Foto bij Geheim 26

In de voormiddag van Mercurius was de vergadering gepland. Iedereen kwam langzaamaan binnen, ook Sarah. Nina ontspande terug nu ze wist dat iedereen er nog was en ze begroette hen. “Goed, de groepen: Christophe en Senne, ik en Sarah, Bas en Niels en tenslotte Nicola en Dennis. De opdracht is dat we de vijanden moeten zoeken van de nimfen, de draken, de sprekende paarden en de dwergen. Dus dit keer moeten we in de bibliotheek zijn, want we mogen niets aan Dennis, Nicola of Senne vragen”, zei Nina en iedereen knikte. “Maar deze opdracht is toch simpel? We zullen zo klaar zijn!” zei Dennis. “Ja, ik weet het. Indien nodig zal de volgende samenkomst vroeger verplaatst worden…”, antwoordde Nina en na deze woorden verliet iedereen de zaal.

Omdat iedereen er snel vanaf wou zijn, gingen ze naar de bibliotheek om daar op zoek te gaan naar info. Tot hun ontsteltenis ontdekten ze dat er meerdere boeken waren over de wezens, verspreid over de hele bibliotheek. Dat werd dus zoeken…

“Ik heb er geen zin meer in, kunnen we even een luchtje scheppen?” vroeg Niels. Bas knikte en ging mee naar buiten. Zij waren niet de enigen. Praktisch alle groepen hadden er genoeg van, want als ze een boek hadden over die wezens, bleek dat een boek te zijn met de informatie die ze niet zochten. Er was echter één groep dat volhield, namelijk de groep van Sarah en Nina. Zij stonden nog in de bibliotheek te zoeken. Niet dat deze zo gigantisch was, maar de kasten rijkten tot aan het plafond en zaten letterlijk helemaal gevuld met boeken. Er kon nergens nog een boek bij.

Nina trok een boek van een plank af en keek er met heimwee naar. Het was een sprookjesboek waaruit haar moeder vroeger voorlas. Ze vertelde aan Nina dat Nina’s vader dit boek uit een andere wereld had meegenomen voor haar. Maar wanneer Nina vroeg naar de andere wereld, zweeg haar moeder. Nu wist ze wel beter wat haar moeder met de andere wereld bedoelde. “Nina, ik heb het!” zei Sarah en haalde Nina zo uit haar overpeinzingen. Nina kwam naar Sarah toe en vroeg zich af welk boek Sarah had gevonden. Sarah had een klein boekje vast met daarop als titel: ‘Wezens van alle rijken’. “Vreemd, dat boekje heb ik nog nooit gezien… Hoe wist je dat dit boekje hier lag?” vroeg Nina verbaasd, maar Sarah antwoordde niet. In plaats daarvan maakte ze het boekje open en Nina keek over haar schouder mee.

Het boekje bestond uit een korte beschrijving van de wezens en nog wat info over hen, waaronder wie hun natuurlijke vijanden waren. “Sarah, je bent geniaal! Zo moeten we de bibliotheek niet meer te doorzoeken”, zei Nina vrolijk en Sarah knikte. “Oké, van de nimfen centauren, van de dwergen elfen en van de sprekende paarden vrouwelijke feeën”, zei Sarah en ze sloeg het boekje dicht. Nina fronste. “En van de draken?” vroeg ze. Sarah draaide met haar ogen en zei: “Dat weet toch iedereen? De Ak-baba en de Garudavogel…” Nina knikte maar, maar zei toen verward: “Wacht, de Ak-baba bestond toch enkel in verhalen? Evenals de Garudavogel?” Er speelde een mysterieus glimlachje om Sarahs lippen toen ze zei: “Wie zegt dat wij ook geen verhalen zijn?” en dan wandelde ze weg, Nina verward achter latend.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen