Ik zat op het terras en staarde naar buiten. Vanaf mijn appartement kon ik over de stad heen kijken. Dat was niet omdat ik in één of andere grote loft woonde maar eerder omdat dit de enige kamer -want je kon het bijna geen appartement noemen- was die ik kon betalen en deze zich toevallig op de 15e verdieping bevond. Ik vond altijd dat het er langs buiten uitzag als een gebouw dat al 10 jaar leeg had gestaan waar nu enkel nog gelukkige muizenfamilies in woonden. En eerlijk gezegd zag het er langs binnen nog 10 keer erger uit. Maar ergens was het wel gezellig. De meubels waren enkel oude meubels die op de zolder hadden gestaan bij mijn ouders. Alles stond dicht bij elkaar wegens plaatsgebrek. Ik had al dikwijls mijn teen gestoten terwijl ik van de keuken naar de tafel wandelde -ook al stond deze maar een halve meter verder- of wanneer ik uit mijn bed stapte elke ochtend. Maar pijn is fijn of tenminste dat zei mijn oma altijd. En daarom was het hier wel fijn in mijn appartementje. Het was een gewoonte geworden om in de ochtend de salontafel uit te schelden omdat ik nogmaals mijn voet gestoten had. Men zegt wel eens dat zelfs een ezel zich geen twee keer aan dezelfde steen stoot. Als dat echt zo was, wilde ik niet weten wat ik dan wel niet was.
Ik staarde voor me uit en mijn ogen gleden over het park heen. Maar ik kon niet zien wie er zich in het park bevond en wie niet. En vroeger had me dat nooit uitgemaakt maar nu wel. Het was al een week geleden sinds ik haar had gezien.
Een week gelden kwam ik op het fantastische -ik wist nog altijd niet wat me toen bezielde- idee een briefje te schrijven naar iemand die ik niet kende. Ik had al vaak liggen nadenken over wat er gebeurd zou zijn moest ik gewoon naast haar zijn gaan zitten en met haar een praatje hebben gemaakt.
Bovendien was het briefje goed bedoeld, maar door mijn roekeloosheid was het mis gegaan. Ik had geen adres op het briefje geschreven, geen telefoonnummer. Ik was zelfs zo dom geweest om niet eens mijn achternaam er bij op te schrijven. Nu wist ze alleen maar dat een of andere rare, enge sukkel -want dat zou ze waarschijnlijk van me denken- die Harry heette haar een briefje had geschreven op een servet dan nog wel.
Bovendien had ik niet omgekeken toen ik de servet bij haar had neergelegd, dus ze zou me niet herkennen moest ze me zien. Misschien had ze de servet niet eens gelezen en vloog deze nu ergens verloren rond, wachtend op iemand die hem zou vinden.
Ik keek over de stad en vroeg me af waar ze zou wonen. Beslist niet in een villa, daarvoor zag ze er te rustig uit. Ik hoopte dat ze niet in zo'n appartement woonde als mij want ze verdiende beter. En hoe langer ik er over nadacht, hoe meer ik tot de conclusie kwam dat er geen enkel huis perfect bij haar zou passen, daarvoor was ze te speciaal.
Ik zette mijn handen in mijn haar en zuchtte. Ik was gekkenwerk aan het doen en ik wist het maar toch ging ik er mee verder. En hoe vaak ik me ook voornam om haar uit mijn hoofd te zetten, ik bleef denken aan het beeld van hoe ze daar met haar blote voeten op het groene gras zat terwijl de wind door haar bruine haren blies. Ik bleef bewonderen hoe ze zich zo kon afsluiten van de rest van de wereld en zo vredig kon zitten lezen.
Ik betrapte me er zelfs op dat ik steeds vaker op het internet stukjes begon te zoeken van het boek dat ze aan het lezen was. En op dit moment leek dat boek wel aardig hard op mijn leven.
De rook van het wonderbaarlijke.
Zij was het wonderlijke en ik was de rook.


Wow jullie reacties zijn echt fantastisch.
Bedankt voor de abo's, reacties, kudo's,...

Reageer (7)

  • Tomlinsbear

    Die laatste zin is echt pure liefde (H)

    7 jaar geleden
  • Magicsongzz

    I like it!

    7 jaar geleden
  • Chantilly

    Oehh ik vind dit echt zo leuk !

    8 jaar geleden
  • Chasing1D

    Ik ben nu al zo gelukkig dat ik dit verhaal ken en een abo op heb genomen (((:

    8 jaar geleden
  • Peperoni

    Jij bent fantastisch.

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen