We staan voor de kust van het kasteel. In de verte kan ik het zien liggen. 'Je vertrouwt Ancano?' vraagt Bokul. 'Hij werkt voor de Thalmor. Kon je niet iemand anders vinden?' Ik schud mijn hoofd. 'Ik weet ook niet of hij helemaal te vertrouwen is. Maar hij heeft informatie die wij niet hebben. Wat zei Isran?' Shakari zucht. 'Begin er niet over. Hij geloofde het niet. Hij wilde zelf gaan kijken. Shakari en Bokul hebben hem maar gelaten.' In de verte zie ik Ancano aankomen lopen. Zo te zien is hij alleen. 'Hm, hij heeft geen slaafjes bij zich,' zegt Bokul. Ik knik. 'Ja, des te beter. Ik weet niet wat hij van plan is.' Hij loopt naar ons toe. 'Goedemorgen,' zegt hij. Hij haalt een hand door zijn haar. 'Heel veel heb ik niet kunnen vinden, helaas. Elenwen is heel strict op dat gebied. Maar ik heb gelezen dat de Thalmor een soort contract hebben afgesloten met deze clan. Een soort wapenstilstand. We hebben toestemming om het kasteel te betreden, zolang we in de hal blijven. Hopelijk is Vaerel daar ook. Als hij, als lid van de clan, ons toestaat om andere ruimtes te betreden, kan de rest ons niks maken.' 'En je denkt dat ze ons zomaar binnenlaten?' vraagt Bokul. 'De poort wordt bewaakt door een oude Nord. Hij is redelijk makkelijk over te halen, geloof me.' Ancano bindt zijn haar vast in een staart. 'Goed, ik stel voor dat ik en de Dragonborn voor gaan. Houd je koest, begrepen?'
We staan in de hal. Ik zie Vaerel nergens. Dit gaat goed. De Altmer komt op ons afgelopen. 'Thalmor? Wat doen jullie hier?' vraagt hij. Ancano maakt een kleine buiging. 'Heer Vingalmo, ik ben hier om mijn broer te zien. Vaerel. Hij heeft zich onlangs bij de clan gevoegd.' Vingalmo kijkt hem even aan. 'Hm...Broer zeg je? Vaerel!' Ik zie hem aankomen lopen. 'Ja, meester Vingalmo?' Vingalmo draait zich om. 'Deze Thalmor zegt dat je zijn broer bent. Hij wilt je zien. En hij heeft bezoek bij zich.' Vaerel kijk ons aan. Zo te zien is hij verbaasd om zijn broer te zien. Hij stapt op hem af. 'Ancano, wat doe jij hier?' vraagt hij. 'Broertje, niet hier. Is er hier ergens een plek waar we alleen kunnen zijn?' Mijn hart bonst in mijn keel. 'Eh...Ja, volg mij maar.'
We staan in een tuin. Hij is helemaal verwilderd. 'Serana zei dat haar moeder altijd de tuin onderhield. Maar waar die zich schuilhoudt, geen idee.' We gaan op een bank zitten. Ancano schraapt zijn keel, maar ik ben hem voor. 'Waarom heb je je bij hun gevoegd?' vraag ik meteen. Vaerel zucht. 'Ik had wel verwacht dat je dat zou vragen. Ik ben je een verklaring schuldig. Ik ben jullie bijna allemaal een verklaring schuldig.' Ik sla mijn armen over elkaar. 'Het klopt niet. Ik snap niet waarom je een vampier wilt zijn. Kijk nou naar je!' Hij is veranderd. Hij is bleek, zijn gezicht is ingevallen. Hij heeft een kap opgezet, voor de zon. 'Iemand moest zich opofferen. Ik wist dat jij het niet ging doen, en terecht. Als Dragonborn kun je je bloed maar beter zuiver houden, en niet geassocieerd zijn met Daedra. Ik probeer te achterhalen wat Harkon van plan is.' Ancano knikt. 'Dat idee had ik al. En als je dat ontrafeld hebt, wat dan? Wat ga je dan doen? Een normaal leven leiden zit er voor jou niet in.' 'Ik vind wel een manier...' Bokul kijkt op. 'Jongens, we hebben bezoek.' Ik draai me om. Oh nee... Serana komt op ons afgelopen. 'Het is goed,' zegt Vaerel. 'Ze staat aan onze kant.' Ze gaat tegenover ons staan. 'Ik wist wel dat je ons zou helpen, Arwen,' zegt ze. Meent ze dit nou? 'Helpen met wat?' vraag ik haar. 'Mijn vader verbergt iets. Over mijn moeder. Ik mag niet naar haar studeerkamer toe. Hij is afgesloten.' 'Je denkt dat daar iets ligt?' vraag ik haar. 'Is je moeder niet gewoon dood? Heeft je vader haar niet gewoon vermoord?' Serana schudt haar hoofd. 'Nee.' 'Heeft het iets te maken met de Elder Scroll,' vraagt Shakari. 'Dat moet wel,' zegt Serana. 'Ik heb het idee dat er nog een andere Scroll is.' Ik kijk Shakari even aan. 'Dus je denkt dat je moeder die andere heeft?' Serana knikt. 'Ja. Ik geloof niet dat ze dood is. Ik kan het voelen. Maar ik moet weten waar ze is. En ik vermoed dat het antwoord verstopt is in haar studeerkamer.' Ik zie dat Vaerel Ancano strak aankijkt. Ancano kijkt hem aan. 'Waarom ben je hier?' vraagt Vaerel. 'Je was niet eens op mijn bruiloft. Je wilde Arwen niet eens ontmoeten. En nu ben je hier. Wat komt hierna? Komt vader langs voor wat tijd met zijn zonen?' Ancano zucht. 'Vader is dood, Vaerel. Heb je de brief niet gekregen?' Vaerel kijkt hem uitdrukkingsloos aan. 'Dood?' Ancano knikt. 'Ja, aangevallen door een losgeslagen Bosmer. De begrafenis was in Alinor. Ik neem aan dat de brief verkeerd geadresseerd was.' Vaerel's uitdrukking veranderd niet. 'Waarom zou ik naar die begrafenis toegaan? Na alles wat er gebeurd is? Omdat hij zo'n goede vader was?' 'Vader wilde alleen dat we...' 'Instrumenten van de Thalmor werden. Ik snap het. En hij wilde me alleen discipline leren in Hammerfell. Houd toch op, Ancano. Vader was een monster. Hij verdiende het!' Geschokt kijk ik hem aan. Zo heb ik hem nog nooit horen praten. 'Geen wonder dat moeder gevlucht is naar Morrowind.' Ancano zucht.'Luister, ik ben hier omdat ik ongerust ben. Ik weet dat we nooit een echte band hebben gehad. Maar je bent nog steeds mijn broer, en ik voel me nog steeds verantwoordelijk voor je.' 'Bespaar je het gevoel. Ik ben een volwassen elf. Ik heb geen Thalmor nodig om me te beschermen.' Ik kijk naar mijn schoot. 'Is er geen andere manier om in die studeerkamer te komen?' vraagt Shakari. 'Nou, je zou via de tuin kunnen gaan,' zegt Serana. Ze wijst naar rechts. 'Ik kan me herinneren dat daar een oude doorgang was. Misschien is hij nog open.' Ze loopt naar een verwilderde rozenstruik toe. 'Ja! Hij is nog open!'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen