Foto bij – 3 –

‘Zo snel al?’ was ook Maisie verbaasd. ‘Wat heeft hij teruggeschreven?’
      Vertwijfeld haalde ik mijn schouders op, ongelovig de simpele tekst nogmaals nalezend. ‘Dat ik dit weekeinde langs mag komen voor een persoonlijk gesprek op Kensington Palace,’ antwoordde ik langzaam deze onwerkelijke realiteit.
      De verbazing maakte plaats voor giechelend enthousiasme en Maisie sprong bijna letterlijk op en neer, terwijl ik nog altijd verbluft naar de handgeschreven letters staarde op het koninklijke briefpapier. Vlug griste mijn vriendin de brief uit mijn handen, om het zelf te kunnen lezen.
      ‘Ongelooflijk… Als ik jou was zou ik mevrouw Chandler direct om verlof vragen voor dit weekend,’ glimlachte Maisie uitdagend. ‘Ik ben stiekem zo jaloers! Echt, jij bent de meest gelukkige leerlinge hier op school.’
      Lipbijtend keek ik mijn beste vriendin bedenkelijk aan en nam mijn brief weer van haar terug, voordat ik zacht knikte. ‘Ja, laat ik maar gelijk verlof aanvragen,’ was ik het met haar eens. ‘Zie ik jou zo bij het avondmaal?’
      Maisie knikte, waarna zij mij een klein zetje gaf. Glimlachend schudde ik mijn hoofd en liep de gang uit, richting het kantoor van onze hoofddirectrice, mevrouw Kendall Chandler. Het besef was nog steeds niet helemaal bij mij geland.
      De secretaresse van onze hoofddirectrice was al vrij, dus liep ik langs haar bureau naar de deur van het kantoor van mevrouw Chandler en klopte aan. Na een vriendelijk “binnen”, opende ik de deur en stond het hoofd van de school uitnodigend op.
      ‘Mejuffrouw Thorphen, wat een verrassing. Waar kan ik jou mee helpen, lieverd?’ glimlachte de vrouw op leeftijd alleraardigst. Zij gebaarde mij plaats te nemen op de stoel tegenover haar bureau, voordat zij zelf weer plaatsnam. ‘Hopelijk is alles in orde?’
      Na de deur achter mij gesloten te hebben, nam ik plaats op de aangeboden stoel. ‘Jazeker, dank u. Ik ben hier met een vraag,’ kondigde ik aan. ‘Als het mogelijk is, zou ik dit aankomende weekend graag met verlof teruggaan naar Londen.’
      ‘Waarvoor, als ik zo vrij mag zijn om te vragen?’ was de vrouw nieuwsgierig geworden.
      Uitleggend overhandigde ik de hoofddirectrice de brief. ‘Ik heb een uitnodiging gekregen van prins Nathanael,’ antwoordde ik verklarend.
      Mevrouw Chandler plukte haar vuurrode leesbril uit haar op-geföhnde, grijze haren en zette deze op om de handgeschreven tekst zelf te kunnen lezen. ‘Wel ja…’ lachte zij hartelijk en legde de brief voor haar neer op het bureau. ‘Nathanael Windsor. Zo’n lieve jongen. Kan ik vragen waarom jij hem hebt geschreven?’
      ‘Voor ons essay voor Engels,’ antwoordde ik. ‘U kende prins Nathanael?’
      Wiebelend haalde de vrouw haar schouders op. ‘Kennen… Niemand kent een tienerjongen in bloei, zelfs zijn moeder niet. Maar Nathanael was een zeer goede jongen en een voorbeeldige leerling. Zijn broer daarentegen…’ Dramatisch hief zij haar handen op in onschuld. ‘Gelukkig is het goed gekomen met die jongen,’ lachte zij opgelucht.
      ‘Kunt u mij misschien iets meer over hen vertellen? Mijn essay gaat namelijk over de vraag of er nog altijd noodzaak is voor de monarchie,’ vertelde ik eerlijk.
      Aandoenlijk keek de hoofddirectrice mij schuin aan. ‘Oh, lieverd, toch. Je moest eens weten wat deze mensen voor ons doen,’ vertrouwde zij mij toe. ‘Zoals ik al zei, was Nathanael een voorbeeld-leerling. Waar zijn broer Jethro zich in de meest onmogelijke situaties begaf, haalde hij slechts onschuldig kattenkwaad uit. Hij hield zich afzijdig van alcohol, narcotica en andere ellende. Daarentegen wilde Jethro alles uitgeprobeerd hebben, voordat hij zich vrijwillig wilde toewijden aan de voorbereidingen voor het koningschap.’
      ‘Geef hem eens ongelijk,’ mompelde ik meelevend. ‘Niemand wil koning zijn, toch? Waarschijnlijk had ik precies hetzelfde gedaan in kroonprins Jethro zijn positie.’
      Mevrouw Chandler wuifde mijn woorden lachend weg. ‘Wel, ik ga er vanuit dat prins Nathanael jou nog wel het één en ander over het belang van het koningshuis kan vertellen,’ knipoogde zij toevertrouwend.
      Verrast ging ik rechterop zitten. ‘U laat mij gaan, dit weekeinde?’ vroeg ik voor de zekerheid.
      ‘Natuurlijk, kind. Ik verwacht jou zondagavond weer terug op school,’ zei de vrouw mij formeel, voordat zij opnieuw glimlachte. ‘En dat jij mijn warme groeten zult overbrengen aan mijn oud-lievelings-leerling. Vertel het niet verder, dat is niet professioneel.’
      Lachend stond ik op. ‘Dat zal ik doen, mevrouw. Om eerlijk te zijn heeft u mij nieuwsgierig gemaakt voor het gesprek aanstaande zaterdag,’ moest ik bekennen. ‘In de media wordt prins Nathanael altijd zo… flamboyant en losbandig weergeven.’
      Mevrouw Chandler lachte hartelijk. ‘Hij is alles, behalve,’ verzekerde zij mij. ‘Nathanael is veel, maar alles behalve dat.’ Zij gaf mij mijn brief terug. ‘Vertel mij over het gesprek wanneer jij terug bent. Dat lijkt mij leuk om te horen.’
      ‘Zal ik doen, mevrouw,’ knikte ik. Na nog een laatste glimlach te hebben uitgewisseld, verliet ik het kantoor.


‘Nerveus?’ peilde Maisie.
      Vertwijfeld keek ik naar mijn zoveelste uitgezochte outfit in de spiegel en draaide nogmaals een rondje. ‘Waarom heb ik niet iets chics in mijn kast hangen?’ vroeg ik met hangende schouders. ‘Niet één jurk tot over mijn knieën…’
      Lachend gooide Maisie mij één van haar rokken toe, die ik behendig opving. ‘Probeer dit.’ Het was een prachtige plissérok. ‘Met jouw figuur staat het jou een stuk beter dan mij,’ complimenteerde zij mij en kroop weer terug op haar bed.
      ‘Koninklijk blauw?’ vroeg ik ietwat afkeurend. Mijn beste vriendin haalde onschuldig haar schouders op. Bedenkelijk verruilde ik mijn jurk voor de plissérok en koos voor een wit kantenblouse. ‘Zoiets, dan?’
      Maisie rolde verveeld met haar ogen toen zij opkeek van haar leesboek. ‘Kant met de vouwen van de rok? Westley, kom op…’ verzuchtte zij geërgerd. ‘Dit is zelfs te hipster voor jou.’ Zij rolde zichzelf dramatisch van haar bed en liep naar de kledingkast van Ophelia, waar zij een simpele witte blouse uitpakte. ‘Leen deze maar voor de gelegenheid. Jullie hebben dezelfde maat.’
      ‘Is deze niet iets te diep uitgesneden?’ vroeg ik argwanend, de blouse van Ophelia op de hanger bekijkend.
      Lachend schudde mijn beste vriendin haar hoofd. ‘Dat compenseert voor jouw bijzondere opmerkingen,’ verzekerde zij mij en dook onder haar bed. ‘Waarschijnlijk heb jij schoenen nodig?’
      Mijn blouse open-knopend schonk ik Maisie een afkeurende blik. ‘Is niets van mijn eigen kleding geschikt?’ vroeg ik voor de zekerheid.
      Verontschuldigend haalde Maisie haar schouders op toen zij de juiste schoenen gevonden had. ‘Wil je daar echt een eerlijk antwoord op hebben?’ vroeg zij retorisch. ‘Pas deze pumps eens. ‘Deze beige pumps zouden jou goed staan. Het maakt jouw look net iets zachter.’
      Ietwat ongemakkelijk in de blouse van Ophelia en de rok en pumps van Maisie staarde ik naar mijn spiegelbeeld. Moest ik mij zorgen gaan maken om mijn eigen persoonlijk, of zou ik deze soms ook nog om kunnen ruilen met die van mijn klasgenoten voor de dag?
      ‘En dan vlecht ik morgenochtend jouw haar,’ kwam Maisie achter mij staan. Lief pakte zij enkele plukken van mijn karamelbruine haren om een voorbeeld te geven. ‘Ik dacht aan een simpele haarband van jouw eigen haar, zodat de rest van jouw krullen mooi zichtbaar zijn. Netjes, maar schattig.’
      Dankbaar draaide ik mij om en gaf mijn beste vriendin een knuffel. ‘Bedankt voor jouw hulp. Wat moet ik toch zonder jou?’ verzuchtte ik met een kleine glimlach.
      Maisie haalde overdreven haar schouders op. ‘Zonder mij kom jij dat paleis niet binnen. Op deze manier ben ik toch een beetje bij jou morgen,’ knipoogde zij plagend. ‘Ik stel voor dat wij verder gaan met de accessoires?’
      ‘Wel, ik neem aan dat mijn vintage straalvliegtuigketting een nee is?’ vroeg ik met gespeelde teleurstelling.


‘Hij is zo knap dat het pijn doet,’ jammerde Maisie verlangend met een diepe zucht vanaf mijn bed. ‘Het is bijna niet eerlijk dat jij van alle meiden hem mag spreken vandaag.’
      Lacherig draaide ik mij weg van mijn spiegelbeeld, na zojuist nog even vlug mijn make-up te hebben bijgewerkt. ‘Margery!’ klaagde ik gespeeld terug. ‘Geloof mij, ik ben al zenuwachtig genoeg. Daarbij hoef jij mij niet te helpen… Hoe zie ik eruit?’
      Maisie keek op van mijn verzamelmap vol met informatie over de koninklijke familie, iets dat ook zij maar wat te interessant vond, maar dan om andere redenen. ‘Prachtig!’ glimlachte zij vertederd. ‘Beeldschoon, zelfs.’
      Bedenkelijk liet ik mijn schouders hangen. ‘Maar is het netjes genoeg?’ vroeg ik onzeker door. Verwoed probeerde ik de V-hals van de blouse iets hoger te laten hangen. ‘Hoewel jij denkt van wel, ga ik niet naar het paleis om de prins te versieren.’
      Terwijl Maisie onschuldig begon te lachen, kwam Ophelia de slaapzaal opgelopen. ‘Jouw taxi staat klaar beneden,’ liet zij mij weten, voordat zij beschuldigend mijn kant op wees. ‘Hé, is dat mijn blouse?’
      ‘Maisie vond geen van mijn eigen kledingstukken geschikt voor vandaag,’ antwoordde ik verklarend.
      Ophelia keek haar klasgenoot beschuldigend aan, maar deze wees slechts verontschuldigend naar mijn kledingkast. Ondertussen pakte ik gauw mijn tas, controleerde met name of ik mijn paspoort en vragenlijst bij mij had, voordat ik mijn jack van de kapstok pakte.
      ‘Nee, nee. Oh, nee,’ waarschuwde Ophelia mij verontwaardigd. Direct wisselde Maisie een vergenoegde blik met haar klasgenoot. ‘Ik begrijp het probleem…’ Even wierp zij een blik in haar eigen kledingkast en haalde vervolgens een klassieke, beige zomerjas van een hanger. ‘Past perfect bij de schoenen.’
      Met tegenzin hing ik mijn eigen jack terug aan de kapstok en nam de zomerjas van Ophelia aan, om gelijk aan te trekken. ‘Mag ik nu gaan, dan?’ vroeg ik met een geforceerde glimlach.
      Lachend trok Maisie mij in een knuffel. ‘Heel veel plezier en vertel mij morgenavond alles!’ drukte zij een kus op mijn wang.
      ‘Wees voorzichtig,’ gaf Ophelia mij nog een vlugge knuffel. ‘Tot morgen!’
      Glimlachend draaide ik mij nog één keer om in de deuropening. ‘Ik zie jullie morgen weer,’ groette ik en liep naar beneden toe.
      Buiten stapte ik in de bestelde taxi die mij naar het enige vliegveld bracht van Isle of Man. Na een korte rit over het kalme eiland kwamen wij aan in Ronaldsway en stapte ik uit voor de deuren van het vliegveld. Ruim op tijd checkte ik in met slechts mijn handbagage en na een vlucht van bijna anderhalf uur landde ik zo’n twee uur later veilig in de hoofdstad Londen.
      Een volgende taxi bracht mij in een rit van veertig minuten naar Kensington Palace, precies op tijd voor de afspraak die gepland stond voor één uur in de middag. Tevreden keek ik naar het voorbijrazende Londen, de vertrouwde omgeving waar ik opgegroeid was.
      Toen wij door de haag van bomen de toegangsweg naar het paleis opreden, drong het besef pas tot mij door. Zo direct zou ik daadwerkelijk een prins te spreken krijgen voor mijn simpele essay. Bij dat idee kreeg ik toch wel klamme handen. Vluchtig checkte ik mijn haar en make-up in een klein make-upspiegeltje, die ik daarna gauw weer opborg in mijn handtas. Met dat ik dat deed, zag ik mijn dossiermap die de vragenlijst bezat en enkele pagina’s informatie over Kensington Palace, dat ik gelezen had in het vliegtuig.
      Ik pakte de informatie over Kensington Palace er nog eens bij en bekeek een oude foto van het paleis. Het paleis zelf was vrij weinig veranderd, maar de omgeving er rondom heen daartegenover des te meer. Ook hier had de oorlog van enkele jaren geleden nog zichtbare sporen nagelaten, zoals over het hele Verenigd Koninkrijk nog te zien was. De tuinen van het paleis waren prachtig, van wat ik kon zien vanuit de taxi, maar de huizen daaromheen waren nog niet allemaal hersteld.
      Verward draaide ik mij naar de autodeur die voor mij werd geopend, zodra de taxi tot een stop was gekomen voor de hoofdingang van het paleis. Met een onthutste glimlach stapte ik uit en bedankte de portier in het donkere tenue. Na de taxichauffeur betaald te hebben en mijn tas te hebben gepakt, liep ik het bordes op. Daar hield een volgende portier in hetzelfde tenue mij staande.
      ‘Legitimatie, mevrouw,’ eiste de man mijn paspoort te zien. Onmiddellijk overhandigde ik hem deze. Nadat hij mij vergeleken had met mijn pasfoto, gaf hij mij deze weer terug. ‘Uw reden van bezoek?’
      Meteen stopte ik mijn paspoort weer terug in mijn handtas. ‘Ik heb een afspraak met prins Nathanael om één uur,’ antwoordde ik.
      De portier en zijn collega’s lieten mij het paleis binnen. Zodra de voordeur achter mij dichtviel schrok ik even. Niet zozeer van het geluid, maar bij het aangezicht van de klassieke schoonheid van dit eeuwenoude gebouw realiseerde ik mij dat ik echt hierbinnen was. Waar het bezoek eerder deze week nog zo onwerkelijkheid had geleken, was het dan nu toch waar.
      ‘Mejuffrouw Thorphen?’ kwam een man van middelbare leeftijd naar mij toegelopen. Hij wachtte niet op antwoord en stak zijn beide handen uit om de mijne aan te nemen. ‘Fletcher Sappington.’
      Overvallen door het sterke karakter, schudde ik onzeker de hand van de man. ‘Aangenaam,’ stamelde ik argwanend.
      ‘Als u mij zou willen volgen?’ bleef de man kort en gebaarde mij hem de trap op te volgen.
      Vol ongeloof bekeek ik de trap waarop meneer Sappington behendig snel omhoog liep. Het was een grandioze keizertrap. Zonder er over na te denken pakte ik mijn mobiele telefoon uit mijn geleende jaszak om een foto te maken voor mijn broer, die architect was, en dit prachtig zou vinden. Misschien dat ik hem nog zou zien dit weekend en dan zou hij mij zeker vragen over de architectuur van het paleis.
      ‘U kunt hier geen foto’s maken!’ bracht meneer Sappington diepverontwaardigd uit. Hij stond al op de eerste verdieping en keek letterlijk op mij neer. ‘Ik sta erop dat u de foto onmiddellijk verwijderd. Dit is geen museum!’
      Wel, dat was het voorheen, dacht ik bij mijzelf.
      Er werd zacht gelachen. ‘Als dat meisje een foto van de trap wilt, kan zij deze gerust maken,’ knipoogde de man geamuseerd, die razendsnel de trap afdaalde. Ik herkende hem niet direct, maar zag al snel dat het kroonprins Jethro was. Dankbaar schonk ik hem een glimlach. ‘Niet zo streng, Sapps. Fijne dag, jongedame!’
      Zo snel als dat de kroonprins de trap was afgedaald, zo snel verdween hij door de voordeur die voor hem werd opengehouden. Nog net ving ik een glimp op van de privéauto die voor hem klaar stond onderaan het bordes.
      Met de foto van de keizertrap nog op mijn mobiele telefoon, stopte ik deze terug in mijn jaszak en liep zelf over de beklede traptreden naar boven. Hoewel dit pas de hal was, kwam ik tijd te kort. Aan de metershoge muren hingen eeuwenoude schilderijen en ik zou deze uitzonderlijk graag stuk voor stuk bekijken, maar helaas kwam ik daar niet voor. Ik zou hier moeiteloos een hele dag door kunnen brengen.
      ‘Prins Jethro was haastig, maar u zult zo bij aankomst wel moeten buigen voor prins Nathanael,’ herstelde meneer Sappington zijn statige houding, zodra ik mij weer naast hem voegde.
      Hoewel ik de man gehoorzaam volgde door de lange gangen van het paleis, ontstond er bij mij lichtelijke vertwijfeling. Ik had dan genoeg gelezen over de Victoriaanse en Edwardiaanse tijdperken, maar ik was niet geheel bekend met de etiquette uit die tijd. Eerlijk gezegd was ik dat ook niet van plan. Moest ik werkelijk buigen voor een ander humaan wezen?
      Meneer Sappington zei mij uiteindelijk een klein moment te wachten op de gang, voordat hij een kamer binnenliep. ‘Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Nathanael verwacht u,’ kwam hij al gauw terug met de mededeling.
      Dat wist ik toch al? Daarom was ik toch ook hier?
      ‘Komt u binnen, mejuffrouw,’ gebaarde meneer Sappington mij de kamer binnen te stappen.

Reageer (2)

  • VampireMouse

    Aaaah zo spannend ben echt heel benieuwd wat voor man hij is!

    6 jaar geleden
  • Manonxxx

    Kan bijna niet wachten tot volgende week.
    Ben zo benieuwd hoe t verder gaat.

    Xx

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen