Foto bij S&M 17

“Joris! Wakker worden! Het is opgehouden met regen. We kunnen gaan rijden.” Gadeck ging overeind zitten. Hij had de hele nacht geen oog dichtgedaan…
“Ik heet niet Joris.” Walter keek hem niet begrijpend aan.
“Waar heb je het over?”
“Niet doen!” riep Charlotte, maar Gadeck luisterde niet.
“Ik heet Gadeck en zij Charlotte.” Hij zag dat het tot hem doordrong.
“Ben jij de prinses?” stamelde hij verbaasd. Charlotte vermeed het hem aan te kijken.
“Ja.” Toen keek Walter weer naar Gadeck.
“Jij… Jij maakte deel van hen uit! Jij was één van hen en daarom had de koning je opgesloten! Jij bent een moordenaar!” Gadeck staarde naar de grond, waar Walters naam nog steeds geschreven stond. Walter draaide zich om en zette het op een lopen, de heuvel op.
“Waarom doe je dit?” vroeg Charlotte terwijl ze opsprong en hem achterna ging. Gadeck volgde hen een stuk langzamer. Bovengekomen bleef Walter verbijsterd staan. Hij draaide zich om. Gadeck zag de tranen over zijn wangen stromen.
“Waar zijn we?” Charlotte haalde hem in. Met open mond keek ze naar de stad in het dal en het paleis op de volgende heuvel. Zij wist heel goed waar ze waren.
“Waarom?”
“Om de dingen die ik nu weet.” Hij keek geen van beiden aan. “Ga met haar mee, Walter. Het leven is er goed en er zal wel ergens een ridder zijn die een schildknaap kan gebruiken.”
“Maar Joris… Gadeck…”
“Ik had geen idee wie ik diende. Ik ben geen moordenaar. Ik zweer het je. Ik wist het pas toen jij me vertelde dat hij die houthakker en zijn zonen… Ik vraag je niet om me te vergeven, maar vergeet onze tijd samen niet. Ik mag je ontzettend graag.”
“Wat gaat er nu met jou gebeuren?” Klonk hij nu werkelijk bezorgd? Maakte hij zich zorgen om hém?
“Ik ga mee tot in het dal. Daar zijn zoveel sporen, niemand zal weten waar ik heen ga. Ik ben nog steeds niet van plan om me te laten pakken.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen