Hier sta ik dan. Met een grootte glimlach was ik hier twee uur geleden naar binnen gelopen. Ik had er zin in, maar ik was ook zo zenuwachtig geweest. Dit was mijn eerste werkdag bij mijn nieuwe baan. Ik had niet meer gewerkt sinds.., ik maak de zin niet af. Ik wil er niet aan denken. Lange tijd had ik daarom bij huis gezeten, maar nu was ik er klaar voor. Klaar om weer aan de slag te gaan. De eerste week zal ik worden in gewerkt, wat met andere woorden betekend, iemand die constant op je lip zit en je zegt wat je moet doen. Vol goede moet was ik naar binnen gestapt. Thuis was ik van de zenuwen wel honderd keer naar de wc geweest. 'Wat een kleine blaas heb je toch!' hadden ze vroeger wel eens tegen me gezegd. Ik wist zelf ook niet wat het was, maar ik moest gewoon vaak. Ophouden was geen optie. Ik probeerde het wel, maar lang volhouden deed ik het niet. Onzeker had ik nog een paar keer over mijn blouseje gestreken, voor ik naar binnen ging. Het uitzoeken van de juiste klederen was toch nog een hele opgave geweest. Ruim van te voren had ik al in mijn hoofd zitten wat ik aan ging doen, maar gisteravond voelde het toch niet goed. Na heel wat keren omkleden en proberen vond ik het perfecte setje om aan te doen, maar toen ik het vanochtend aan deed zaten er gaten in de broek en tot overmaat van ramp had de kat op mijn jasje geslapen. Eenmaal binnen werd ik na een korte rondleiding door het gebouw en een aantal laatste instructies meteen aan het werk gezet. Ik moet toegeven dat ik het niet eens erg vond. Ik hield wel van door pakken. Hier stond ik dan, als werknemer op het distributiecentrum. Het was een grootte stap om weer aan het werk te gaan en als de dan de stap hebt genomen, waar moet je dan beginnen? Er was zoveel keus en eigenlijk had ik geen idee wat voor werk in wou gaan doen.
'Alsjeblieft de bonnen voor Zwolle en Kampen.' Sandra reikt mij de papieren aan. 'Denk jij dat je het alleen aan kan?'
Ik knik. 'Ja, ik ga er meteen mee bezig.'

Snel begin ik met het pakken van de juiste producten voor het filiaal in Zwolle.
Als ik de zoveelste krat gevuld heb, stop ik heel even om te rusten. Ik kijk wat om me heen. Het is bijna 11 uur zie ik op de klok. Pauze was om half 1 vertelde Sandra mij eerder vandaag. Ik kijk op de lijst, ik heb nu ongeveer 3 kwart van de Zwolle bestelling afgewerkt. Ik zucht even, ik ben eigenlijk wel toe aan een pauze. Rustig ga ik weer verder met het afwerken van de bestelling. Mijn gedachten gaan alle kanten op. Ik weet niet hoe het gebeurde, maar mijn hoofd toonde mij de beelden van een verjaardag bezoek van vorige week. Ik had daar al die tijd gezeten en het heel gezellig gevonden tot ik voelde dat ik naar de wc moest, ik bleef maar zitten, bang om te gaan. Toen het tijd was om te gaan hoorde ik bij het weglopen gelach. Thuis kwam ik er achter dat ik doorgelekt was. Iedereen had het gezien, iedereen had gelachen. Bij het denken aan wc werd ik helemaal gek. Opnieuw schotten mijn ogen naar de klok, 3 minuten over 11. Het schoot niet op. Ergens anders aan denken! Verplichte ik mezelf. Ijverig ging ik verder met het vullen van de kratten. Ik keek op de lijst, nog zes en die van Zwolle was klaar. 'Kom op door gaan,' zei ik tegen mezelf. Het krat was half gevuld toen ik me begon te realiseren dat ik nu toch echt naar de wc moest. Ik drukte mijn benen stijf tegen elkaar in de hoop het zo nog wat langer op te houden. Probeerde mezelf aan het werk te zetten en zo niet te denken aan het feit dat ik moest plassen.
Langzaam, héél langzaam leek de tijd te gaan. Moeizaam kroop de seconde wijzer vooruit.
Opnieuw keek ik op de klok, kwart over 11, het moest wel de twintigste keer geweest zijn dat ik gekeken had. Ik zet het laatste product in het krat, zo die van Zwolle is klaar. Nog altijd was ik niet naar de wc geweest.

Vlug loop ik terug naar het bureau, daar had ik de bon van Kampen neer gelegd. Ik loop op een awkward ren-huppel pasje, met mijn benen nog steeds stijf tegen elkaar. Wc, wc, wc. Is het enige wat door mijn kop gaat. Een lichte paniek schiet door mijn lichaam als ik de bonnen niet in een keer kan vinden. Op je eerste werkdag kun je toch geen bonnen verliezen! Even kan ik hierdoor vergeten dat ik naar de wc moest, maar toen ik ze de bonnen niet veel later vond was het gevoel van naar de wc gaan sterker dan ooit. Ik loop weer terug naar de pakruimte en begin met het vullen van kratten. Mijn tempo is enorm gedaald en mijn gedachten zijn er totaal niet meer bij. Zal ik gaan? Zal ik niet gaan? Is het enige waar ik aan kan denken. Gaan of niet gaan... Alle plas gedachten schut ik weg en stug ga ik door met vullen.
Een collega komt langs en stelt zich voor als John. 'Ben je nieuw hier?' vraagt hij nadat we voorgesteld zijn aan elkaar.
Ik knik, te verlegen iets te zeggen.
'Ah vandaar dat ik je nog nooit gezien had.'
De man had een dikke glimlach op zijn gezicht, zo groot dat ik er zelf ook vrolijk van werd. 'Jij werkt hier al langer?' Wist ik met mijn verzamelde beetje moed uit te brengen.
'Jup,' zei de man vrolijk, 'al drie-en-een-half jaar trots medewerker van het bedrijf.'
Even dacht ik na over wat te zeggen of te antwoorden. Wat was ik slecht in sociaal zijn! Maar het hoefde al niet meer. John leek gevonden te hebben wat hij zocht.
'Doei!' zei hij en hij ging er weer vandoor.
Even, heel even had deze John mij van mijn volle blaas afgeleid, maar het was weer terug hoor. Gaan of niet gaan? zei het stemmetje in mijn hoofd weer.
Moeizaam ging ik verder met vullen. Mijn hoofd begon allemaal plannen en te maken over hoe, ik naar de wc kon. Het gevoel werd erger en erger en in mijn hoofd had ik de knoop bijna door gehad, ik ging! Toen over viel ik mezelf met vragen, mag je onder werk tijd naar het toilet? Moet je het dan eerst melden of ga je gewoon. Ik wist er geen antwoord op en ging daarom maar door met het vullen van het krat. Waar zijn de toiletten eigenlijk? vroeg plots een ander stemmetje in mijn hoofd. In mijn oog hoeken zag ik Sandra lopen
'Hallo,' zei ze toen ze naast me stond, 'lukt het allemaal een beetje?' Ze glimlachte er beleeft bij.
'Hmm,' het vage geluid perste ik met moeite tussen mijn lippen door. Ik deed mijn bennen nog stijver tegen elkaar. Het gevoel was nu zo erg dat ik het gevoel had dat ik de controle bijna ging verliezen en het in mijn broek zou doen. 'Ja hoor, gaat goed,' zei ik daarna met moeite.
'Mooi zo,'zei Sandra enthousiast.
Man wat konden mensen vrolijk zijn dacht ik geïrriteerd bij mezelf, normaal had ik er geen last van, maar als ik naar de wc moet: blijf uit mijn buurt.
'Met welke bon ben je nu bezig?'
'Kampen,' zei ik. Het antwoord was kort en moeizaam. Ik kon niet meer, ik moest gewoon heel erg nodig plassen!
'Ah oke,' zei ze terwijl ze mijn kratten bestuderend bekeek, 'en Zwolle?'
'Al af,' zei ik, weer kort en moeizaam. Even wees ik naar een stapel kratten verder op.
'Woo wat goed!' zei ze, ze leek erg verbaast. 'Ik zal je zo wel even helpen, dan kunnen we het misschien voor de pauze afkrijgen.'
Ik knikte wat en ging rustig door met het pakken. Wat Sandra niet wist was dat ik in mijn hoofd een liedje aan het zingen was om niet aan de wc te hoeven denken en aan hoe graag ik daar heen wou.
'Ik ga even naar het toilet,' zei Sandra, 'maar echt heel goed dat Zwolle af is, je bent snel!'
Mijn mond viel open van verbazing, maar mijn vraag was beantwoord. Je mocht dus naar het toilet. Ik deed alsof ik druk aan het vullen was, maar in mijn ooghoeken hield ik Sandra nauwlettend in de gaten, hopend dat ik zo een idee kreeg waar de wc's waren. Ik nam me voor te gaan als Sandra terug was.
Toen overviel mij een angst gevoel. Sandra zei dat ze me ging helpen, wat zou ze er van denken als ik dan zomaar weg ging. Ik keek op de klok, het was 5 voor half 2. Nog een heel uur tot de pauze... jammerde ik in gedachten.
Het duurde enkele minuten, maar toen kwam Sandra weer aangelopen. Met een lach op haar gezicht kwam ze naast me staan.
Daar stond ik dan, nog altijd met mijn benen stijf tegen elkaar, nog altijd niet naar het toilet geweest. Nog altijd wist ik niet wat ik moest doen. Zal ik of zal ik niet? Het stemmetje was terug, zal ik nu of moet ik nog even wachten?

Enkele minuten vulden Sandra en ik zwijgend het krat. Toen rechte ik mijn rug. Ik zag dat Sandra naar mijn keek en met veel moeite om het op een redelijk rustige toon te zeggen vertelde ik haar dat ik even naar het toilet ging. Het was alsof er een last van mijn schouders af viel, ik had het gezegd. Wat was dat bevrijdend. Ik wou in de richting lopen waar Sandra eerder is heen gelopen, toen ik werd overvallen door een onzeker gevoel. Waar waren de wc's? Waren ze wel zo makkelijk te vinden. Na een paar stappen stopte ik. Ja? Nee? Het gevecht dat nog kort in mijn hoofdgevoerd werd. Mijn hart koos ja. Als mijn moed werd bij elkaar geharkt en ik stapte naar Sandra en vroeg: 'Waar kan ik de toiletten vinden?' Even was ik bang voor haar reactie. Werd mijn gedrag op prijs gesteld. Had ik kunnen weten waar ze waren? De rondleiding! Had ze het toen al gezegd?
Even was het stil. Toen rechte ook Sandra haar rug.
Ik hield mijn adem in, enkele seconden en toen zag ik weer de dikke glimlach op haar gezicht. Voor het eerst voelde die fijn er vertrouwd.
'Wat dom van me!' schreeuwde ze uit, 'die heb ik je natuurlijk nog helemaal niet laten zien.' Ze stond op en liep in de richting die ze eerder ook had gelopen. 'Volg mij maar,' zei ze vriendelijk.
Ik volgde haar, door de pakruimte, langs het bureau met alle papieren en bonnen. We gingen een deur door, links af, twee keer recht. Toen zag ik het oude bekende bordje met de letters 'WC'. Yes! zei het stemmetje. Niet veel later deed ik mijn broek naar beneden en deed ik mijn behoeft op het toilet. Wat was het moeilijk, maar ik had mijn keus gemaakt en ik was nog op tijd geweest ook. Wat een dilemma. Dit ga ik morgen vermeiden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen