Ik zie het voetbalteam en als ik begin te lopen merk ik pas dat ik niet meer mijn zwarte capuchon aan heb. Ik heb een zwart topje aan met een kort, zwart spijkerbroekje eronder. Dan kom ik aan bij het team. "Ik neem aan dat jullie Inazuma Japan zijn?" vraag ik lief. "Ja, wie ben jij?" vraagt een oudere man. Waarschijnlijk de coach. "Ik ben Saïra Hells, ik word manager van dit team dankzij het FFi-comité. Ieder team krijgt zo'n aangewezen manager. Hier heb je de brief," zeg ik lief als ik de neppe brief aan de man geef. "Oké, ik ben Travis. Coach Travis voor spelers en managers. Het team kan zichzelf aan je voorstellen," zegt hij als hij wegloopt. Dat ging makkelijk. Ik loop naar de jongens. "Hoi," zeg ik als ik voor ze sta. "Hoi, wie ben je?" vraagt een jongen enthousiast. Hij heeft bruine warrige haren die in model worden gehouden door een oranje haarband. "Ik ben Saïra Hells. Door het FFI-comité krijgt ieder team een manager toegewezen, ik kom bij jullie," leg ik beknopt uit. "Ik ben de aanvoerder, Mark Evans en dit zijn..." Zo begint de jongen met de oranje haarband, Mark dus, een voorstelrondje langs de groep.

We zijn in de bus door alle buurten gegaan en zijn eindelijk bij de Japanse buurt. We krijgen de eerste dag vrij en mogen gaan zwemmen. Aangezien er in de demonen-wereld niet echt zwembaden zijn heb ik nooit leren zwemmen. Ik blijf langs de kant zitten en nu pas merk ik het verschil dat ik ook heb met deze mensen. Ze zijn altijd vrolijk, echt waar. Maar nu voel ik me alleen maar nog eenzamer. https://www.youtube.com/watch?v=u9Dg-g7t2l4 - Sound Of Silence - Disturbed. ik hoor het liedje en verberg erin hoe eenzaam ik me voel voordat een jongen naast me komt staan. "Saïra, waarom ga jij niet zwemmen?" vraagt hij. "Ik heb geen zin... uuhm..." Ik kijk naar de jongen waarvan zijn blauwe haren rechtovereind staan. "Austin," vult hij me aan. "Bedankt, zo veel namen in een keer onthouden is best lastig," zeg ik. "Begrijpelijk," zegt hij als hij weer wegloopt. "Je moet dadelijk echt komen, dit is geweldig!" roept hij me nog na.

Na een paar minuten toe te hebben gekeken begin ik eigenlijk best wel zin te krijgen om mee te doen. Ik zie een stapel met zwemspullen staan en er staan 4 meidentassen? Maar er zijn maar 4 managers inclusief mij, dus een van die tassen. Die oude mannetjes doen toch nog iets goed. Ik loop dus maar naar de managers om te vragen waar mijn tas is om erachter te komen welke niet. Ik kom er dus achter dat het de zwarte tas is... had ik me ook eerder kunnen bedenken. Dan kleed ik me snel om en leg ik mijn telefoon met oortjes voorzichtig bij mijn kleding. Ik leg dit nooit weg dus ik verstop het goed en loop daarna het water in.

Ik sta met mijn voeten in het water en het is best fijn. Het lijkt net alsof het water mijn tenen wilt kietelen, zo leuk! Dan loop ik verder en verdwijnen ook mijn knieën in het water. En dan mijn middel. Zo blijf ik staan. "Oké... zo erg zijn die mensen toch niet," mompel ik in mezelf als ik kijk hoe iedereen lol heeft. Ik snap nu eigenlijk niet waarom de engelen en demonen zo erg tegen mensen zijn! Ik loop naar het groepje dat water naar elkaar toe gooit en ze stoppen voor een moment. "Is er iets?" vraag ik ze. "Word je niet boos als je nat word?" vraagt ark eerlijk. Ik zak door mijn knieën zodat mijn hoofd half onderwater verdwijnt voordat ik weer omhoog moet komen omdat ik anders verdrink. "Ik ga bij jongens staan die een watergevecht doen, in de zee, om droog te blijven... Jep, dat is het," zeg ik met een stem waar het sarcasme van af druipt. Blijkbaar merken ze het en kan ik meedoen met het watergevecht.

Na het avondeten loop ik naar mijn kamer. Ik deel er een met Celia. Ik ben net op mijn kamer als mijn telefoon gaat, Destra. Celia zit er al dus ik loop de badkamer in en maak de deur op slot. Ik praat extra zachtjes zodat Celia me niet kan horen.

Telefoongesprek Saïra en Destra:
Saïra: Destra, ik ben een dag weg. Wat moet je?
Destra: Hoe is het gegaan?
Saïra: Het ging goed, ze geloofde me en zijn best aardig. Wat is er eigenlijk zo slecht aan hun?
Destra: Ze zijn bang voor alles wat ze niet kunnen verklaren, dus ook voor magie, dat ons bij engelen en demonen brengt dat ons weer bij ons brengt dus best veel.
Saïra: Oké, duidelijk. Wat moet ik doen?
Destra: Zorg dat ze je vertrouwen.
Saïra: Ga je me nou elke avond lastig vallen met zo'n telefoontje?
Destra: Nee, ik moest gewoon weten of ze erin waren getrapt. Waarom nam je eerder trouwens niet op?
Saïra: Ik was op het strand met het voetbalteam.
Destra: Dan neem je je telefoon toch mee?
Saïra: Naar een watergevecht?
Destra: Word maar niet te goede vrienden met ze. Ze aan je eng vinden en je verlaten.
Saïra: Ja-ja, ik kies zelf wel. Doei!
Destra: Doei!

Ik hang op en loop de badkamer uit. "Met wie was je aan het praten?" vraagt Celia meteen. "Mijn broer, hij is nu in Europa op rondreis. Ik mis hem heel erg en hij belt af en toe alleen dan praat ik liever privé. Hopelijk maakt dat niks uit," lieg ik. "Tuurlijk maakt dat niks uit. Iedereen heeft zo zijn privé-ruimte nodig," zegt Celia als ze in haar bed gaat liggen. Ik doe hetzelfde en val bijna onmiddellijk in slaap.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen