte. Ik heb deze rol vandaag ontvangen maar toch heb ik geen licht nodig om te weten wat er op staat: Ik ken de tekst al uit mijn hoofd. Dit document is mijn introductiebrief. Hierop bevestigen zowel mijn vader alsook onze patrocinium en de lokale bureaucraat dat ik, Marcus Cassius Mus, in het bezit ben van het Romeins staatsburgerschap. Beiden reppen ook over de dienst van mijn vader in het legio IX Hispana en de status van mijn vader als voormalig evocatus. Met deze brief zal ook ik in dienst kunnen gaan van het Romeinse leger en kunnen vechten voor de glorie en ter verdediging van het Romeinse rijk. En verdediging heeft het nodig: Barbaren in het noorden en het oosten, Parthia in het verre zuid-oosten en rebellen overal daartussen. Het jonge Romeinse keizerrijk was verre van vredig.

Voor mij voelde het als een plicht om bij het legioen te gaan. Mijn vader was me voorgegaan, zijn vader voor hem en de vader van zijn vader voor hem. Het was iets wat in de familie zat: De oudste zoon ontving niet alleen de naam Marcus maar zou ook het pad van een militair bewandelen. Eerst als hastatus, later, na Marianus, als legionair. Terwijl ik nadacht over de geschiedenis van mijn familie dwaalde mijn blik over de wondere bouwwerken die het forum romanum omringden. Ik vroeg me af hoeveel van dergelijke gebouwen mijn voorvaderen waren gebouwd: Romeinse soldaten waren niet alleen soldaat maar dienden ook als de arm van de wet en als bouwvakker. De legioenen van rome hadden talloze wegen, amfitheaters en tempels gebouwd. En dat trok mij eigenlijk nog meer aan dan de gedachte dat ik de grenzen van Rome zou verdedigen. Ja, dat zag ik wel zitten: Een brenger van beschaving en schoonheid. Misschien zat ook dat in de familie: Mijn vader werkte nu in een atelier en maakte houtsnijwerken.

Ik stond op van mijn bankje en rekte me uit. Ik moest echt eens gaan slapen. Morgen zou een spannende dag worden die mijn toekomst zou bepalen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen