Foto bij – 5 –

Voor een moment staarde de prins mij opnieuw onbewogen aan. Toen brak er een lach door op zijn gezicht en begon hij opnieuw ongelovig te lachen. Hij bleef mij hoofdschuddend aankijken, maar haalde tenslotte diep adem. ‘Sprekend over theekransjes… Zou jij een kopje thee lusten?’ vroeg hij belangstellend, zijn lege whiskyglas ophoudend. ‘Ga zitten, alsjeblieft. Dan vraag ik of iemand ons thee komt brengen.’ Hij gebaarde uitnodigend naar de tuintafel onder het smeedijzeren prieel.
      ‘Drink jij whisky in jouw thee, dan?’ vroeg ik mij hardop af.
      Prins Nathanael schudde met een lach zijn hoofd. ‘Mijn grootmoeder wel. Is dat interessant genoeg voor jouw essay?’ vroeg hij terug. ‘Of houd jij het liever bij het dag-drinken van een verbannen erfgename van de kroon?’
      In verlegenheid gebracht door mijn voorgaande opmerking over de monarchie, sloeg ik kort mijn blik neer. ‘Het is niet dat ik iets tegen jouw familie persoonlijk heb,’ verweerde ik goedbedoeld.
      ‘Eerst thee,’ knikte de man met gespeelde ernst, voordat hij terug naar binnen liep.
      Met een zucht liep ik naar het prieel en schoof een sierlijke tuinstoel naar achteren om op plaats te nemen. Onmiddellijk vroeg ik mijzelf hevig af waar ik mee bezig was. Waarom dacht ik nauwelijks na over mijn antwoorden, voordat ik deze uitsprak? Ik voelde mij zo dwaas en onhandig. Stiekem gaf ik het paleis daar de schuld van. Als prins Nathanael een ieder andere, alledaagse jongeman was geweest, was het gesprek waarschijnlijk niet zo wanhopig slecht verlopen.
      Veel tijd kreeg ik niet om na te denken over mijn stommiteiten, want de prins nam al gauw tegenover mij plaats aan de tuintafel. Hij schonk mij nogmaals een geruststellende glimlach en ik was hem dankbaar dat hij mij niet onmiddellijk voor krankzinnige uitmaakte. Misschien had hij dit helaas vaker meegemaakt in het verleden.
      ‘Ik weet stomme, onzinnige weetjes en die gooi ik eruit op de meest idiote momenten,’ vertelde ik toen over mijzelf. ‘Ook dat is niet iets persoonlijks, kan ik je verzekeren.’
      Prins Nathanael ging rechterop zitten en dacht na. ‘Over zo’n twee á drie maanden verhuis ik naar Buckingham Palace om niet bij mijn familie te hoeven zijn,’ deelde hij toen iets over zichzelf.
      Het enige dat ik over Buckingham Palace wist, was uit de geschiedenisboeken. Ooit was het een enorm statig paleis geweest waar vele generaties van de koninklijke familie gewoond hadden tijdens hun regeringsperiode. Tijdens de laatste oorlog was het spijtig genoeg grotendeels platgebombardeerd. Eerder was besloten het paleis te restaureren voor kroonprins Jethro en zijn echtgenote, prinses Aimee, als hun nieuwe onderkomen, maar de plannen veranderden na het alom bekende, fatale auto-ongeluk.
      ‘Waarom pas over drie maanden? Kun jij zelf niet afstoffen en stofzuigen?’ vroeg ik de man schuin aankijkend.
      Opnieuw lachte de prins. ‘Het zal een stuk beter zijn dan deze bunker,’ mompelde hij met een zucht. ‘Al zal mijn broer alsnog bij mij intrekken en zal ik het paleis moeten verlaten zodra hij koning is. Tenslotte blijft hij de eerste in lijn tot de kroon en behoort hem het paleis toe.’
      ‘Kijk eens aan, jullie twee,’ kwam een ietwat oudere dame in tenue aangelopen. Zij zette een dienblad met theeservies voor ons neer op de tuintafel. ‘Heerlijk een warm kopje thee met een biscuitje.’
      Toen de bediende onze theekoppen in wilde schenken, stopte prins Nathanael haar door zacht zijn hand over de hare te leggen. ‘Laat mij maar. Bedankt voor de thee, Marjorie,’ knikte hij vriendelijk.
      ‘Natuurlijk, Uwe Hoogheid,’ maakte de bediende een reverence.
      Verrast keek ik op. ‘Marjorie?’ herhaalde ik.
      ‘Marjorie was vroeger mijn kindermeisje,’ vertelde de prins met een uitdagende lach. ‘Net zoals jij praat Marjorie ook nogal graag.’
      De bediende keek de prins verontschuldigend aan. ‘Stoorde ik het gesprek?’ Hij wuifde het onmiddellijk weg. ‘Mijn welgemeende excuses daarvoor, Uwe Hoogheid,’ knikte zij schuldig.
      Zacht raakte ik de arm van de vrouw aan. ‘Mijn beste vriendin heet Margery,’ vertelde ik met een glimlach. ‘Wat leuk u te ontmoeten.’
      ‘Insgelijks, mevrouw,’ glimlachte de bediende terug, voordat zij nogmaals een reverence maakte en bij ons vandaan liep.
      Verward keek ik de prins aan. ‘Waarom deed zij dat naar mij toe?’ vroeg ik stomverbaasd.
      ‘Omdat jij in mijn gezelschap bent,’ verklaarde prins Nathanael eenvoudig, terwijl hij een dampende kop thee voor mij inschonk en voor mij neerzette. ‘Alsjeblieft, Westley.’
      Ik was te aangedaan om door te hebben dat de man mij zwijgend vroeg of ik suiker, melk of een schijfje citroen in mijn thee wilde. ‘Mensen doen dat dus al jouw hele leven?’ vroeg ik mij hardop af. ‘En dat voelt niet raar? Want voor mij voelde dat zojuist heel raar.’
      Toegevend haalde de prins zijn schouders op. ‘Ik ben niet anders gewend,’ zei hij simpelweg.
      ‘Maar jij wees zojuist jouw voormalig kindermeisje terecht over etiquette,’ hielp ik de man herinneren. ‘Weliswaar op een vriendelijke manier, maar toch. Dat is gewoonweg bizar. Prins Nathanael, deze vrouw heeft jou opgevoed.’
      De prins keek mij argwanend aan. ‘En deze vrouw heeft dankzij mij een andere vaste baan gekregen in onze hofhouding, omdat mijn moeder een jonger kindermeisje uitkoos voor mijn jongere broer,’ vulde hij statig aan. ‘Bovendien is Marjorie gewoon blij mij terug te zien na een aantal lange maanden. Alleen is het gebruikelijk voor het personeel om niet ongevraagd te spreken, al maak ik voor Marjorie graag een uitzondering.’
      ‘Het is bizar,’ bleef ik bij mijn standpunt. ‘Over etiquette gesproken… Mag ik de melk zelf pakken en inschenken? Ik weet namelijk niet bijster veel over “de gebruikelijke regels”.’
      Tevergeefs zuchtte de prins en beet hard op zijn onderlip. ‘Doe alsof je thuis bent, Westley,’ zei hij mij zo kalm mogelijk.


Des te langer wij spraken, des te zwaarder zijn accent werd en warriger zijn haar begon te zitten. Misschien dat prins Nathanael dan stiekem toch het hoffelijke leven ietwat verleerd was tijdens zijn militaire uitzending. Leunend met zijn arm over de rugleuning van een tuinbank steunde hij ontspannen zijn hoofd op de gemaakte vuist van zijn hand en keek mij geïntrigeerd aan.
      Hoewel wij het merendeel niet met elkaar eens waren over de passerende, politieke onderwerpen, was het wel een gezellig en fijn gesprek. In alle eerlijkheid, ik vergat dat ik met “de droomprins” sprak, waar iedereen het over had. Zelfs dat ik hier was vanwege mijn essay ontging mij, en dat laatste wilde zeker iets zeggen. Ook de tijd leek even stil te staan hier op de bloemengeurige binnenplaats, totdat er een lakei naar ons toegelopen kwam en de prins vroeg of “de dame” bleef voor het avonddiner.
      ‘Jij bent zo makkelijk te leren kennen,’ merkte de prins plotseling op. Vragend keek ik hem aan. ‘Het is zo’n drie jaar geleden dat ik een aangename conversatie heb gehad met een degelijke dame zoals jijzelf en je maakt het mij gemakkelijk. Werkelijk, je hebt een bruisend leuk karakter, Westley.’
      Fronsend keek ik de man aan. ‘Nogmaals, ik ben geen dame. Hoe dan ook, bedankt voor het compliment, denk ik?’ vroeg ik ietwat onzeker.
      ‘Vergeleken bij de echte dames met al hun titulatuur ben jij meer dame dan zij zijn, geloof mij. Jij lijkt niet om de waarheid heen te draaien, om het beter of mooier te willen maken. Het is verfrissend,’ vond prins Nathanael.
      Met een ongemakkelijke glimlach keek ik de prins aan. ‘Bedankt, Uwe Hoogheid. Alhoewel, als je mijn eerlijkheid op prijs kunt stellen, dan zal ik jou toch moeten teleurstellen. Ik ben niet geheel mijzelf vandaag. Deze hele uitnodiging heeft mij nogal nerveus gemaakt. Eerlijk gezegd is dit gesprek niet verlopen zoals ik gewenst had, maar ik kan niet zeggen dat ik spijt heb te zijn gekomen,’ zei ik ietwat bevreesd.
      De prins lachte zacht. ‘Nee, het is geen echt interview geworden, is het wel?’ vroeg hij twijfelachtig. ‘Hoewel, ik denk niet dat jouw moeder het beter gedaan zou hebben. Waarschijnlijk had ik haar niet zo openlijk mijn gedachten verteld, maar systematisch politiek correcte antwoorden gegeven.’
      ‘Jij weet van mijn moeder? Natuurlijk weet jij van mijn moeder,’ knikte ik kort. ‘Wel, mijn journalistieke instincten mogen dan niet noemenswaardig zijn, eveneens bedankt voor jouw openhartigheid. Spijtig genoeg heeft het alleen niet mijn gedachten doen veranderen.’
      Prins Nathanael haalde zijn schouders op. ‘Ik verwachtte ook niet dat ik in één middag jouw gedachten over de monarchie zou kunnen veranderen,’ zei hij mij luchtig. Hij overwoog kort zijn woorden. ‘Er is alleen veel dat ik jou niet kan vertellen.’
      ‘Als onderdaan,’ voegde ik ondoordacht toe.
      De man probeerde zijn lach te onderdrukken. ‘Niet mijn woordkeuze,’ mompelde hij terughoudend.
      Beschuldigend keek ik de prins aan. ‘Daarom niet minder waar,’ vond ik. ‘Zou het niet beter zijn het volk meer duidelijkheid te geven? Sinds de bijzetting van prinses Aimee in de koninklijke grafkelder treedt jouw familie nog maar weinig naar buiten toe. Hoe moeten wij jullie dan kennen? Laat staan te spreken van vertrouwen.’
      ‘Omdat wij niet veel verschillen van onze voorouders. Hebben wij jullie niet altijd beschermd?’ vroeg de man terug.
      Zacht schudde ik mijn hoofd. ‘Niet ons allemaal, Nathanael.’ Geschrokken schudde ik sneller mijn hoofd. ‘Hoogheid,’ voegde ik vlug toe, in de hoop de schade te beperken. ‘Maar niet iedereen heeft het geluk gehad de oorlog te overleven, of de wederopbouw van het land. Jullie hebben niet gezien hoe hard en moeilijk het was, en nog steeds is, voor de lagere klasse.’
      De prins keek mij schuin aan. ‘Wie zegt dat? Omdat onze hulp niet altijd publiekelijk zichtbaar is?’ vroeg hij argwanend. ‘En ik geloof niet dat jouw familie tot de lagere klasse toebehoort.’
      ‘Mijn ouders zijn nouveau riche en hebben geleerd mij verder te kijken dan sociale klasse, Uwe Hoogheid,’ verweerde ik zo beleefd mogelijk. ‘Wat heeft jouw familie gedaan, behalve handtekeningen zetten onder nieuwe wetten voor voedselbonnen en wederopbouw?’
      Voor een moment sloeg de prins zijn blik neer. ‘Het maakt niet uit wat ik zeg, nietwaar? Wat ik ook zeg, jij geeft mijn familie toch wel de schuld van de oorlog, is het niet?’ vroeg hij toen met hoorbare spijt.
      Zacht knikte ik. ‘Ja, ik vrees van wel, hoogheid. Naar mijn weten was jouw vader degene die de nieuwe oorlog had kunnen tegenhouden, maar hij koos anders. Wij hebben meer land, een groter rijk…’ Vertwijfeld haalde ik mijn schouders op. ‘Maar tegen welke prijs?’ vroeg ik mij hardop af. ‘Het verbaasde mij dan ook niet dat jouw broer trouwde met de prinses van Genève, om eerlijk te zijn.’
      Prins Nathanael knikte kort, mijn weerwoord tot zich nemend. ‘Hij hield van haar. Jethro, bedoel ik,’ verduidelijkte hij zichzelf. ‘Zielsveel.’
      ‘En jij?’ vroeg ik gedurfd terug.
      Verward door de directheid keek de prins mij aan. ‘Of ik van Aimee hield? Uiteraard,’ antwoordde hij niet-begrijpend. ‘Al weet ik niet zeker of dat antwoord opnieuw een beschuldiging waard is, komende van jou. Ik hield van haar als een zus. Zij was één van de meest bijzondere mensen die ik ooit heb ontmoet.’
      ‘Bijzonder is een alomvattend woord,’ vond ik persoonlijk.
      De prins ging rechterop zitten. ‘Aimee was bijzonder op een sterke manier. Er was niemand zo energiek en onbevreesd als zij in dit hele paleis. Jullie hadden het goed met elkaar kunnen vinden,’ mompelde hij toekennend.
      ‘Het spijt mij,’ zei ik voorzichtig. ‘Alles dat jou is overkomen. Ik weet dat het weinig betekenis heeft, maar voor wat het waard is, na deze ontmoeting zie ik in ieder geval jou anders. Jij bent een goed persoon, Uwe Hoogheid.’
      Glimlachend stond de prins op van de tuinbank. ‘Voor een hoogheid,’ voegde hij ditmaal gewaagd toe.
      ‘Juist,’ lachte ik en volgde het voorbeeld om op te staan.
      Kort bekeek ik de man iets nader. Vergeleken met hoe ik hem ontmoet had aan het begin van deze middag en nu, was een wereld van verschil. Zijn honingblonde haar zat in de war en krulde, zijn overhemd was gekreukt en hij had zijn mouwen opgerold tot aan zijn ellenbogen, zijn colbert en stropdas had hij nog ergens laten liggen in het prieel en ook was zijn majestueuze houding flink verminderd. Desalniettemin kon ik niet langer meer ontkennen dat hij er nu zoveel meer aantrekkelijk uitzag. Het hielp niet bepaald dat zijn sterke buikspieren door zijn overhemd zichtbaar waren. Stiekem nam ik een denkbeeldige foto van dit moment.
      ‘Wanneer verjaart u?’ verviel de prins terug in het vousvoyeren. Hij herstelde zich snel. ‘Mijn vraag is wanneer jij jarig bent.’
      Overvallen door de aparte vraag keek ik de man aan. ‘Ehm, eind november,’ antwoordde ik terughoudend.
      ‘Dan nodig ik jou bij deze uit voor het kerstbanket op Buckingham Palace. Het zal plaatsvinden op één van de dagen voor Kerstmis. Ik stel voor dat wij dan samen een glas champagne nuttigen, aangezien jij dan eindelijk achttien jaar oud bent. Als je wilt komen, natuurlijk,’ pleitte de prins mij vrij mijn eigen keuze te maken.
      Glimlachend knikte ik. ‘Natuurlijk. Mits het in mijn schoolvakantie valt en ik niet verplicht ben tot andere afspraken met mijn familie, zou ik graag komen,’ antwoordde ik vereerd. ‘Voor die tijd zal ik een handboek lezen over de Victoriaanse etiquette.’
      Prins Nathanael lachte hartelijk. ‘Dat zal mijn moeder erg kunnen appreciëren, vermoed ik,’ knipoogde hij.
      ‘Na een onthoofding blijft een mens nog vijftien tot twintig seconden bij bewustzijn,’ vertelde ik toen uit het niets.
      Met een confuuste lach schudde de prins zijn hoofd. ‘Onthoofden gebeurd al eeuwen niet meer. Zeker niet door mijn moeder en al helemaal niet op mijn feesten, dus maak jij je daar maar geen zorgen over,’ verzekerde hij mij. ‘Ik bied mijn excuses aan voor mijn voorouders.’
      Vlug schudde ik mijn hoofd. ‘Nee, dat is wat ik bedoelde. Het is… De geschiedenis, mijn brein… Sorry,’ stamelde ik ongemakkelijk.
      Kort nam de prins mij in zich op, voordat hij mij wenkte en wij samen naar binnen liepen. ‘Weet jij zeker dat je niet wilt blijven voor het avonddiner?’ vroeg hij gastvrij, eenmaal terug in de inkomsthal.
      ‘Bedankt voor het aanbod, maar ik eet vanavond graag met mijn eigen familie,’ antwoordde ik nogmaals eerlijk. ‘Hopelijk…’ Geschrokken sprong ik aan de kant voor een voorbijrazende speelgoedauto. ‘Waar komt die vandaan?’
      Een kleine jongen rende met een afstandsbediening achter zijn speelgoedauto aan. ‘Vroem, vroem!’ maakte hij al spelende zelf het autogeluid, de inkomsthal weer uitrennend.
      ‘Zachariah,’ verklaarde prins Nathanael onnodig. ‘Je zei…’
      Snel herstelde ik mijzelf. ‘Hopelijk zie ik jou bij het kerstbanket en anders was het erg aangenaam je ontmoet te hebben vandaag,’ vervolgde ik hetgeen dat ik had willen zeggen. ‘Oh, en voor ik het vergeet… Ik moest jou de warme groeten overbrengen van mevrouw Chandler.’
      De prins knikte dankbaar. ‘Vertel mevrouw Chandler als hoofddirectrice van Middleton Spencer College de inhoud van haar onderwijs aan te passen, voordat ik later nog meer vrijgevochten “onderdanen” bij mijn voordeur heb staan,’ grapte hij met nog een guitige knipoog. ‘Het genoegen is geheel wederzijds, Westley. Leuk je te hebben ontmoet.’

Reageer (2)

  • Manonxxx

    Oeeeh hij nodigd haar gewoon nogmaals uit 🤗🤗🤗

    Is het alweer zaterdag? Hihi

    Xx

    6 jaar geleden
  • VampireMouse

    Owwwwwww ziek geschreven!!! Was ff druk dus vandaar mijn late reactie. Ben zo blij met dit verhaal. Jij schrijft verhalen zo goed en leuk en jaaa aaah (:
    De verhalen van jou zijn ook de enige non fanfics die in lees en vind ze vaak nog beter ook!
    Kan echt niet wachten tot het volgende hoofdstuk

    Xx

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen