Foto bij S&M 23

Met zijn hand op Walters schouder liep Gadeck achter Arnulf aan. Geen ‘hallo’ of ‘fijn dat je terug bent’. Bij iedere stap die hij zette, klingelden Arnulfs vele gouden kettingen. Aan elke vinger droeg hij twee of meer ringen en zijn kleding leek gemaakt te zijn van de kostbaarste zijde. En hij durfde te beweren dat Charlottes vader een hebzuchtig man was? De laatste keer dat Gadeck de koning gezien had, was zijn kleding relatief eenvoudig geweest met alleen zijn kroon en zegelring als juwelen. Arnulf droeg zoveel goud dat het een wonder was dat hij rechtop kon lopen.

Arnulf ging hen voor de zitkamer van de koning en liet zich in een stoel zakken. Aangezien hij Gadeck er geen aanbood, koos die er zelf maar een uit.
“Hoe komt het dat die prinses hier alleen aankwam? Als ze iets had gemerkt, waren we haar kwijt geweest!” Hij was aan de galg ontsnapt en weken op de vlucht geweest en het eerste wat hij te horen kreeg, waren verwijten?
“Ik hoorde dat u het onmogelijke gepresteerd had en kwam deze kant op, maar zonder haar er iets over te vertellen. Helaas stortte het pad in en vielen we naar beneden. Charlotte liet me voor dood achter en dacht naar huis te lopen.”
“Was dat even een onaangename verrassing.” Arnulf grijnsde. Op het feit dat Gadeck net verteld had dat hij in een instorting terecht gekomen was, reageerde hij niet eens. Arnulf leunde zelfvoldaan naar achter er kreeg toen Walter in het oog.
“Wie is dat?”
“Dat is Walter, een weesjongen die ik heb opgepikt. Hij wil zich bij ons aansluiten. Walter, dit is Arnulf, over wie ik je zoveel verteld heb.”
“Wat moeten we met zo'n melkmuil? Ach ja, zolang hij werkt voor de kost, kan hij blijven.”
“Het zal me een eer zijn, majesteit.” Arnulf had wel oren naar dat 'majesteit' en werd iets milder gestemd.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen