Het Q-Magazine biedt jou elke editie een wetenschappelijk artikel van één van de users, zodat we onze kennis kunnen delen. Deze editie deel 1 van een onderzoek naar speelse schrijfstrategieën en social media met als casus NaNoWriMo. In de volgende editie volgt het tweede deel.

Speelse Schrijf Strategieën en Social Media – Anna (Lily_Evans)
Deel 1 - de introductie en theorie



INTRODUCTIE
We leven vandaag de dag in een participatie cultuur, een begrip dat door Henry Jenkins zo bekend is geraakt. In zijn boek Confronting the Challenges of Participatory Culture: Media Education for the 21st Century stelt hij vijf eisen waaraan iets moet voldoen om als een participatiecultuur beschouwd te kunnen worden. Aan de hand van deze vijf eisen wordt de definitie gevormd. Zo moeten er relatief lage grenzen zijn tot artistieke expressie en betrokkenheid van de gewone burger. Het creëren en delen van creaties moet aangemoedigd worden en er moet sprake zijn van een vorm van informeel lidmaatschap, waarbij ervaren makers hun kennis door kunnen geven aan beginnelingen. De leden moeten het idee hebben dat meedoen ergens aan bijdraagt en er moet een soort sociale connectie ontstaan tussen leden. Hierbij merkt hij op dat niet iedereen die lid is daadwerkelijk moet creëren, maar men moet wel allemaal geloven dat men kan bijdragen wanneer ze maar willen. Dit is volgens Jenkins een Participatiecultuur. [1]
      Vlak voor deze uitleg wordt er een citaat geplaatst over het World Wide Web. Dit omdat het internet ondertussen overstroomt van websites waar niet alleen geconsumeerd wordt, maar waar echt sprake is van een participatiecultuur, een uitspraak die te ondersteunen is met voorbeelden als YouTube, waar je je kan aanmelden en zowel filmpjes kan maken en delen als die van anderen bekijken en bekritiseren, en Wikipedia, waar iedereen zowel van alle informatie die er te vinden is kan leren als alle pagina’s kan aanvullen en aanpassen. Dit zijn alom bekende websites, maar er zijn ook vele kleinere en minder bekende voorbeelden. Een interessant voorbeeld hiervan is NaNoWriMo.org.
      NaNoWriMo is er eentje uit de categorie “schrijvers-website”. Over het internet zijn een heleboel websites te vinden voor schrijvers die hier participeren door verhalen te plaatsen en hierdoor te delen met andere leden van de desbetreffende site, verhalen lezen van anderen, op elkaar reageren om zo tips te geven en te ontvangen en hiermee hun schrijverskennis delen, bijvoorbeeld Quizlet.nl, Fanficition.net, Fanfic.nl en wattpad.com. Wat NaNoWriMo echter zo speciaal maakt, is dat het niet echt een site is waar gedeeld wordt, het is een jaarlijks evenement.
      Vandaag de dag telt NaNoWriMo, wat een afkorting is voor National Novel Writing Month, 325000 deelnemers verspreid over de hele wereld en dit aantal groeit jaarlijks. Het is een zogenaamde online community die groter en groter wordt en hierom van steeds grotere invloed wordt op schrijvers en hun schrijfwijze. Hoewel er wel al bronnen zijn te vinden waarin een poging wordt gedaan deze invloed te beschrijven, ontbreken precieze conclusies over NaNoWriMo nog binnen het discours omtrent de site. Het evenement maakt dus een soort spel van schrijven, maar hoe dit van invloed is op schrijfstrategieën is, is onbekend. Wel heeft Colette Daiute in haar artikel The Role of Play in Writing Development gekeken naar schrijfstrategieën en hoe deze belicht kunnen worden van een serieuze en speelse kant.
      Omdat binnen het academisch debat dus nog een koppeling mist met zo’n groot wereldwijd online evenement als NaNoWriMo en er nog niet gekeken is naar hoe dit schrijfstrategieën beïnvloedt en misschien zelfs een speelsere kijk op het schrijven veroorzaakt, zijn er eigenlijk nog veel vragen te stellen omtrent de juistheid van een evenement als NaNoWriMo. Vandaar dat dit onderzoek volledig in het teken staat van het beantwoorden van één grote vraag: op welke manier beïnvloedt National Novel Writing Month de playful attitude van schrijvers tegenover schrijfstrategieën?
      Om tot een juiste conclusie te komen zal de hoofdvraag opgesplitst moeten worden in drie delen. Eerst moet een duidelijk beeld geschapen worden van wat NaNoWriMo precies is voor we het goed kunnen analyseren. Dit zal gebeuren aan de hand van een artikel geschreven door Burke en Settles genaamd Plugged in to the Community: Social Motivators in Online Goal-Setting Groups. Vervolgens moet het begrip play en daarmee playful attitude worden besproken aan de hand van het boek Play Matters van Miguel Sicart. Dit in combinatie met hoe schrijvers deze “speelse houding” kunnen aannemen. Dit brengt ons bij het laatste punt van de hoofdvraag, namelijk de schrijfstrategieën. In hoeverre kunnen die via een speelse houding benaderd worden en wanneer is dit speels en wanneer serieus te noemen? Hierbij zal aansluiting worden gezocht bij het artikel van Daiute. Als de drie deelvragen behandeld zijn, zal zowel een discours analyse als een textuele analyse worden uitgevoerd van NaNoWriMo.

EEN “PLAYFUL ATTITUDE” VAN SCHRIJVERS

National Novel Writing Month
Wat is NaNoWriMo nou precies? In de inleiding is de term “schrijverswebsite” al gevallen en ook “evenement” is langsgekomen. Daarnaast voldoet het aan Jenkins’ idee over een participatiecultuur. Al met al is het definiëren van NaNoWriMo nog een hele klus. Vandaar dat dit de eerste stap zal zijn in het proces. Zonder te weten wat NaNoWriMo is, kan het immers niet geanalyseerd worden. Allereerst zal het begrip “evenement” aan bod komen, waarna zowel website en online community besproken zullen worden. Uiteindelijk zal er aansluiting gezocht worden bij het al eerder genoemde artikel Plugged in to the Community: Social Motivators in Online Goal-Setting Groups.
      Dat we kunnen zien dat NaNoWriMo een evenement is, zit hem eigenlijk al in de naam: National Novel Writing Month. Een maand waarin men over de gehele wereld zichzelf ertoe aanzet om zoveel mogelijk woorden op papier te zetten, een maand waarin het woord slaap uit de woordenboeken wordt geschrapt en er extreme hoeveelheden koffie naar binnen worden gewerkt. Er moet immers minimaal 50K, oftewel vijftigduizend woorden, uit worden geperst binnen één maand ( en er zijn zelfs schrijvers die hogere doelen stellen, met als uiterste 1 miljoen woorden). Deze maand van totale schrijversgekte vindt plaats in november.
      Mensen komen in november dus van over de hele wereld samen op één website, één online plaats, om daar met zijn allen als gekken te gaan schrijven. Omdat dit samenkomen plaatsvindt op internet, kunnen we het dus onmogelijk simpelweg tot evenement benoemen. Het is namelijk vooral toch een online evenement. Echter heeft het ook offline gedeeltes, want in grote steden over de gehele wereld worden zogenaamde “meetings” georganiseerd waarbij NaNo schrijvers samenkomen en elkaar motiveren om door te schrijven. Alleen dit is maar een klein deel van de gehele community die dit doet, dus ligt de focus in dit onderzoek op het overkoepelende online gedeelte van het evenement.
      Naast dat het een evenement is, is het dus zeker ook een website. De makers van NaNo hebben de website NaNoWriMo.org ontworpen, toen ze dit evenement in het leven riepen. Het is een site die participatiecultuur en een online community mogelijk maakt; relatief lage grenzen tot artistieke expressie, iedereen kan meedoen, er wordt aangemoedigd die 50K te halen, je moet je aanmelden op de website, er is een forum waar men elkaar kan helpen, kennis kan delen en gezellig kan kletsen en er worden uitspraken gebruikt als “the world needs your novel”, maar het is niet verplicht elk jaar een zogenaamde “novel” aan te maken op de site. Al met al is het een perfect voorbeeld van Jenkins’ participati cultuur.
      Dit alles samengenomen zal in dit onderzoek de term “Online Writing Community” de voorkeur hebben. De andere zojuist genoemde begrippen zijn allemaal correct en van toepassing, maar deze is toch het volledigst. In Word of Mouth Communication within Online Communities: Conceptualizing the Online Social Network wordt uitgelegd hoe het begrip online community tot stand is gekomen.

      “Online Communities form when enough people carry on computer-mediated nonprivate discussions long enough with sufficient human feeling, to develop what are considered ‘social relationships’ with other online participants. These communities are fluid and flexible, and may be based on a wide range of cultural interests and social affiliations.”[2]

Dit is precies wat op de NaNo site gebeurt. Op het eerder genoemde forum kan je mensen vinden die hun onderwerpen bespreken, hun woordentotaal noemen, hun karakters uiteenzetten. Eigenlijk alles wat je kan bedenken om te bespreken omtrent het schrijven van een verhaal is er wel terug te vinden (figuur 1).


Figuur 1: Een klein gedeelte uit het Nederlandse NaNo forum


Alles samengenomen is NaNo dus niet simpelweg een evenement of website te noemen, veel vollediger is de benaming Online Writing Community. Vooral omdat hier de focus ligt op het schrijven, hetgeen waar NaNo een nog onduidelijke invloed op heeft.
      De website van NaNoWriMo heeft verscheidene voorbeelden in zich van wat wij Gamification zouden noemen. Er zijn game-elementen toegevoegd aan de site om zo schrijvers te motiveren en te stimuleren. Hoewel gamification niet de focus heeft in dit onderzoek, heeft het wel degelijk invloed op de houding van de schrijvers ten opzichte van schrijfstrategieën die ze toepassen. NaNo maakt een uitdaging en spel van het schrijven door middel van “Goal-Setting Groups”, een begrip dat door Burke en Settles uiteen wordt gezet in hun artikel Plugged in to the Community: Social Moticators in Online Goal-Setting Groups. Hun conclusie over de invloed van Goal-Setting Groups is als volgt:

      “Contrary to the assumption that engaging in social activities would distract from an individual’s ability to focus on a short term, challenging goal, we find strong evidence that interacting socially with other goal-setters is associated with greater success.”[3]

In dit artikel wordt ook NaNoWriMo als een voorbeeld genoemd tussen de Goal-Setting Groups die bestudeerd zijn. Schijnbaar hebben online writing communities dus een positief effect op schrijvers en hun schrijfstrategieën. Tot zover is dat al wel besproken binnen het discours omtrent Online Writing Communities. Hoe precies is echter dus nog steeds iets dat mist.

Schrijven, speels of serieus
Zoals hiervoor besproken, kunnen we NaNoWriMo dus als een soort uitdaging voor schrijvers zien. Het stimuleert hen om die 50K, of in ieder geval zoveel mogelijk, in één maand te schrijven. Hierdoor wordt er een speels aspect toegevoegd in de wereld van de schrijver. Dit betekent niet dat deze schrijvers een spel spelen. Om dit concreter te kunnen maken, is het nu van belang om “play” te definiëren volgens Miguel Sicart zijn ideeën uit Play Matters. Hij stelt: “Play is a mode of being human”. Hierin gaat hij verder door te stellen dat dit dus inhoudt dat wanneer wij spelen, dit niet per se een spel hoeft te zijn. We kunnen spelen met speelgoed, maar dan hoeven we nog geen spel te spelen.[4]
      Om terug te komen bij NaNoWriMo: Is NaNoWriMo een spel? Nee. Het is een website met game-achtige eigenschappen, maar een spel is het niet. Het schrijven zelf is immers ook geen spel, maar de aanpak van het schrijven, de strategie, kan wel serieus of juist speels zijn. Men kan er een speelse houding tegenover hebben en op speelse wijze aan het werk gaan. Het gaat er dus om of de schrijver zelf een speelse houding aanneemt. “We can be Playful”, stelt Sicart op pagina acht van Play Matters. Het is dus eerder een manier van leven afhankelijk van zijn context, dan dat het een concreet iets is.
      Colette Daiute beargumenteert in haar artikel The Role of Play in Writing Development dat play niet los te zien is van schrijven, omdat play één van de strategieën is om je eigen schrijfstijl te ontwikkelen en te verbeteren. Ze begint haar artikel door een vergelijking te trekken met kinderverhalen. Mensen houden hiervan, omdat het zo “playful” is [5]. Vervolgens kost het haar zes pagina’s om tot het punt te komen dat aansluit op dit onderzoek.

      “Play as a composing strategy also strikes a chord with the work of Peter Elbow (1987), whose argument had been that writers should try to avoid controlling their thought processes too much, at least during the early stages of composing. This inquiry into the role of play is intended to expand profiles of young writers, by exploring a possible addition to the list of strategies that characterize what children do when writing (such as drawing and knowledge telling) rather than what they do not do.” [6]

Zoals men hier kan zien, was Peter Elbow Colette Daiute eigenlijk al voor. Hij stelt hier dat schrijven geen vastliggend proces zou moeten zijn, maar een proces waarbij geëxperimenteerd moet worden met verschillende mogelijkheden. Dit impliceert dat er ook een andere manier van schrijven is. Een serieuzere aanpak, die past bij het idee dat schrijven kan worden gezien als werk. Betaalde schrijvers schrijven immers om hun geld te verdienen, om eten te kunnen kopen en een huis te kunnen financieren. Ze werken vaak in hun persoonlijke kantoor, plannen vooruit en houden een schema aan, waarvan Elbow juist zegt dat dit niet moet. Dit is een serieuze schrijfstrategie.
      Hiernaast kan worden gezegd dat men een vaste structuur van narratieve aspecten in literatuur aan kan houden, maar hier ook mee kan spelen. Dit is vaak nodig om suspense te creëren in een verhaal. Een voorbeeld hiervan is dat je bijna nooit volledige closure krijgt in een verhaal, doordat er zogenaamde “gaps” inzitten, die alleen op te vullen zijn, wanneer je er zelf langer over nadenkt. Het is aan de schrijver om met deze “gaps” te spelen en ze te plaatsen op de juiste momenten. Hier kan hij natuurlijk een standaard strategie voor aanhouden en hij kan dit aan het begin vastleggen in een schema, maar er kan dus ook met een veel speelsere houding mee om worden gegaan en gekeken worden waar gaps wel werken en waar niet.
      Dit is kort samenvattend dus het verschil tussen speelse en serieuze schrijfstrategieën en in dit opzicht kan de schrijver dus een playful attitude tegenover schrijfstrategieën en het schrijven hebben. Zaak is nu om te onderzoeken in hoeverre NaNoWriMo hier invloed op uitoefent.

EINDNOTEN
1 Henry Jenkins, et al. Confronting the Challenges of Participatory Culture: Media Education for the 21st Century (Londen: The MIT Press, 2009): 5-6
2 Jo Brown, et al, “Word of Mauth Communication within Online Communities: Conceptualizing the Online Social Network,” Journal of Interactive Marketing 3 (2007): 3 consulted 22-10-15.
3 M. Burke and Burr Settles. “Plugged in to the community: Social Motivators in Online Goal-Setting Groups.” In Prooceedings of the 5th International Conference on Communities and Technologies, (Pittsburgh: Carnegie Mellon University, 2011): 9.
4 Miguel Sicart, Play Matters. (Londen: The MIT Press, 2014): 1-3.
5 Colette Daiute, “The Role of Play in Writing Developtment,” Research in the Teaching of English, Vol. 24, No. 1 (1990): 4.
6 Daiute: 9.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen