Foto bij – 7 –

‘Westley, stop hiermee. Je wilt niet de verkeerde mensen tegenspreken,’ waarschuwde mijn moeder over de telefoonverbinding. ‘Luister voor eens naar wat ik te zeggen heb, en kies een ander onderwerp uit voor dat essay.’
      Ongelovig haalde ik mijn schouders op. ‘Mam, het is inmiddels november. Ik ben al twee maanden bezig met dit verhaal,’ verweerde ik onbegrijpend. ‘Dat kun je niet van mij vragen, alleen omdat ik bepaalde krantenartikelen niet mag gebruiken.’
      ‘Van mijn baas!’ vulde mijn moeder dreigend aan. ‘Verander het onderwerp, Westley.’
      Geschrokken leunde ik tegen de muur in de bibliotheek. ‘Oké, mam,’ antwoordde ik bedeesd.
      Mijn moeder haalde diep adem. ‘Beloof het, Westley. Dit kan mij mijn baan kosten,’ verzuchtte zij bezorgd. Zij was niet echt kwaad op mij, realiseerde ik. ‘Laat het mij weten als je mijn hulp nodig hebt bij het nieuwe onderwerp, oké? Schat, ik hou van je.’
      ‘Weet ik, mam,’ reageerde ik met een kleine glimlach. ‘Hou ook van jou.’
      Kort daarna zeiden mijn moeder en ik elkaar gedag en verbraken wij de telefoonverbinding. Ik gaf de geleende telefoon terug aan de bibliothecaresse en liep terug naar de werktafel waarop mijn schoolspullen lagen. Moedeloos zakte ik neer op een stoel en verborg voor een moment mijn gezicht. Alhoewel ik niet tegen mijn moeder in wilde gaan of liegen, wilde ik nog minder mijn essayonderwerp veranderen. Er zat zoveel tijd in mijn werk. Het was toch maar gewoon een simpele schoolopdracht voor mijn eindcijfer?
      ‘Hé, jij!’ Met een kleine zucht liet ik mijn handen zakken en op het tafelblad rustten. Waylon zijn grijns veranderde in een gedramatiseerde frons. ‘Vertel op, wat scheelt er?’ sprak hij provinciaal, voordat hij zijn schooltas naast de mijne neerlegde op de werktafel.
      Glimlachend schudde ik mijn hoofd. ‘Mijn moeder. Zij wil dat ik het onderwerp voor mijn essay verander,’ knikte ik vertwijfeld. ‘Blijkbaar was ik net iets te nieuwsgierig naar de informatie over het befaamde auto-ongeluk, waardoor mijn moeder een waarschuwing gekregen heeft op haar werk.’
      Waylon ging op de stoel naast mij zitten. ‘Dus?’ vroeg hij niet-begrijpend.
      ‘Als wij nog niet dachten dat het hier om een cover-up ging, dan doen wij dat nu wel…’ mompelde ik veelzeggend. ‘Er zijn dingen die niet kloppen aan het verhaal. Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk rapporten en verslagen op te vragen, maar ik heb nog niet één officieel woord gezien, afgezien van de bevestigingen voor aannemen van mijn verzoeken. Onmogelijk, toch?’
      De jongen knikte nadenkend. ‘Des te meer reden om niet te stoppen, toch?’ grijnsde hij uitdagend.
      ‘Eigenlijk wel… Ik wil niet dat mijn moeder in de problemen komt op haar werk door een stom schoolproject,’ gaf ik eerlijk toe. ‘Alhoewel ik het dolgraag zou willen, dat kan ik niet riskeren.’
      Toch verdween de stiekeme glimlach niet van het gezicht van Waylon en hij leunde nonchalant achterover in zijn stoel. ‘Doe het. Riskeer het gewoon. Niemand gaat jouw moeder ontslaan vanwege het huiswerk van haar dochter. Jij hebt al dit harde werk toch niet allemaal voor niets gedaan, Wes? Zie wat het eventueel teweeg brengt. Slechts dan kom je dichterbij de waarheid, denk je ook niet?’ opperde hij verleidelijk.
      Sprakeloos keek ik mijn vriend aan. ‘Denk je?’ vroeg ik vertwijfeld.
      ‘Haal zo nodig voor de zekerheid de door jouw moeder verkregen informatie uit jouw essay,’ zei Waylon toegevend. ‘Zoek een andere bron, maar laat het op hetzelfde neerkomen.’ Afwachtend keek hij mij aan en ging weer rechtop zitten. ‘Is er iets dat meer met onze “toekomst” te maken heeft dan een cover-up van hogerhand?’
      Zacht knikte ik. ‘Of het over onze toekomst gaat kan ik niet met zekerheid zeggen, maar het gaat ons weldegelijk aan,’ was ik het met mijn klasgenoot eens. Langzaam gaf ik toe, voelde ik. ‘Ik zal erover nadenken.’
      Waylon glimlachte, knikte goedkeurend en schonk mij een lieve knipoog. Vervolgens opende hij zijn schooltas, waar hij zijn schoolwerk uithaalde. ‘Door naar iets minder interessants…’ verzuchtte hij verveeld. Met tegenzin sloeg hij zijn algebraboek open.
      Dankbaar drukte ik een kus op de wang van mijn vriend. Hij keek diepverontwaardigd op. ‘Bedankt,’ verklaarde ik simpelweg.


De eerste zaterdagmorgen na mijn verjaardag zaten er twee koninklijkrode enveloppen bij de post, die werd bezorgd tijdens het ontbijt. Daarvan was er één geadresseerd aan Rosalie Rosenberg en tot de verbazing van menigeen één aan mij, Westley Thorphen. Het was iedereen in de eetzaal gelijk duidelijk dat het hier ging om de uitnodigingen voor het inmiddels veelal besproken kerstbanket, dat dit jaar voor het eerst georganiseerd werd door kroonprins Jethro en prins Nathanael. Hoewel, daar ging iedereen vanuit.
      Onder starende blikken maakte ik ietwat gereserveerd de enveloppe open. Ieder jaar ontving de familie van Rosalie een uitnodiging, maar dit jaar ontving ook zij voor het eerst haar persoonlijk gerichte uitnodiging en ik zag haar vanuit mijn ooghoek mij vernietigend aankijken. De afgunst negerend las ik de sierlijk gouden letters op het mooist groene papier die mij uitnodigden in het weekend voor Kerstmis. Het beloofde nu al een onvergetelijke avond te worden.
      Met een kleine glimlach gaf ik de prachtige uitnodiging door aan de ongeduldige Maisie. ‘Het is inderdaad een uitnodiging voor het kerstbanket,’ bevestigde ik iedereen aan de tafel.
      Er weerklonk een hoop gefluister door de ruimte en de starende blikken hielden aan. Ongemakkelijk focuste ik mijzelf zo goed als ik kon op de aandacht van mijn vrienden. Ik lachte oprecht toen Archer de uitnodiging tegen zijn neus gedrukt hield, omdat hij meende dat deze serieus naar verse dennen rook.
      ‘Nee, echt. Serieus!’ lachte Archer. ‘Ruik zelf maar.’ Hij hield de uitnodiging onder mijn neus, waarop ik met een verwarde lach zijn arm bij mij vandaan duwde.
      Het was een rare gewaarwording. Na enkele minuten hielden het fluisteren en staren op in de eetzaal, maar daarmee was het niet gedaan. De dagen daarna werd ik nog steeds nagekeken of nagewezen. Jarenlang had ik mij onzichtbaar weten te houden hier op school, was ik niets meer dan het “gevatte meisje achterin de klas” geweest, maar de koninklijke uitnodiging had dat veranderd. Zelfs mijn bezoek aan Kensington Palace had niet zoveel rumoer veroorzaakt. Misschien hadden mensen het niet geloofd, dat was goed mogelijk. Tot nu dan. Vooral elke leerlinge was ervan op de hoogte dat ik de prins persoonlijk gesproken had en dat lieten zij weten ook.
      Tijdens bewegingsklas veranderde de giftige blikken in daadwerkelijke uitingen van ongenoegen. Het was in mijn voordeel dat ik één van de beste was qua snelheid, maar ik kon niet op tegen de jarenlange aangeleerde behendigheid in dure privélessen die ik gemist had in mijn kinderjaren. Zo nu en dan werd een volleybal pijnlijk recht in mijn gezicht geslagen, kreeg ik een gemene tennisbal tegen mijn achterhoofd en werd ik keihard onderuit getackeld tijdens voetbal.
      Wat mij betreft was het de laatste schoolweek voor Kerstmis genoeg geweest toen ieder meisje in mijn jaar een hockeystick in hun handen kreeg voor deze voorlopig laatste bewegingsklas. Lief keken Maisie en Ophelia voor mij uit tijdens het blokuur, aangezien ik klaarblijkelijk een wandelende schietroos was geworden door een stomme uitnodiging, maar genoeg was genoeg.
      Toen iemand van het andere team met de hockeybal niet razendsnel op ons goal afrende, maar op mij, hief ik mijn hockeystick van de grond en tackelde haar voor de verandering. Direct floot onze bewegingslerares hard op haar fluitje en maakte dat iedereen stil blijf staan waar zij stond. Kermend greep Aideen naar haar enkel.
      ‘Gaat het wel?’ knielde Scarlett bezorgd neer naast haar geblesseerde vriendin. Zij keek met een kleine zucht naar mij op. ‘Het was een ongeluk, toch?’ Doordringend trok zij één van haar wenkbrauwen op. Voor iemand die bevriend was met al deze belachelijke aristocraten, bleef zij gelukkig een goed hart bezitten.
      Hoofdschuddend draaide ik mij weg van de scène en veegde een pluk haar dat los was geschoten vanuit mijn opgestoken haren terug achter mijn oor. ‘Dit is te belachelijk voor woorden…’ mompelde ik naar Ophelia.
      ‘Thorphen!’ riep mevrouw Hadleigh mij bij zich. Met tegenzin liep ik naar de kant, terwijl twee van Aideen’s vriendinnen haar de gymzaal uithielpen. ‘Wil jij mij nog een uitleg geven?’ Zwijgend schudde ik mijn hoofd. ‘Dit is jouw eerste en laatste waarschuwing, mejuffrouw.’ De spot was duidelijk in haar stem te horen.
      Vervolgens blies onze bewegingslerares opnieuw op haar fluitje en ging de bewegingsklas weer verder. Ondertussen wees zij twee van onze teamgenoten aan om zich bij het andere team te voegen, zodat wij beter verdeeld waren. Het haalde weinig uit. Als ik voorheen al het mikpunt was geweest, was ik dat nu zeker. Niemand keek ervan op dat ik ondanks mijn beste moeite binnen tien minuten evengoed onderuit gehaald werd. Ik in ieder geval niet en ik bleef dan ook gewoon liggen op de grond van de gymzaal.
      Ophelia boog zich over mij heen en kwam met haar gezicht in mijn zichtveld. ‘Een hand nodig?’ vroeg zij met een mistroostige glimlach.
      ‘Thorphen!’ schalde opnieuw de bestraffende stem van onze bewegingslerares.
      Verward keek ik op naar mijn vriendin. ‘Hoe is dit opnieuw mijn schuld?’ vroeg ik mij hardop af en nam de hand van Ophelia aan. Gepijnigd door de pijnscheut die door mijn been trok hield ik mij maar moeilijk staande.
      ‘Mejuffrouw Thorphen!’ klonk ditmaal de stem van mevrouw Sunberry.
      Geschrokken draaide ik mij om. Ondanks de goede bedoelingen van Ophelia hinkte ik zelf naar de andere kant van de gymzaal, waar onze lerares Engels in de deuropening stond. Ik negeerde het gelach van de meiden die ik voorheen al niet uit kon staan, maar nu nog minder. Aan het gezicht van mevrouw Sunberry was zij niet al te goed gehumeurd en daarvoor moest veel gebeuren wilde een leerling dat veroorzaken, dus ik vroeg mij dan ook hevig af waarom zij mij uit de les riep. Zwijgend liet zij mij voorgaan de gymzaal te verlaten. Nog altijd tegen de pijn vechtend leunde ik tegen de muur aan en wachtte op hetgeen dat zij te zeggen had, maar zag toen mijn essay in haar handen.
      ‘Wat is dit?’ eiste mevrouw Sunberry te weten. Haar woede beheersend hield zij mijn essay omhoog, dat ik afgelopen week vrijdag had ingeleverd. ‘Waar haal jij het lef vandaan? Het is een schade!’
      Betrapt probeerde ik ondanks de pijn rechtop te staan. ‘Mijn excuses, mevrouw, maar prins Nathanael–’ begon ik.
      ‘Prins Nathanael is niet de koning!’ verhief mijn lerares Engels haar stem. Voor zo ver ik wist was dat voor het eerst in al mijn jaren hier op school en ik was dan ook nogal ontdaan door het stemgeluid. ‘Dit is ronduit brutaal en ongehoord. Nog net geen hoogverraad!’
      Begrijpend knikte ik. ‘Mijn excuses, mevrouw,’ herhaalde ik mijn verdediging.
      Mevrouw Sunberry herstelde zich en rechtte haar schouders. ‘Dit essay heeft een één. Jij hebt tot vrijdagmiddag om een nieuw essay in te leveren,’ knikte zij besloten en ferm.
      ‘Wat? Een heel nieuw essay?’ vroeg ik ongelovig.
      De vrouw schonk mij een waarschuwende blik. ‘Ik geef jou deze kans alleen vanwege de academische kwaliteiten die jij hebt laten zien in jouw voorgaande schooljaren. Als je liever hebt dat ik het bij jouw zware onvoldoende houdt, kan dat ook,’ zei zij minachtend. ‘Zeg het maar, mejuffrouw Thorphen.’
      Het was zo oneerlijk. Inmiddels wist ik niet meer of ik wilde huilen van de pijn of vanwege mijn eerste onvoldoende ooit. Een nieuw essay schrijven in vier dagen? Dat was onmogelijk!
      ‘Wees niet opnieuw dwaas en neem mijn aanbod aan, Westley,’ klonk mijn lerares ietwat zorgelijk. ‘En als je dan toch verstandig bezig bent, vernietig deze essay onmiddellijk.’
      Nadat mevrouw Sunberry mij mijn essay terug had gegeven, met een omcirkelde, rode één bovenin de hoek, liep zij ervandoor. Met een zucht leunde ik opnieuw tegen de muur en sloot voor een moment mijn ogen.
      Een onvoldoende. Ik had in mijn hele leven nog niet één onvoldoende gehaald.
      Op mijn onderlip bijtend probeerde ik voorzichtig weer op mijn rechterbeen te gaan staan, waartegen Luciana keihard met haar hockeystick mijn scheenbeen had geraakt. Voor de zekerheid hinkte ik richting de verpleegzaal om daar de schoolverpleegkundige naar mijn onderbeen te zullen laten kijken.
      Luciana Giordano was de grootste blonde trut van heel onze school. Zij was zelfs niet eens bevriend met Rosalie. Waarschijnlijk kon het haar niet eens iets schelen dat ik Aideen onderuit had gehaald, maar vond zij het gewoon vermakelijk om mij neer te zien gaan tegen de harde gymzaalvloer. Haar Italiaanse vader was momenteel één van de beroemdste modeontwerpers ter wereld en haar Britse moeder zijn meest favoriete model. Romantisch, en een beeldschone familie, maar zij hadden een onuitstaanbare dochter. Vorig jaar behaalde haar één jaar oudere broer Lorenzo zijn diploma, maar de meiden hier op school waren de hartenbreker zeker nog niet vergeten.
      ‘Och, kind, toch… Nog één,’ verzuchtte onze schoolverpleegkundige bij mijn binnenkomst. Behendig hielp zij mij op één van de bedden. ‘Ik pak gelijk even een kompres.’
      Schuldbewust keek ik op naar Aideen, die samen met haar twee vriendinnen naast haar op het bed tegenover mij zat. Alle drie negeerden mijn aanwezigheid, waar ik totaal geen moeite mee had. Waarschijnlijk was dat maar beter zo, want ik had het echt helemaal gehad met de zinloze jaloezie die mij leek te achtervolgen en ik zou zomaar iets stoms kunnen zeggen waar ik direct spijt van zou krijgen. Ik zou bijna willen dat ik een soort claim op prins Nathanael zou hebben, zodat de slinkse uitingen ergens op gebaseerd waren, maar ik had niets waar mijn schoolgenoten jaloers op zouden kunnen zijn.
      ‘Kijk eens aan,’ trok mevrouw Appleton mijn aandacht. Allereerst legde zij een doek over mijn rechterscheenbeen, waarna zij voorzichtig de koude kompres op de pijnlijke plek legde. Ik slikte even moeilijk en hoopte nu maar dat het de zwelling tegen zou gaan, zodat de pijn minder werd. ‘Wil je misschien een warme kop thee of een boek?’
      Dankbaar knikte ik. ‘Beiden, graag,’ antwoordde ik.
      Aangezien ik in slechts vier dagen tijd een heel nieuw essay zou moeten gaan schrijven voor het schoolvak Engels, kon ik maar beter zo snel mogelijk beginnen. Het zou geen tien worden, maar alles was beter dan een zware onvoldoende.

Reageer (2)

  • Kjelaney

    Wauw. Hoe vreselijk kunnen mensen zijn.
    Dit stukje was weer geweldig though, ik zat er echt helemaal in!

    6 jaar geleden
  • VampireMouse

    Stiekem gelezen op vakantie haha!
    Zo zo mooi geschreven, echt wauw.. En man die onvoldoende crap.... Maar denk dat dat hele verslag nog wel een staartje krijgt..
    Super benieuwd (:

    Xx

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen