Foto bij – 6 –

Jazzmuziek klonk vertrouwd door de verwerkte speakers in het hele huis toen ik binnenkwam met mijn eigen huissleutel. Met een tevreden glimlach trok ik de geleende jas uit en hing deze samen met mijn handtas op een hanger in de jassenkast.
      ‘Matthew, jouw dochter is thuis!’ riep mijn moeder zangerig, die de gang in kwam gelopen vanuit haar thuiskantoor. ‘Oh, mijn kleine lieverd, toch!’ Verheugd legde zij haar handen op mijn schouders, voordat zij mij in een warme knuffel trok. ‘Ik weet dat je nog geen maand weg bent geweest, maar ik heb jou zo gemist, schat.’
      Dankbaar knuffelde ik mijn moeder terug. ‘Ik jou ook,’ zei ik zeer gemeend.
      Kritisch hield mijn moeder mij op armlengte afstand vast bij mijn onderarmen. ‘Wat heb jij aan?’ vroeg zij zich hardop af. ‘Zo… chic. Het staat je goed, Westley. Prachtig. Je zou jezelf vaker zo moeten kleden.’
      Met een onwennige lach schudde ik mijn hoofd. ‘Maisie,’ sprak ik verklarend over mijn kledingkeuze.
      ‘Daar is mijn kleine lieveling!’ glunderde mijn vader uitbundig vanaf halverwege op de trap. ‘Kom eens hier, jij.’ Lief hield hij zijn armen al open voor een knuffel, waarop ik snel de trap opliep om deze te ontvangen. Hij drukte een kus tussen mijn haren. ‘Jouw lievelingseten staat al op je te wachten.’
      Vragend, maar ietwat argwanend keek ik op. ‘Fish and chips?’ vroeg ik verrast.
      Het gezicht van mijn vader betrok. ‘Nee, parelhoen en een pesto-pasta,’ antwoordde hij lichtelijk beledigd.
      ‘Pap!’ verweerde ik lachend, terwijl ik verder de trap opliep naar de eerste verdieping van het huis. ‘Mijn lievelingseten blijft fish and chips.’
      Mijn vader liep langs mij heen naar de keuken. ‘Dat is geen eten,’ vond hij nog altijd.
      ‘Gebakken bessen-kwarktaart toe?’ vroeg ik op mijn allerliefst, leunend in de deuropening van de keuken.
      Trots wees de amateur-kok naar de dessertschaal op het aanrecht. ‘Wat denk je zelf, lieveling?’ vroeg hij met een glimlach. Hij pakte vervolgens een fruitige rode wijn uit de koelkast en liep via de andere kant de keuken uit, naar de eetkamer.
      Zelf draaide ik mij om en liep via de woonkamer naar de eetkamer, waar mijn moeder al aan de eettafel zat. Meteen viel het vierde bord mij op in de opzet van de gedekte tafel. ‘Fiyero komt thuis?’ vroeg ik opgewekt, voordat ik plaatsnaam op de stoel naast mijn moeder.
      De deurbel klonk over de zachte jazzmuziek op de achtergrond. ‘Daar zal je hem net hebben!’ zei mijn vader, die de wijnfles neerzette op de eettafel en wegliep om de voordeur te openen voor zijn zoon.
      ‘Hoe was het in het paleis?’ vroeg mijn moeder benieuwd, die de wijnfles opende en het glas van haar man en zichzelf inschonk. ‘Of kan ik beter vragen, hoe was de prins?’
      Voor een moment dacht ik na over mijn woorden. ‘Totaal niet zoals ik verwacht had,’ antwoordde ik waarheidsgetrouw.
      ‘Mijn kleine zusje!’ klonk de verblijde stem van Fiyero, zodra hij de eetkamer binnenkwam. Onmiddellijk stond ik op en gaf mijn oudere broer een knuffel. Stevig knuffelde hij mij terug. ‘Alles oké?’
      Tevreden wees onze vader naar de gedekte tafel. ‘Jouw lievelingseten,’ zei hij ditmaal voldaan tegen zijn zoon.
      ‘Dat is geen cottage pie,’ schudde Fiyero zijn hoofd met gespeelde afkeur. Broederlijk klopte hij zijn vader op de schouder. ‘Het ziet er goed uit, pap. Laten wij gauw aanschuiven, voordat het eten koud wordt.’ Verward wierp hij nog een blik op mij. ‘Wat heb jij nou aan? Mijn zus in fatsoenlijke kleding… Speciaal voor de prins, zeker?’
      Verveeld duwde ik mijn broer richting zijn plaats aan de eettafel. ‘Speciaal voor jou, natuurlijk,’ glimlachte ik gemaakt terug.
      ‘Wow, dat ik dit nog mag meemaken,’ sprak Fiyero sarcastisch terug, terwijl hij plaatsnaam. Vervolgens knikte hij nieuwsgierig in mijn richting. ‘Hoe was het bij de prins?’
      Onze vader gebaarde ons te zwijgen toen wij allemaal aan de eettafel zaten. ‘Zullen wij eerst een gebed zeggen?’ vroeg hij, zoals voor iedere maaltijd in ons ouderlijk huis. Wij gaven elkaar allemaal een hand en hij sprak eerbiedig een dankgebed uit over het avondeten. ‘Amen.’
      ‘Eet smakelijk,’ wenste Fiyero, voordat hij zijn moeder zwijgend vroeg hem een kleine slok wijn in te schenken in zijn wijnglas. ‘Niet te veel, want ik moet zo nog terugrijden en ik heb al in geen half jaar meer geslapen.’
      Mijn oudere broer Fiyero was zo’n vier maanden geleden vader geworden. Hij en zijn vriendin Gabriella waren nog maar kort samen en nog niet bepaald serieus over hun relatie, toen het tweetal ons vertelde dat zij per ongeluk een kind verwachtten. Dat kleine wondertje was mijn kleine neefje Harry, plotseling de grootste liefde in eenieder van onze levens.
      Nogmaals keek mijn broer mij nieuwsgierig aan. ‘Hoe was het met mijn oude klasgenoot?’ formuleerde hij ditmaal. Er was iets van spot in zijn stem te horen. ‘Interessante ideeën uitgewisseld?’
      Zacht schudde ik mijn hoofd. ‘Nee, ik geloof niet dat de prins door had dat wij familie-gerelateerd zijn en dat jullie lessen hebben gedeeld samen,’ antwoordde ik. ‘Het kwam tenminste niet ter sprake.’ Ondertussen pakte ik de waterkaraf en schonk mijn waterglas vol. ‘Al hadden zijn mensen mij wel nagetrokken voordat ik het paleis binnenkwam. Ik heb trouwens een foto gemaakt van de prachtige keizertrap in de inkomsthal.’
      ‘Die moet je mij straks laten zien!’ glimlachte Fiyero dankbaar. ‘Maar hoe beviel de prins jou zelf?’
      Ongemakkelijk, doordat ik aangestaard werd door zowel mijn ouders als mijn broer, haalde ik mijn schouders op. ‘Eerlijk gezegd was de prins heel aardig en vriendelijk. Ik heb enkele stomme dingen gezegd, maar hij kon daar wel om lachen,’ vertelde ik eerlijk.
      ‘Horen jullie dat?’ vroeg Fiyero lacherig aan onze ouders. ‘Heeft die kleine eindelijk een echte man gevonden die haar vreemde raadsels grappig vindt, is het een Koninklijke.’
      Direct schudde ik mijn hoofd. ‘Doe niet zo absurd, en het zijn geen raadsels,’ verweerde ik kalm, wetende dat ik dit had kunnen verwachten van mijn beschermende, oudere broer.
      ‘Ben jij nog iets interessants te weten gekomen?’ negeerde mijn moeder de opmerking van haar zoon.
      Nogmaals schudde ik mijn hoofd. ‘Niet zozeer,’ antwoordde ik terughoudend. ‘Wij hebben het vooral globaal over bepaalde onderwerpen gehad. Waarschijnlijk is hij als prins zijnde niet toegestaan een harde mening te hebben, denk je niet?’
      ‘Waarschijnlijk niet, nee,’ beaamde mijn moeder. ‘Dus ik neem aan dat jullie het ook niet over het auto-ongeluk hebben gehad?’
      Dankbaar glimlachte ik naar mijn vader, die voor ons allen een stuk parelhoen afsneed, en een stuk op mijn bord neerlegde. ‘Wel, ik heb het geprobeerd, maar hij mocht er strafrechtelijk niet over spreken,’ mompelde ik ietwat beschaamd. ‘Nathanael was er ook niet al te blij mee, maar hij zei mij geen excuses te hoeven maken.’
      ‘Nathanael, hè?’ merkte mijn broer flauw op.
      Verveeld keek ik op naar Fiyero. ‘Oh, stop het, jij. Ik weet dat jullie elkaar niet mochten, maar hij was totaal niet zoals jij of de media hem omschreef,’ verzuchtte ik afkeurend. ‘Het was niet eens een echt interview, maar meer alsof wij de middag samen doorbrachten.’
      ‘Dus het was een “date”?’ Fiyero trok verrast zijn wenkbrauwen op. ‘Mijn kleine zusje had een date met de prins. Verbannen prins, welteverstaan,’ verbeterde hij zichzelf met een flauwe lach.
      Ik pakte mijn servet vanonder mijn bestek op de tafel en gooide deze naar het hoofd van mijn broer. ‘Stop dat!’ verzocht ik met een zucht.
      Mijn moeder legde verzoekend haar hand op mijn onderarm. ‘Prins Nathanael heeft jou dus ook niets over de opnamedozen verteld?’ vroeg zij doordringend.
      Hoofdschuddend trok ik mijn arm terug op mijn schoot. ‘Wat voor een opnamedozen?’ vroeg ik niet-begrijpend.
      ‘Er zijn opnamedozen aanwezig in de koninklijke auto’s, voor het geval dat er een ongeluk of iets dergelijks voorvalt,’ verklaarde mijn moeder haar vraag.
      Verward keek ik van mijn moeder, naar de twee mannen aan de eettafel, die even nieuwsgierig waren. ‘Altijd?’ Mijn moeder knikte. ‘En niemand heeft eraan gedacht deze in te brengen in de rechtszaak tegen prins Nathanael?’ vroeg ik ontdaan. ‘Waarom benoemde jij dit niet eerder? Dan had ik hem ernaar kunnen vragen afgelopen middag.’
      ‘Het is niet alom bekend,’ zei mijn moeder toen gedecideerd.
      Mijn vader kuchte kort. ‘Zullen wij het over iets anders hebben, iets leukers?’ verzocht hij vriendelijk.
      ‘Nathanael is dus onschuldig?’ vroeg ik mij hardop af.
      Fiyero haalde zijn schouders op. ‘Of heeft hij als prins hulp gehad om de opnamedozen te verdoezelen?’ opperde hij hardop nadenkend.
      ‘Het eten smaakt heerlijk, Matthew. Bedankt voor het koken,’ glimlachte mijn moeder over het onderwerp heen.
      Ondanks dat mijn vader voortreffelijk had gekookt, kon ik het voorgaande gesprek niet loslaten. Er was dus nog zoveel meer waar wij als normale burgers geen weet van hadden. Als mijn moeder geen vooraanstaande journaliste zou zijn geweest, zou ik net als vele anderen niet eens van de “opnamedozen” afweten. Ik kon het niet helpen dat ik mij bleef afvragen waar wij nog meer niets vanaf wisten en verder voor ons verborgen werd gehouden door de koninklijke familie.
      Na het avondeten dronken wij een kop koffie in de woonkamer. Genesteld in de raamzithoek luisterde ik naar hoe mijn vader ons voorlas uit de Bijbel. Stiekem dreven mijn gedachten uit, terwijl ik staarde in de schemering van de avond daarbuiten. Het was opmerkelijk hoe gauw ik mij hier thuis weer fijn en gemakkelijk voelde. De vertelstem van mijn vader op de achtergrond gaf mij een behaaglijk gevoel en ik vergat voor een moment de tijd. Voorzichtig liet ik mijn gedachten uitgaan naar eerder vandaag.
      Achter het raamglas lag Londen, de hoofdstad die eeuwenlang zoveel doorstaan had. Het land dat toebehoorde aan een eveneens oude familie en politiek, beiden corrupt als iemand het mij zou vragen. Tenminste, dat was mijn resolute antwoord tot aan vanmorgen geweest. Ergens had de prins mij toch aan het denken gezet na de informele audiëntie van vandaag. Nog altijd waren mijn standpunten niet veranderd, maar het was niet langer persoonlijk. Ik besefte mij nu maar al te goed dat ik daarvoor te weinig informatie bezat.
      Pas toen mijn vader de Bijbel dichtklapte en mijn broer opstond en bij zijn moeder een kus op haar voorhoofd plaatste om gedag te zeggen, keek ik weg van het raam. Mijn vader stond op om zijn zoon een knuffel te geven.
      ‘De volgende keer dat wij elkaar weer zien drinken wij een glas bier in de pub,’ beloofde Fiyero, die mij een stevige knuffel gaf. Vervolgens keek hij mij plagerig aan. ‘Pas een beetje goed op jezelf, kleintje. Geen stiekeme afspraakjes meer met Windsor.’
      Met een lach duwde ik mijn broer van mij weg. ‘Daar zou ik mij vooral zorgen om maken,’ reageerde ik sarcastisch. ‘Geef de kleine Harry een kus van mij en doe de groetjes aan Gabi.’
      ‘Zal ik doen.’ Nogmaals sloeg Fiyero vluchtig zijn arm om mij heen voor een korte omhelzing. ‘Tot gauw,’ drukte hij een kus op mijn wang, voordat hij er vandoor ging.
      Na het vertrek van mijn broer keerde ik naar mijn slaapkamer op de tweede verdieping. Het was nog precies zoals ik het enkele weken geleden had achtergelaten voor het begin van mijn laatste schooljaar op Middleton Spencer College. Mijn moeder maakte zich er altijd zeker van dat ik mijn slaapkamer net opgeruimd achterliet, waardoor het een beetje onwennig aanvoelde. Door de stapel boeken op mijn bureau te verspreiden en de geleende pumps lukraak uit te trekken, voelde het al iets meer eigen.
      Met een glimlach haalde ik één van mijn akoestische gitaren van het wandrek aan de muur, om enkele melodieën te spelen voordat ik mij zo direct klaar zou maken om te gaan slapen. Misschien miste ik weg van thuis mijn muzikale vrijheid nog wel meer dan mijn eigen vertrouwde bed, waarin ik die avond onmiddellijk in slaap viel.


‘Kan ik jou even spreken?’ Verrast keek ik op, recht in het ontevreden gezicht van Rosalie. ‘Nu,’ klonk zij aller-eisend, waarmee zij duidelijk maakte dat deze conversatie niet plaats ging vinden hier in de eetzaal.
      Ontdaan knikte ik. ‘Ja, natuurlijk,’ antwoordde ik ietwat terughoudend en schoof mijn stoel naar achteren, om met mijn klasgenoot mee te lopen naar de hal. ‘Waarover wil jij mij spreken? Is er iets?’
      ‘Jij boog niet? Ik zei jou nog zo mij niet belachelijk te maken!’ beschuldigde Rosalie mij direct hard.
      Verbaasd zette ik een stap terug. ‘Hoe weet jij daarvan?’ vroeg ik argwanend.
      ‘Prins Nathanael heeft een relatie met mijn nicht Colette. Hij vertelde haar over het informele gesprek en zij vertelde het aan mij. Ik schaam mij kapot, Thorpen!’ vuurde mijn klasgenoot op mij af. ‘En hoe haalde jij het in jouw hoofd om over het auto-ongeluk te beginnen?’
      Begrijpend knikte ik. ‘Met alle respect, Rosalie, ik heb mijn excuses voor beide voorvallen al aangeboden aan de prins en hij had er geen verdere problemen mee. Hij zei mij zelfs in alle eerlijkheid dat hij het fijn vond om met mij gesproken te hebben aan het einde van ons gesprek.’
      Rosalie schudde vol afkeer haar hoofd. ‘Omdat de prins een goed hart heeft! Echt, jij bent zo’n idioot,’ sprak zij ongelovig. ‘Geen wonder dat hij jou mag…’ Ik keek haar vragend aan. ‘Hij heeft een ongecontroleerde behoefte om anderen te behagen.’
      Niet-begrijpend haalde ik mijn schouders op. ‘Waar maak jij je dan precies zorgen om, Rosenberg?’ probeerde ik mijn stem te beheersen.
      ‘Over het kerstbanket. Ik hoop dat jij de verstandige beslissing zult maken om de koninklijke uitnodiging beleefd te weigeren,’ droeg Rosalie min of meer aan mij op.
      Spijtig keek ik mijn klasgenoot aan. ‘Ik heb al onder voorbehoud toezegd te komen en ik hou graag mijn beloftes,’ zei ik duidelijk. ‘Over het buigen, ik buig alleen voor God. Verder nog iets?’
      ‘De koning is gezalfd en de familie gezegend door de Kerk van Engeland!’ werd Rosalie langzamerhand hysterisch. ‘Als je buigt voor de koning, dan buig je voor God. Ongelooflijk, Westley!’
      Tevergeefs haalde ik mijn schouders op. ‘Het zijn nog steeds humane wezens zoals wijzelf. Verder nog iets?’ herhaalde ik afdwingend.
      ‘Jij wilt mij niet als vijand, Westley,’ waarschuwde Rosalie beheerst, voordat zij terugliep naar de eetzaal.
      Waarschijnlijk had Rosalie daarover gelijk. Ik wilde haar niet als vijand, maar ik was ook niet van plan mij voor te doen als haar zogenaamde beste vriendin. Tijdens het avondeten dacht ik er nog even over na, maar besloot toen eenmaal terug op de slaapzaal nogmaals een brief te sturen naar Kensington Palace. Aangezien het persoonlijke postadres van prins Nathanael onderaan mijn eerder ontvangen brief had gestaan, had ik ditmaal de hulp van Rosalie niet nodig.

Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Nathanael,

Hierbij verontschuldig ik mij nogmaals voor mijn onacceptabele gedrag tijdens de onofficiële audiëntie van afgelopen weekend. Ik vraag uw vergeving voor het weigeren u respect te tonen doormiddel van een buiging en het ongepast opbrengen van privékwesties.

Hoogachtend,
Westley Thorphen


Deze tweede brief was kort, maar meer woorden wilde ik hier niet aan vuil maken. Het mocht enkele eeuwen geleden gebruikelijk en gewenst zijn van de lagere klasse, en vrouwen in het bijzonder, om zich te onderwerpen aan adel en aristocraten, maar ik had mijn duidelijke grenzen.
      Halverwege diezelfde week ontving ik opnieuw een koninklijke enveloppe, die mij bezorgd werd tijdens het ontbijt in de eetzaal. Terwijl ik samen met Maisie en Ophelia richting onze eerste les van de dag liep, maakte ik onder hun starende blikken de enveloppe open. Glimlachend beet ik op mijn onderlip bij het lezen van de haastig neergekrabbelde woorden in een veel te net handschrift voor een man.

Wel-gewaardeerde onderdane,

U bent vergeven voor het luisteren naar roddelpraat. Ik zie u op het kerstbanket.

Nathanael

Reageer (4)

  • Kjelaney

    Oh dit is zo leuk. Je schrijfstijl leest echt mega fijn weg, ik kan niet wachten voor meer!

    6 jaar geleden
  • Manonxxx

    Kan niet wachten tot het moment dat we het 'kerstbanket' kunnen lezen. Hihi


    Xx

    6 jaar geleden
  • VampireMouse

    Omg zo cuteeeeeeeeeee, als ik straks in de bergen zit en geen bereik heb moet ik dit midden oewww ik ga me mentaal voorbereiden!

    Top verhaal! En jup ik ship ze ook!

    X

    6 jaar geleden
  • Azriel

    O god, ik ship ze nu al

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen