Foto bij Chapter 37

We lopen door het bos van de Rift. Wat houd ik van dit district. De natuur laat me denken aan High Rock. Ik heb de Elder Scroll in mijn tas. We komen aan bij Ivarstead. 'Nou jongens, hebben we zin om te klimmen?' vraag ik aan de rest. Ik hoor Bokul zuchten. 'Hebben we een keus?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, helaas niet.' We beginnen naar boven te lopen. Ik kijk rond. Af en toe zie ik een konijn wegschieten, maar ik zie nog geen wolven.
Eindelijk staan we voor de poort van High Hrotgar. Bokul zucht. 'Nou, dat was educatief. De volgende trol die ik zie, eet ik op.' 'Die was er de vorige keer niet,' antwoord ik. 'Dat zou best kunnen. Die beesten zijn vreemd. Ik weet in ieder geval wel dat ik trollen haat. Dat is een feit.' Ik knik. 'Dat snap ik. Tijd om de wapens op te bergen, jongens. De Greybeards zijn een orde van vrede, en zullen het niet waarderen als we met getrokken wapens rondlopen.' Ik hoor iedereen zijn wapens wegstoppen. Ik open de deur. We lopen naar binnen. Ik kijk rond. Ik zie nog niemand. Misschien komen we er ook zo langs. Dat zou fijn zijn. Ik loop snel naar boven, naar de deur. 'Arwen?' Te laat. Ik draai me om. Arngeir komt aanlopen. 'Hallo meester Arngeir.' Ik maak een kleine buiging. Hij knikt. 'Waar hebben we dit bezoek aan te danken?' De andere Greybeards komen tevoorschijn. 'Ik moet meester Paarthurnax spreken.' Verbaasd kijkt Arngeir me aan. 'Grootmeester Paarthurnax? Waarom?' Ik zucht. 'Hij heeft me de opdracht gegeven om een Elder Scroll voor hem te halen, en dat heb ik gedaan.' 'Wat staat in de Elder Scroll?' vraagt Arngeir. 'Volgens meester Paarthurnax een manier om Alduin te stoppen.' Arngeir loopt naar me toe. 'Een manier om Paarthurnax te stoppen? Je bedoelt Dragonrend?' Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet niet wat Dragonrend is, meester. Hij heeft niet gezegd wat het was. Alleen dat ik de Elder Scroll naar hem moest brengen.' Ik zie Arngeir denken. Hij komt dichterbij. 'Hoe ziet meester Paarthurnax eruit?' fluistert hij me toe. 'Een oude witte draak, met gelige ogen, meester,' fluister ik terug. Arngeir knikt. 'Oké dan. Je hebt toestemming om hem te bezoeken. Maar alleen jij! Je vrienden moeten hier blijven. Jullie mogen hier zolang verblijven als jullie willen. Maar niet iedereen heeft het recht om onze meester te bezoeken. Arwen, ik vertrouw je. Ik vertrouw erop dat je hem in zijn eer laat.' Ik knik. 'Ik beloof u dat hem niks zal gebeuren, meester.'
Eindelijk ben ik boven. Ik moet even uithijgen. 'Meester Paarthurnax?' 'Ah, Arwen. Je bent terug.' Ik zie hem zitten, boven de muur. Ik loop naar hem toe. 'Ik heb de Elder Scroll. Wat wilt u dat ik ermee doe?' 'Voordat je ook maar iets doet, wil ik je wat vertellen. De vorige Dovahkiin hebben een kracht ontwikkeld, om een draak flink te verzwakken. Hij wordt zo verzwakt, dat hij tijdelijk niet kan vliegen. En dan is hij het zwakste. Dit heet Dragonrend.' 'En deze Scroll bevat die kracht?' vraag ik aan hem. Hij knikt. 'Ja, dat klopt. Er is nog iets dat je moet weten. De vorige keer is Alduin niet verslagen. Hij is vooruit in de tijd gestuurd, alleen wisten ze dat toen nog niet. Hij is dus sterker dan normaal.' Ik zucht. Dat heb ik weer. 'Maar dat betekent niet dat je hem niet kunt verslaan. Met deze kracht, kun je ook Alduin verzwakken, en misschien wel verslaan. Wat ik wil dat je doet, is dat je daar gaat staan.' Ik kijk naar links. Dat is vreemd. Het lijkt net een straal van zonlicht, maar dan anders. 'Dat is een tijdwond. Die is ontstaan toen de vorige Dovahkiin Alduin hier vooruit in de tijd stuurden.' Ik kijk Paarthurnax uit. 'Waren er meerdere Dovahkiin tegelijk?' De draak knikt. 'Ja, dat klopt. Het waren er drie. Twee krijgers en een priester. Het komt niet vaak voor, maar het kan gebeuren.' 'Hoe weet u dit eigenlijk allemaal?' vraag ik hem. Hij zucht. 'Ik was daar. Ik heb de mensen geholpen tijdens de Drakenoorlog. De godin Kynareth kwam naar mij, en zei dat ik de mensen moest helpen. En ze had gelijk. Ik kon niet toezien hoe Alduin de joor mishandelde. Ik kon het niet meer. Dus ik ben overgelopen.' Verbaasd kijk ik hem aan. 'Overgelopen? Dus u werkte eerst voor Alduin?!' Hij knikt. 'Ik stond vlak onder hem, jonge Dovahkiin. Ik snap dat je me niet volledig kan vertrouwen na deze informatie. Het is slim om een Dovah niet te vertrouwen.' Ik zucht. 'Nu heb ik niet veel keus. Wat wilt u dat ik doe?' 'Ga in de tijdwond staan, en open de Scroll. Als het goed is, zul je meteen Dragonrend absorberen.' Ik loop naar de tijdwond. Ik haal even diep adem. Langzaam open ik de Scroll. Ik open mijn ogen, en begin te lezen. De letters lichten op! Om me heen ontstaat een draaikolk van licht. 'Joor...Zah...Frul!' Ik voel een vuur door mijn lichaam racen. Het licht verdwijnt weer. Ik laat de Scroll op de grond vallen, en wankel even. 'Is het gelukt?' vraagt Paarthurnax. Ik knik. 'Ja...Het is gelukt. Ik heb hem geleerd.' De draak knikt. 'Mooi zo.' In de verte hoor ik gebrul. Wat is dat? Ik zie Paarthurnax opstijgen. 'Alduin komt eraan, Dovahkiin. Dit is jouw moment om je te bewijzen. Gebruik Dragonrend, en versla Alduin!'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen