Foto bij – 9 –

Zoals ik meerdere mensen had zien doen, verliet ik de zaal en liep de gang op. Hoe verder ik de gang doorliep, des te zachter werd het rumoer van de honderden gasten. Mijzelf herstellend haalde ik diep adem, nu ik ook verder bij de dwalende gasten vandaan liep. Toch was ik niet bepaald alleen. Langs de muren en bij elke deur hield een wachter in uniform de wacht. Desalniettemin liep ik verder, in de hoop een plek te vinden waar ik even tot rust kon komen van alle hectiek van vanavond.
      Nog nooit in heel mijn leven had ik zoiets vreselijks meegemaakt. Ja, het banket was waanzinnig geweest en ik wist nu al zeker dat ik dit nooit zou vergeten. Dat kon ik niet ontkennen, maar de mensen waren belachelijk. Ronduit bespottelijk. Het was totaal niet te vergelijken met de elite tieners op Middleton Spencer College, en zij gingen mij al te ver.
      De titels, de roddels, het gemaakte gelach en de hautaine accenten… Het was te veel om op te noemen. Plotseling was ik dankbaar dat mijn ouders nouveau riche waren. Misschien dat ik dat in mijn eerste schooljaar op de kostschool anders had gewenst, maar nu zeker niet meer. Nooit zou ik in zo’n verachtelijke bubbel willen leven.
      Ineens realiseerde ik mij dat ik zo in gedachten verzonken was, zo druk bezig met mijn afschuw, dat ik geen aandacht had besteed aan waar ik heen was gelopen. Alle gangen met hun eeuwenoude banken, deuren, schilderijen en vazen leken hetzelfde…
      Met een zucht draaide ik mij om en probeerde de weg terug te vinden. De wachters gaven mij het gevoel dat ik aangestaard werd na mijn stomme fout, ondanks dat zij recht voor zich uit staarden. Een tweede blunder kon er ook nog wel bij vanavond. Ik versnelde mijn pas, maar kwam al snel tot de conclusie dat ik verdwaald was.
      Nogmaals vloekte ik zacht in mijzelf. Hoe kreeg ik dit nu weer voor elkaar?
      ‘Alles in orde, mejuffrouw?’ klonk een bekende stem.
      Geschrokken draaide ik mij om en zag daar prins Nathanael uit de schaduw stappen in het licht van de schemerlampjes aan de muren en de heldere maan door de vensters. Hij nam mij geamuseerd in zich op met zijn handen op zijn rug. Opnieuw sloeg ik beschaamd mijn blik neer. ‘Ik kan de weg terug niet vinden,’ antwoordde ik eerlijk, aangezien ik de schade toch al had gemaakt eerder deze avond.
      De prins liep dichter naar mij toe. ‘Waarom liep u weg in de eerste plaats?’ was hij benieuwd.
      Hulpeloos keek ik op. ‘Ik ben het armste meisje daarbinnen, en mijn ouders stuurden mijn broer en mij naar de beste privékostschool van het land en hebben een tweede huis gekocht op een vrijwel onbewoond Brits Maagdeneiland,’ vulde ik ongelovig aan. ‘Waarschijnlijk ben ik de enige zonder titel in dit paleis en… Om eerlijk te zijn kan ik niet geloven dat ik dit ooit zou zeggen, maar ik voel mij goedkoop als “nieuw geld” en het is het meest vernederende gevoel.’
      ‘Uw vriend, meneer Nashton, mist uw aanwezigheid vast ook,’ hield de prins zich beleefd afstandelijk.
      Meteen schudde ik mijn hoofd. ‘Waylon? Hij is niet mijn vriend, hij is een vriend. Zelfs hij kent half de zaal…’ mompelde ik mokkend.
      ‘Onze connectiekring kan nogal overweldigend zijn, dat begrijp ik,’ schonk de man mij een bemoedigende glimlach.
      Vertwijfeld liet ik mijn schouders hangen. ‘Waarom heeft u mij uitgenodigd, Uwe Hoogheid?’ vroeg ik mij hardop af.
      ‘U herinnert mij aan mijzelf op uw leeftijd,’ antwoordde prins Nathanael zonder verdere uitleg over zijn reden. ‘Bovendien was ons gesprek het beste die ik heb gehad in de afgelopen vijf jaar, waarschijnlijk.’
      Een ongelovige, humorloze lach verliet mijn mond. ‘Ik ben onvoorstelbaar. Als in, serieus, stel mij niet voor,’ grapte ik gemeend door de ongemakkelijke kwelling van vanavond, alhoewel ik de schrik en schaamte nog duidelijk kon voelen. ‘U heeft zelf kunnen zien hoe dat ging met uw vriendin.’
      De prins glimlachte stiekem. ‘Dat was vooralsnog het hoogtepunt van mijn avond,’ deelde hij mij samenzweerderig.
      ‘Ik krijg geen lucht,’ merkte ik op.
      Gemanierd stond de prins weer rechtop met zijn handen op zijn rug. ‘Zoals ik al zei, het kan overweldigend zijn, maar ik verzeker u dat de avond vrijer zal verlopen naarmate er genoeg alcohol is genuttigd,’ vertrouwde hij mij toe.
      ‘Nee, ik ben serieus. Ik krijg geen lucht. Een kop koffie. Mag ik een kop koffie, alstublieft?’ vroeg ik moeilijk, terwijl ik mijn handen op mijn buik legde om beter op mijn ademhaling te kunnen letten.
      Bezorgd probeerde de prins mijn blik te vangen. ‘Koffie?’ vroeg hij niet-begrijpend.
      Onmiddellijk knikte ik. ‘Het helpt om te ademen. Ik heb geen medicatie meegenomen,’ sprak ik verklarend. ‘Koffie werkt bevorderend.’
      ‘Medicatie?’ vroeg de prins zich hardop af, terwijl hij mij naar een bankje begeleidde. ‘Doet er nu ook helemaal niet toe. Blijf hier zitten, ik kom zo bij je terug.’
      Dankbaar nam ik plaats op de klassieke sofa, terwijl prins Nathanael haastig de gang uitliep. Zo goed als dat ik kon probeerde ik mijn locatie te negeren en te denken aan leuke dingen. Thuis, de grappen die Maisie ’s avonds laat vertelde op de slaapzaal… Alles, behalve dat ik hier bijna zat te hyperventileren in een eeuwenoud paleis. Ondertussen deed ik mijn best mijzelf te kalmeren en regelmatig adem te halen. Ik negeerde de af en toe starende blikken van de wachters, die peilend mijn kant opkeken.
      Met een onprettig gevoel keek ik op toen de prins weer naar mij terugliep. ‘Er komt zo direct iemand aan met een kop koffie,’ beloofde hij geruststellend. Zwijgend vroeg hij aan mij of hij naast mij kon gaan zitten, waarop ik hem slechts stomverbaasd aanstaarde. ‘Is er iets anders dat ik voor jou kan betekenen om het je iets aangenamer te maken?’
      ‘Nee, dank u, Hoogheid,’ bedankte ik zacht.
      Vertwijfeld knoopte prins Nathanael zijn colbert los en nam plaats naast mij op de sofa. Hij draaide zich open naar mij toe, maar wist zichtbaar niet zo goed wat te zeggen. ‘Welk cijfer heb jij uiteindelijk gekregen voor jouw essay?’ probeerde hij ietwat onhandig de conversatie gaande te houden. Zijn vraag klonk geforceerd.
      ‘Mijn eerste één, ooit,’ antwoordde ik met een kleine lach.
      De prins keek mij zorgelijk aan. ‘Pardon? Hoe is dat mogelijk?’ vroeg hij niet-begrijpend.
      Verontschuldigend haalde ik mijn schouders op. ‘Ik was te ijverig, Uwe Hoogheid,’ zei ik ongelogen.
      Prins Nathanael verborg zijn verbazing absoluut niet. ‘Maar dat is bespottelijk! Zal ik mevrouw Chandler persoonlijk telefoneren?’ bood hij waarschijnlijk goedbedoeld aan.
      ‘Wees niet zo belachelijk!’ schoot ik verbaasd uit.
      De man naast mij keek mij strak aan. ‘Pardon?’ merkte hij nogmaals op.
      Schuldbewust door mijn zojuist ongepaste uitlating sloeg ik mijn blik neer. ‘Het was mijn eigen stomme schuld, Hoogheid,’ hoopte ik gauw het onderwerp af te kunnen sluiten.
      ‘Waarom denk je dat?’ vroeg de prins door.
      Vertwijfeld keek ik weer op naar de man. ‘Omdat ik te ver doorging over het auto-ongeluk.’ Hij keek mij zwijgend aan, maar veroordeelde mij nog niet. ‘Ik schreef dat ik van mening ben dat u onschuldig bent,’ vertelde ik toen eerlijk.
      Nu had ik zeker de interesse van de prins gewekt. ‘En waarom denk je dat?’ paste hij opnieuw deze vraag toe.
      ‘Mijn moeder heeft mij verteld over de opnamedozen,’ antwoordde ik.
      Op dat moment bracht een lakei slechts een enkele kop koffie naar de prins, die zwijgend gebaarde dat deze bedoeld was voor mij. Dankbaar nam ik het schoteltje over van de bediende, waarna ik gulzig een slok van de warme koffie dronk, nog voordat de man had gebogen en weer was weggelopen. Dat de koffie sterk en zwart was, iets dat ik eigenlijk niet lekker vond, nam ik maar voor lief. Ondertussen bleef prins Nathanael mij met een vreemde blik aanstaren.
      ‘Mijn excuses voor het in beslag nemen van uw tijd. U wilt vast snel terug naar uw gasten,’ gaf ik de man een snelle uitweg.
      Casual haalde de prins een schouder op. ‘U bent mijn gast,’ verweerde hij vriendelijk. ‘Bovendien houd ik ook niet zo van de drukte. Ik schuil liever hier met u.’ Opnieuw vousvoyeerde hij, viel mij op. ‘Niet dat de reden aangenaam is, begrijp mij niet verkeerd.’
      Voorzichtig nam ik nog een slok van de koffie. ‘Bent u niet liever bij uw vriendin?’ vroeg ik belangstellend. ‘Colette, zij lijkt mij erg aardig.’
      ‘Dat is ze,’ knipoogde de prins trots. Meteen verscheen er een lieve glimlach op zijn gezicht. ‘Colette houdt van de drukte. Wellicht is zij beter voor mijn rol als prins weggelegd dan ik zelf. Zij zal een goede hertogin worden.’
      Ik probeerde mijn verbazing de verhullen. ‘Jullie zijn verloofd?’ vroeg ik toch ietwat verwonderd klinkend.
      Prins Nathanael haalde zeer diep adem. ‘Ongeveer,’ ontweek hij eerst mijn vragende blik. Zorgelijk keek hij mij weer aan. ‘Ik moet haar slechts de vraag nog stellen.’
      Fronsend keek ik terug. ‘Dat klinkt ingewikkeld,’ hield ik mij afzijdig.
      ‘Dat is het zeker,’ bevestigde de man.
      Verontschuldigend haalde ik mijn schouders op. ‘Het spijt mij,’ zei ik gemeend.
      ‘Wat spijt u precies?’ vroeg de prins om verduidelijking.
      Langzaam schudde ik mijn hoofd. Kende ik mijn plek dan nu nog niet na vanavond? Ik moest gewoon mijn mond houden en mijn koffie opdrinken. Eigenlijk was ik alleen al fout bezig door de prins weg te houden van zijn gegeven banket, wat hij dan ook vertelde om mij wellicht beter te doen laten voelen over mijn tijdrovende toestand.
      ‘Zeg op, ik beveel het u,’ grapte de prins nogal slecht met een halve grijns.
      Ik zette het lege kopje koffie terug op het schoteltje, dat ik op mijn schoot liet rusten. ‘U bent arm, dat spijt mij,’ antwoordde ik met tegenzin.
      ‘Excuseer mij? Arm?’ vroeg prins Nathanael met opgetrokken wenkbrauwen.
      Toegevend knikte ik. ‘Heeft u ooit zelf een belangrijke beslissing of keuze mogen maken?’ vroeg ik oprecht nieuwsgierig en niet alleen om mijn punt te maken.
      ‘Ik heb zelf voor Colette gekozen!’ verdedigde de man aangedaan.
      Met een kleine lach sloeg ik mijn blik neer. ‘Waarschijnlijk met eerst gevraagde toestemming van jullie beiden ouders, neem ik aan? Bravo, goed gedaan, prins,’ kon ik het niet helpen ietwat neerbuigend te klinken.
      ‘Hoor ik spot in uw stem?’ vroeg de prins provocerend. Beledigd ging hij rechterop zitten. ‘U voelt zich weer beter, neem ik aan? Ik ben blij dat de koffie u geholpen heeft.’
      Lachend keek ik op. ‘Hoor ik sarcasme in de uwe?’ vroeg ik geamuseerd.
      ‘Oh, stop het, Westley,’ verweerde prins Nathanael hard, maar de glinstering in zijn ogen verraadde hem.
      Glimlachend knikte ik. ‘Bedankt, Nathanael,’ zei ik respectvol.
      Voor een te lang moment staarde de prins mij met een aangename, uitdagende glimlach aan. Pas nu viel mij op dat zijn haar donkerder was dan de vorige keer, waardoor zijn blauwe ogen lichter leken. Hij bezorgde mij opnieuw ademhalingsproblemen en ik wist niet zo goed hoe ik het moment moest verbreken. Tegelijkertijd wilde ik dat ook helemaal niet. Mijn hart viel voor hem, mijn verstand probeerde het op te vangen.
      ‘Het spijt mij van uw onvoldoende. Helaas kan niet iedereen de beste van de klas zijn,’ verbrak de prins het moment guitig.
      Verward probeerde ik zo snel mogelijk de woorden tot mij door te laten dringen. ‘Dat was u zelf ook niet,’ kwam ik scherp terug.
      De man keek mij wantrouwig aan. ‘Hoe weet u dat?’ vroeg hij verbaasd. ‘Waarom bent u zo in mij verdiept? Stalkt u mij soms?’
      ‘Vlijt uzelf niet zo!’ sprak ik verbolgen.
      Toch liet de prins zijn plagerij niet gaan. ‘Heeft de strijdlustige studente een simpele verliefdheid voor de prins van Groot Brittannië?’ vroeg hij met een speels opgetrokken wenkbrauw.
      Ik lachte ongelovig. ‘In uw dromen!’ verweerde ik protesterend.
      Prins Nathanael haalde nonchalant zijn schouders op. ‘Ik hoor geen ontkenning,’ mompelde hij opnieuw provocerend.
      ‘Mijn broer had gelijk. U bent zo… Zo…’ kwam ik niet uit mijn woorden. Ondanks alles voelde het helemaal niet onprettig om zo op deze manier met deze man te praten en het verwarde mij.
      Nieuwsgierig keek de prins mij aan. ‘Zo wat?’ wilde hij weten. ‘Wat zei uw broer over mij?’
      Om de prins niet direct aan te hoeven kijken bij mijn antwoord, rechtte ik ondertussen de rok van mijn jurk. ‘Mijn broer waarschuwde mij voor u en uw zelfingenomenheid,’ antwoordde ik terughoudend.
      ‘En wat weet uw broer precies van mij?’ vroeg de man zich hardop af.
      Vertwijfeld haalde ik een schouder op. ‘Meer dan genoeg om u niet te mogen,’ zei ik eerlijk.
      Met nauwe ogen keek prins Nathanael mij opnieuw vragend aan. ‘Wie is uw broer?’ vroeg hij door.
      ‘Fiyero Thorphen,’ antwoordde ik met een kleine lach.
      Zoals ik ergens al wel had verwacht, keek de prins mij vol ongeloof aan en verdween zijn flauwe lach terstond. ‘Fiyero Thorphen? Uw broer is Fiyero Thorphen?’ Onmiddellijk stond hij op van de sofa en keek mij geërgerd aan. ‘Ik kan het niet geloven. Nee, niet Fiyero Thorphen,’ kon hij zijn ongenoegen niet bepaald onder woorden brengen.
      ‘Herhaal het zo vaak u wilt, zijn naam blijft hetzelfde,’ lachte ik zacht.
      Verslagen wreef de prins met zijn handen over zijn gezicht. ‘Nee,’ kreunde hij getergd. ‘Hoe kunt u familie zijn van Thorphen?’ De afschuw was nog altijd daar na al die jaren.
      ‘Wij dragen dezelfde achternaam en hebben dezelfde ouders,’ merkte ik gevat op. ‘Natuurlijk zijn wij familie-gerelateerd. Maakt u zich geen zorgen, hij is het hele voorval allang vergeten. Hij is zeer gelukkig met zijn vriendin en zoon.’
      Prins Nathanael haalde diep adem en keek mij argwanend aan. ‘Thorphen heeft een kind?’ vroeg hij ongelovig.
      Zacht knikte ik. ‘Een zes maanden oude zoon, genaamd Harry,’ vertelde ik met een blije glimlach.
      Gerustgesteld kwam de prins weer naast mij zitten. ‘Waarom zei je niets?’ vroeg hij niet-begrijpend. ‘Mijn vrienden en ik…’
      ‘Zijn waarschijnlijk allang vergeven,’ sprak ik aanvullend met verontwaardiging. ‘Kom op, Fiyero maakte jouw leven waarschijnlijk net zo ondragelijk als jij het zijne. Hij is gelukkig nu, dus vergeet het, alstublieft. Geen van jullie beiden eindigden met het meisje, dus waar gaat het nu eenmaal om?’
      Prins Nathanael keek mij opnieuw ietwat beledigd aan. ‘Ik eindigde met het meisje,’ wilde hij toch nog even trots kwijt. Afkeurend keek ik terug. ‘Voor twee weken.’
      Langzaam schudde ik mijn hoofd. ‘Denk jij dat ik dat niet weet? Fiyero heeft haar thuis voorgesteld die zomer, voordat jij haar van hem weg hebt gestolen.’ Verafschuwend schudde ik mijn hoofd, maar herstelde mij toen snel. ‘Zoals ik al zei, Fiyero is het vergeten. Mocht iemand om mijn mening vragen, zij was een slet,’ zei ik de prins met een gemaakte glimlach. Hij keek mij op zijn beurt veroordelend aan. ‘Sorry, maar ga weg. Twee jongens in één dag, waarvan één mijn broer is, verdiend het om een slet te worden genoemd door de zus.’
      ‘In één dag?’ echode de prins verontwaardigd. ‘Hoe kom je daar nu bij?’
      Stomverbaasd keek ik de man aan. ‘Wanneer sliep jij met haar?’ vroeg ik met een geforceerde glimlach.
      Ongemakkelijk schoof de prins iets van mij weg. ‘Waarom vraag je dat?’ wilde hij weten.
      ‘Het weekend van de voetbaltry-outs, nietwaar? De dag dat de nieuwe selectie bekend werd gemaakt?’ vroeg ik hem herinnerend. De man knikte afstandelijk. ‘Het was mijn broer zijn verjaardag.’
      Plotseling werd het de prins allemaal duidelijk. ‘Je bedoelt dat… Oh, man. Ik wist het niet,’ zei hij zich schuldbewust.
      ‘Dat is waarom Fiyero en zijn vrienden jouw leven net iets moeilijker wilden maken,’ zei ik met een verklarend gebaar. ‘’s Morgens was zij zijn slaapzaal nog binnengeslopen, maar ’s avonds hoorde hij de roddels dat jullie samen gezien waren na de try-outs-mededelingen.’
      Verontschuldigend gaf de prins mij een politiek knikje. ‘Ik wist het niet,’ herhaalde hij. ‘Echt, ik had geen idee. Natuurlijk wist ik dat zij wel eens met Thorphen liep, maar ik wist niet dat het serieus was en ik had geen idee dat het zijn verjaardag was.’
      ‘Zoals ik al zei, Fiyero is er wel overheen,’ knikte ik cynisch terug.
      Prins Nathanael keek mij met gespeelde waarschuwing aan. ‘Waarom krijg ik steeds het idee dat jij mij in de maling neemt?’ vroeg hij zich hardop af.
      ‘Omdat u een wijs man bent en doorhebt dat ik dat ook continue doe,’ antwoordde ik zo serieus mogelijk.
      Langzaam schudde de man zijn hoofd. ‘Burgers,’ schold hij beleefd met een diepe zucht en een kleine grijns. Voor een moment keek hij mij observerend aan. ‘Met vleierij kom je er niet, trouwens.’
      ‘Kom ik waar niet?’ vroeg ik niet-begrijpend.
      De prins lachte onschuldig. ‘Sowieso niet,’ antwoordde hij schuin.
      ‘Uwe Koninklijke Hoogheid, maakte u zojuist een ongepaste seksgrap?’ vroeg ik met gespeelde schaamte.
      Meteen schudde de prins ernstig zijn hoofd. ‘Natuurlijk niet. Thorphen zou mij deze keer echt vermoorden,’ grijnsde hij jongensachtig.
      ‘Vergeet niet dat ik zelf ook Thorphen heet. Onderschat mij niet,’ waarschuwde ik met een glimlach.
      Opnieuw lachte de man. ‘Met uw één voor uw essay?’ vroeg hij cynisch.
      Mijn glimlach verdween. ‘Omdat ik geloof in uw onschuld.’ De lach van de prins verdween eveneens. ‘Is dat iets stoms dat ik niet zou moeten doen?’ vroeg ik ditmaal oprecht serieus.

Reageer (4)

  • Praimfaya

    God waarom stop je hier? Dit is geen moment om te stoppen.
    Ik werd meegesleept en hunker nu naar een antwoord van hem!

    6 jaar geleden
  • Kjelaney

    Oh, dit is zo heerlijk.

    6 jaar geleden
  • Sunnyrainbow

    Dit verhaal is verslavend!

    6 jaar geleden
  • Azriel

    Oke misschien een beetje een rare reactie, maar dit hoofdstuk voelt on-af. Ik mis eigenlijk nog een reactie van Nathanael - maar dan echt een vage/serieuze. Een beetje in de trand van: 'you know nothing, jon snow'
    Oke, ik ga maar snel weer weg hier

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen