De volgende dag ben ik al vroeg wakker en maak ik er gebruik van, de rest zal later wakker zijn aangezien we een dag vrij hebben. Celia slaapt nog en slapend kan ze me geen vragen stellen. Ik kleed me snel om en loop naar onder. Er is nog niemand dus bel ik Destra maar.

telefoongesprek Destra en Saïra:
Destra: Heb je je probleem al opgelost?
Saïra: Nog niet, maar zolang ik de boel gewoon blijf ontkennen zal het wel goed gaan...

Verder leg ik uit hoe Raimon heeft getraind en nog een paar details over wedstrijden.

POV Celia:
Ik word wakker en zie dat Saïra al weg is. "Serieus, ik ga erachter komen wat die meid schuil houd." Ik ben vastbesloten. Ik raak er steeds zekerder van dat zij met dat incident was betrokken in de stad. Alhoewel de jongens allemaal dronken waren is het raar dat ze allen hetzelfde verhaal vertellen en ook nog eens alle 6 buiten westen raakten. Het is gewoon te veel toeval.

Ik loop, na me omgekleed te hebben, naar onder en zie Saïra om de hoek staan. Ze staat net buiten de voordeur, kennelijk had ze niet verwacht dat er iemand wakker zou worden. Ik loop erheen en hoor hoe ze uitlegt hoe de jongens vooruit zijn gegaan en allemaal details van wedstrijden. Ze vertelt ook dingen die totaal nutteloos zouden lijken op het eerste gezicht. Genoeg! Waarom sta ik haar eigenlijk af te luisteren? Ik zet een paar stappen naar voren en wacht tot Saïra me op merkt.

POV Saïra:
"Uuhm... Ik ga ophangen..." Ik sluit het gesprek waardoor ik Destra onderbreek. Ik kijk verbaasd naar Celia maar herstel me al best snel. "We hebben vrij, toch? Waarom ben je dan zo vroeg wakker?" vraag ik. "Ik werd wakker en zag dat je weg was, alhoewel ik had verwacht dat ook jij zou uitslapen op een dag vrij," zegt Celia. "Ik slaap nooit lang. Ik word wakker en sta op," antwoord ik nonchalant. "Met wie belde je? En waarom vertelde je alles over onze trainingen?" vraagt Celia achterdochtig. "Dat was mijn broer, hij is nieuwsgierig hoe het hier gaat," zeg ik terwijl ik een kleine glimlach op mijn gezicht tover. "En dat met die jongens?" Serieus, wanneer stoppen deze mensen met doordrammen. "Nogmaals, ik weet evenveel als jou. Een paar dronken jongens zijn het bewustzijn kwijt geraakt en roepen dat ik dat schuld was. Je wilt toch niet zeggen dat je een paar dronken jongens eerder gelooft dan iemand uit j eigen team?" vraag ik, ik probeer beledigt over te komen en kennelijk lukt dat wel redelijk.

Celia kijkt me nu al een paar seconden bedenkelijk aan. "Je zal wel gelijk hebben, ik moet je meer leren vertrouwen. Sorry dat ik die roddels geloofde, waarschijnlijk kracht der gewoonte," zegt Celia met een glimlach. Ik kijk haar vragend aan. "Oh ja, jij weet dat nog niet. Voor ik manager was, werkte ik voor de school krant," beantwoord ze mijn blik. "Oké, ik ga ontbijten, loop je mee?" vraag ik. Mensen te vriend houden is geen overbodige luxe.

Een paar uur later zitten we met het hele team op het strand. "Wat kunnen we gaan doen?" vraagt Mark bezorgd. Een idee popt op in mijn hoofd, truth or dare, maar het lijkt me geen goed idee.



Na een tijdje komen we dus maar op het idee om te gaan zwemmen. Ik doe mijn schoenen en sokken uit en stap tot aan mijn enkels het water in. "Kom je mee doen?!" roept Mark dan. Ze doen een watergevecht, iedereen heeft zijn of haar kleding nog aan maar het lijkt ze niet uit te maken. "Misschien later!" roep ik terug als ik om me heen kijk. Ik zie Archer een stuk verderop op het strand zitten.

Ik ben naar Archer toegelopen en sta nu naast hem. "Hey," zeg ik als ik ga zitten. "Hoi, ga je niet mee zwemmen?" vraagt hij. "Hun zitten nu in het diepere stuk, als ik dat doe dan verdrink ik," zeg ik lachend. Het is natuurlijk niet letterlijk, aangezien ik niet echt kan verdrinken, maar zolang onder water blijven zonder zuurstof is misschien nog wel erger. "En jij?" vraag ik maar. "Het hoeft van mij allemaal niet," zegt Archer, hij verwijst kennelijk naar het hele sociaal bezig zijn.

Er heerst een doodse stilte totdat Archer die doorbreekt. "Weet je dat mensen hier demonen zien als wezens uit de hel? Van die gemene wezens zonder medeleven of zelfs maar enig gevoel. Maar ik denk dat voor mij dat beeld wel is veranderd." Ik kijk hem even verbaasd aan. "In Demonica worden jullie juist gezien als zwakke wezens. Mensen zijn niet nuttig tenzij voor het opofferingsritueel... Ik denk daar sowieso al anders over aangezien ik zelf half mens ben maar nu ik hier ben... mijn hele visie is veranderd," zeg ik als ik een beetje naar achter leun. "Maar hoeveel gevoelens hebben demonen nou eigenlijk?" vraagt Archer dan. "Ik weet het niet precies, ik weet alleen dat ik, dankzij mijn menselijke kant, dezelfde gevoelens heb als jullie. Alhoewel ik ervan ben overtuigd dat demonen deze ook hebben maar dieper weggestopt," antwoord ik. "Je bent wel een optimist," zegt Archer. "Nee, ik heb hoop," breng ik ertegenin.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen