Zo te zien ben ik weer de vallei ingerend. Ik zucht. Ik heb geen zin om me om te draaien. Ze zullen zo wel weg zijn. Ik ga langs het water in het lange gras liggen. Dit is zo'n vreemde plek. Ondanks dat er sneeuw op de bergen ligt, is het hier niet koud. Misschien kan ik ook maar beter hier blijven. De vallei is zo groot, Gelebor zal me nooit vinden. 'Wat doe jij hier?' hoor ik opeens. Laat maar. Ik sta op en draai me om. Voor me staat Gelebor. 'Ik...Ehm...' Hij slaat zijn armen over elkaar. 'Je was even klaar met de rest?' Ik knik. 'Ja. Ik ben klaar met alles. Klaar met het Dragonborn zijn. Klaar met die vampiers. Klaar met mezelf.' Hij komt dichterbij. 'Kom, dan gaan we naar het paleis toe. Daar kunnen we beter praten.'
Ik kijk uit over de vallei van het balkon. Gelebor komt teruglopen met een glas wijn en gaat naast me zitten. Hij zet het glas wijn voor me neer. 'Kun je me vertellen wat er precies gebeurd is?' Ik zucht. 'Ik heb Vaerel verloren. Mijn echtgenoot. Ze...Ze hebben hem vermoord.' 'Wie?' vraagt Gelebor. 'De Volkihar Clan. Een groep vampiers onder leiding van heer Harkon.' Gelebor neemt een slok van zijn wijn. 'En het ergste...Het is allemaal mijn schuld. Ik heb hem daar achtergelaten.' 'Had hij er niet ervoor gekozen om vampier te worden?' Ik knik. 'Ja, hij wilde ze bespioneren.' 'Klinkt dat hij alsnog wist waar hij mee bezig was. En zich misschien ook verzoend had met zijn lot.' Ik kijk hem uit. 'Maar dat betekent inderdaad niet dat het minder erg is. Zo'n verlies valt zwaar. Is dat waarom je niet in balans bent?' Ik knik. 'Dat moet wel. Toen ik hem zag, knapte er iets in me. De draak in me nam me over. Toen werd het allemaal wit voor mijn ogen. Volgens Shakari en Bokul steeg ik op en was ik omringd met blauwe vlammen. Ik werd wakker, vlakbij Solitude. En sindsdien ben ik niet meer hetzelfde.' Gelebor neemt nog een slok van zijn wijn. 'Iets moet dus de draak getriggerd hebben.' 'Meester Paarthurnax vertelde me dat het in de aard van een draak zit om te domineren.' 'En dat was een gigantisch moment van zwakte, en hij sloeg toe. Nogmaals, het is hartstikke normaal dat je van streek bent.' Ik verzit even. 'Je klinkt vrij kalm voor iemand die net zijn eigen broer onthoofd heeft.' Hij grinnikt zwakjes. 'Ja...Vyrthur en ik waren geen broeders meer. Dat was voorbij zodra hij koos voor Molag Bal. Hoe zit het nu met de boog?' Ik zucht. 'Heb ik aan de rest gegeven. Ik wil gewoon...Ik wil de wereld redden. Maar ik kan het niet.' 'Misschien nu niet. Wie weet wat de andere nu aan het doen zijn. Misschien is het toch niet zo egoïstisch om aan jezelf te denken om de zoveel tijd.' Ik zucht. 'Misschien niet. Wat moet ik doen?' Gelebor staat op en loopt naar de balustrade. Hij kijkt uit over de vallei. Ik ga naast hem staan. 'Gelebor?' 'Zo menselijk.' Hij kijkt me aan. 'Wat bedoel je?' vraag ik hem. 'Soms vergeet ik dat Bretons officieel gezien tot mensen worden gerekend. Ik merk dat je toch ook heel veel elfentrekken hebt. Meer dan je je realiseert.' Hij kijkt weer naar de vallei. 'Ik snap niet wat je bedoelt.' 'Ik bedoel dat je tot jezelf moet komen. Ik kan je daar mee helpen, als je dat wilt.' Ik zucht. 'Ik kan het inderdaad niet meer dan proberen.' Hij knikt. 'Prima. We beginnen morgen. Wie weet wat we over je ontdekken.' Hij draait zich om en loopt naar binnen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen