Foto bij – 17 –

‘Er legt iemand aan,’ merkte mijn broer hardop op, in de verte turend. Hij fronste en keek vragend richting mijn vader, die rustig het vlees omdraaide op de barbecue. ‘Verwachten wij soms iemand? Ik zie wel een Engelse vlag…’
      Door de verwarring in de stem van mijn broer keek ik dan toch op uit het gesprek met Gabriella. Er dreef inderdaad een Engels jachtschip richting onze aanlegsteiger.
      Mijn broer stond op van de picknicktafel. ‘Ik ga wel even kijken,’ ondernam hij, al richting het strand lopend.
      Vragend keek ik naar mijn vader, maar hij haalde niet-wetend zijn schouders op. ‘Misschien hebben zij hulp nodig of kunnen geen kompas lezen,’ grapte hij. ‘Wie lust er nog een perfect gebakken worstje?’
      ‘Graag, Matthew,’ hield Gabriella gulzig haar bord op. ‘Perfect zijn ze zeker. Mijn vader kan echt werkelijk alles aan laten branden op de barbecue, ik weet gewoon niet wat mij overkomt vanavond. Dat er worstjes bestaan zonder de smaak van as!’
      Na zo’n compliment was mijn vader zeker zeer goed gehumeurd. ‘Nou, keek eens aan, Gabi,’ grijnsde hij breed, terwijl hij haar bord opnieuw vulde met stukjes vlees.
      ‘Westley!’ schalde een vaag bekende stem.
      Verrast keek ik op bij het horen van mijn naam. Tot mijn verbazing zag ik Wren Royceston onze veranda vanaf de zijkant opklimmen. ‘Wat doe jij nu hier?’ vroeg ik stomverbaasd. ‘Die boot daar, is die van jou?’
      ‘Dat daar is een jacht,’ verbeterde de man mij wijs en overduidelijk aangeschoten. ‘En zou ik mijn jacht “the English Rose” noemen?’ Hij keek mij afkeurend aan toen hij naast de picknicktafel stond. ‘Is dit hoe wij elkaar begroeten?’
      Verontschuldigend stond ik op. ‘Pap, Gabi, dit is Wren. Wren, dit is mijn familie,’ mompelde ik overrompeld. ‘Hij is vrienden met de prins.’
      Mijn vader hief zijn barbecuespatel op als groet en Gabriella glimlachte verwelkomend. De kleine Harry op de schoot van zijn moeder probeerde allerlei lekkers van haar bord te stelen, nu toch niemand oplette.
      Wren schudde met een zucht zijn hoofd en trok mij in een amicale knuffel. ‘Dit is wat ik bedoelde,’ lachte hij, terwijl hij mij bijna verpletterde in zijn omhelzing. Vervolgens liet hij mij abrupt los en nam plaats aan de picknicktafel. ‘Hebben jullie toevallig nog zo’n negen borden over?’
      ‘Negen?’ herhaalde ik geschrokken. ‘Wie verwacht jij nog meer dan?’
      De man dacht zichtbaar na. ‘John, Tommy en Will. Alex, Jethro en twee hongerige Veiligheidsofficieren… Oh, en natuurlijk onze uiterst geliefde Nate,’ knipoogde hij uitdagend.
      ‘Jethro en Nathanael?’ viel ik opnieuw in herhaling.
      Brutaal pakte Wren één van de worstjes op Gabriella haar bord. ‘Mijn vader is rijk, maar niet zo belachelijk rijk dat hij mij een “boot” koopt, schat,’ lachte hij en at geduldig het worstje op, voordat hij zijn vingers aflikte.
      ‘Hebben wij het hier over de daadwerkelijke prinsen van Brittannië?’ fluisterde Gabriella in mijn richting.
      Meteen knikte Wren, verder inbrekend op onze privacy. ‘Die twee mogen eigenlijk nooit samen reizen, dus is Jethro naar Charlotte Amelie gevlogen. Gisteren hebben wij hem opgepikt en zijn wij hierheen gekomen,’ deed hij een poging zijn aanwezigheid te verklaren. ‘Al het bier was al op. Iedereen zat te klagen… Oh, daar zal je ze hebben!’
      Wren stond op en gebaarde zijn vrienden bij hem te komen zitten aan de picknicktafel. De andere mannen voorbijlopend, die door het vakantiehuis naar de tuin waren gekomen, liep mijn broer naar onze vader toe. Hij fluisterde hem het één en ander toe en ik was ontzettend nieuwsgierig.
      ‘Goedendag,’ groette Jethro statig. ‘Sorry dat wij jullie maaltijd verstoren.’ Hij liep als eerste naar mijn vader toe om hem de hand te schudden. ‘Jethro. Mijn excuses voor enig ongemak dat wij veroorzaken.’
      Mijn vader bleef zijn koele zelf en schudde met gemak de hand van de kroonprins. ‘Hebben jullie trek, jongens?’ was het enige dat hij hem luchtig zei. Daarna keek hij mij aan. ‘Westley, pak even een paar extra borden, wil je, liefje?’
      Gehoorzaam knikte ik, maar ik stond met tegenzin op en liep terug ons vakantiehuis binnen. Daar pakte ik in de keuken negen borden uit één van de keukenkasten en liep terug naar buiten.
      ‘Zal ik helpen?’ glimlachte Nathanael charmant. Hij doemde ineens voor mij op, de veranda opspringend.
      Voor enkele seconden wist ik niet wat ik moest zeggen, dus knikte ik. Toch bleef ik de borden zelf vasthouden.
      ‘Alles oké?’ peilde de man. Opnieuw knikte ik. ‘De borden… Zal ik de borden overnemen?’
      Meteen kwam ik weer tot zinnen. ‘Oh, ja. Natuurlijk.’ Ik gaf de borden over aan de prins. ‘Laat mij ook glazen pakken voor jullie,’ bedacht ik vlug. ‘En een karaf water.’
      ‘Bedankt voor de gastvrijheid, alvast,’ knikte Nathanael.
      Nogmaals knikte ik. ‘Vanzelfsprekend,’ reageerde ik.
      De prins draaide zich om met de borden en ik liep wederom terug naar binnen voor de glazen en de waterkaraf. Vanaf de veranda liep ik terug naar de plateau over de visvijver, waar mijn vader nog veel meer vlees op de barbecue had gelegd en de picknicktafel voornamelijk vol zat met mannen met onbekende gezichten. Mijn broer en twee anderen hadden de tafel van de veranda naast de picknicktafel neergezet en plaatsten de laatste stoelen neer, zodat iedereen plek had om te zitten.
      ‘Prachtig optrekje, Thorphen!’ complimenteerde één van de mannen. Meteen keek ik op, maar natuurlijk had hij het tegen mijn broer gehad.
      Gabriella gebaarde mij plaats te nemen op mijn vorige plek naast haar aan de picknicktafel, die zij voor mij vrij had gehouden. ‘Sorry, ik heb de jongens er niet van kunnen weerhouden van jouw kipsaté af te blijven. Jouw vader bakt jou nu een nieuwe,’ lachte zij. ‘Dit zijn allemaal oude klasgenoten van jouw broer, wist je dat?’
      Nog altijd ietwat overrompeld keek ik in de richting van mijn broer. ‘Nee, dat wist ik niet,’ mompelde ik met een zucht.
      ‘Wie geeft ons water? Hebben jullie niet iets sterkers?’ schalde iemand vanaf de bijgezette tafel.
      Nathanael, die schuin-tegenover mij zat aan de picknicktafel keek mij verontschuldigend aan. ‘Het is mijn verjaardags-week,’ kreeg ik eindelijk een meer verhelderende verklaring.
      Goedkeurend knikte ik. ‘Verjaardags-week. Slechts één dag is natuurlijk niet goed genoeg voor de prins van Brittannië,’ sprak ik met spottende ernst. ‘Dat wil je niet vieren op Salt Island, Uwe Hoogheid.’
      ‘Waarom niet?’ vroeg Nathanael meespelend terug.
      Ik gebaarde rond. ‘De zon zal met enkele minuten al ondergaan, nog voor zeven uur ’s avonds. Er is hier niets te beleven of te doen. Hooguit maakt mijn vader iedereen in met Scrabble,’ antwoordde ik redelijk serieus.
      ‘Als iemand iedereen inmaakt, dan is het Jethro,’ verbeterde Nathanael mij. ‘Bovendien zijn wij hier hopelijk maar één avond en leggen wij morgen ergens anders aan, prinses.’
      Met een lach schudde ik mijn hoofd. ‘Wat is de echte reden?’ wilde ik nu wel eens weten.
      ‘Het bier is op!’ viel een verontwaardigd iemand ons gesprek binnen. ‘Waar kunnen wij een nieuwe voorraad inslaan?’
      Nathanael wees op de man naast zich aan de picknicktafel. ‘Westley, dit is Alexander,’ stelde hij ons aan elkaar voor.
      Begrijpend knikte ik. ‘Geen winkel op dit eiland. Werk je dus gerust door onze voorraad heen, zodat ik ook nog eens van dit eiland afkom deze zomer,’ zei ik met een gemaakte glimlach.
      ‘Alsof het hier zo erg is,’ mengde Gabriella zich in het gesprek.
      Direct keek ik mijn schoonzus strak aan. ‘Dit is jouw eerste keer hier, dus stil,’ lachte ik en schudde triestig mijn hoofd.
      ‘Het is hier paradijs,’ vond de vrouw. ‘Heerlijk al deze rust.’
      Betwijfelend haalde ik mijn schouders op. ‘Totdat hooligans aanleggen,’ mompelde ik afkeurend.
      Nathanael knikte solemneel. ‘Het genoegen van wederzien is geheel wederzijds,’ sprak hij met een zwaarder accent dan gewoonlijk.
      ‘Oh, kop dicht, Windsor,’ verzuchtte ik gedramatiseerd. ‘Jij wist dat ik hier zou zijn.’
      Met nadruk haalde Nathanael zijn schouders op. ‘Dat is waarom wij hier zijn. Jouw informatie liet mij denken dat hier leven was,’ pleitte hij zichzelf onschuldig.
      ‘Natuurlijk,’ reageerde ik cynisch. ‘Dat is waarom ik zo uitkeek naar nog een saaie zomervakantie hier op dit eiland…’
      Een vreemde man naast mij hield zijn arm tussen Nathanael en mij in. ‘De meneer heeft meer te eten!’ siste hij, waarop iedereen stilviel en richting mijn vader keek. Trots verdeelde mijn vader al het gebakken en gebraden vlees. ‘Ik dank u met alles dat ik heb.’
      ‘Jij hebt nog geen rode, zelf-verdiende cent, Balfour!’ riep iemand van de bijgezette tafel, waarop er hard gelachen werd.
      De zon verdween enkele minuten voor zeven uur achter de oceaan en liet een roze gloed achter aan de avondlucht. Er werd nog uitbundig nagetafeld onder veel drank en gelach. Het waren met name de twee prinsen en hun vrienden die het meeste lawaai produceerden. Onder het mom van “oppassen” op de kleine Harry, zodat zijn ouders bij de gasten konden blijven, ging mijn vader met zijn kleinzoon naar binnen om “de jeugd niet tot last te zijn”.
      ‘Moest jij ook niet eens vertrekken richting jouw bed?’ vroeg Nathanael op zijn horloge kijkend, toen ik maar eens begon met het afruimen van de beide tafels. ‘Het is al half negen geweest.’
      Cynisch knikte ik. ‘Juist, ja… Wij begrijpen het, Hoogheid. Nu jij een kwarteeuw oud bent is het voor jou nog komischer om mij een baby te noemen. Hilarisch, Nathanael,’ glimlachte ik gemaakt.
      Na de twee buitentafels met Gabriella leeg en schoon te hebben gemaakt, bracht ik met mijn broer het gezelschap nieuwe, koud gelegde bierflesjes. Daarna ontsnapte ook ik aan de drukte, door over de brug door te lopen naar het strand. Met een zucht zakte ik neer in het zand en draaide mij om naar onze tuin. Lachend wende ik mijn gezicht en staarde naar de zee. Zo te merken had mijn broer na enkele uren al wel genoeg van zijn oude klasgenoten.
      Toch vroeg ik mij nog steeds af wat dit bezoek te betekenen had. Nathanael was niet bepaald de achteloze persoon om iets zonder een vast schema te doen. Weken terug had ik hem geschreven dat ik hier zou zijn deze zomer. Hij wist dat ik hier verbleef met mijn familie in het vakantiehuis van mijn ouders. Dus waarom was hij werkelijk hier?
      Het moest bijna wel een uur later geweest zijn toen ik voetstappen achter mij hoorde. Rustig bleef ik zitten en voor mij uitkijken, totdat de prins naast mij in het zand een handstand maakte en zich door liet zakken in een kleermakerszit. Tevreden rustte hij met zijn onderarmen op zijn opgetrokken knieën.
      ‘Uitslover,’ mompelde ik en rolde met mijn ogen.
      Nathanael tikte mij vriendelijk aan met zijn schouder. ‘Je kent mij,’ zei hij zangerig terug.
      Verward keek ik op. ‘Wat weet jij van mij en wat weet ik van jou? Behalve dat jij extreem conventioneel bent, dan. Jij zou een goede koning zijn,’ dacht ik hardop na.
      De prins fronste zijn wenkbrauwen. ‘Extreem conventioneel?’ herhaalde hij lichtelijk beledigd.
      ‘Oké, prima. Vergeet dat ik iets gezegd heb,’ haalde ik mijn schouders op en keek weer voor mij uit.
      Nogmaals stootte Nathanael zacht tegen mij aan. ‘Het is lang geleden sinds jij mij een vreemde feit of weetje hebt verteld. Vertel eens iets interessants,’ probeerde hij mij aan te sporen. ‘Misschien iets waar ik wat aan heb?’
      ‘Het orgasme van een varken duurt zo’n dertig minuten,’ had het feit mijn mond al vlug verlaten. ‘Doe ermee wat je wilt…’
      De prins fronste wederom zijn wenkbrauwen. ‘Ben je boos op mij?’ vroeg hij zich hardop af. ‘Je bent al afstandelijk sinds wij hier hebben aangelegd. Zelfs jouw broer is meer uitnodigend.’
      Meteen schudde ik mijn hoofd. ‘Nee…’ Ongemakkelijk veegde ik wat zandkorrels van mijn benen. ‘Ik begrijp alleen niet zo goed wat jullie hier doen,’ zei ik toen eerlijk.
      ‘Waren wij niet vrienden?’ vroeg de man zich hardop af.
      Zacht knikte ik. ‘Ja, dat heb je al eens eerder gezegd,’ reageerde ik gereserveerd.
      ‘Maar jij denkt van niet?’ vroeg Nathanael door.
      Eerlijk haalde ik niet-wetend mijn schouders op. ‘Pas ik in het rijtje van Wren en Alex?’ gaf ik de vraag terug.
      ‘Wren en Alex horen in een lange rij van hertoginnen tot aan militairen. Er is ruimte voor jou,’ antwoordde de man lichtelijk geërgerd. ‘Is dat de reden waarom de brieven stopten? Omdat dat jij anders dacht over deze vriendschap? Mijn excuses, maar dat had je mij moeten vertellen. Dan was hier komen een grote fout.’
      Toen Nathanael opstond en zijn capribroek afklopte van het zand, wist ik niet zeker of ik hem tegen moest houden. Hij gaf mij wel een heel gemakkelijke uitweg en het voorliggende aanbod was zeer verleidelijk. Vertwijfeld keek ik over mijn schouder en zag hem teruglopen richting het vakantiehuis.
      Bedenkelijk beet ik op mijn onderlip, maar stond op en liep met versnelde pas richting de prins. Met een snel kloppend hart sloot ik mijn zorgelijke gedachten af en haakte mijn armen rond zijn nek toen ik op zijn rug sprong.
      ‘Ik ga naar Amsterdam,’ vertelde ik zacht.
      Hoewel Nathanael schrok van mijn reactie, was hij meer verbaasd over mijn woorden. ‘Wat?’ vroeg hij, terwijl hij zijn hoofd naar mij toedraaide. ‘Ga van mij af, kleine aap.’
      Mij nerveus voelend liet ik de man los en gleed terug met mijn voeten in het zand. ‘Voor mijn vervolgstudie,’ vulde ik aan. ‘En ik durfde het jou niet te vertellen. Zeker niet na de ziedende reactie van mijn ouders. Als iemand conventioneel is, dan ben jij het. Ik kon het niet en ik wist dat jij in één van jouw volgende brieven zou vragen waar ik verder zou gaan studeren, dus…’
      ‘Dus sloot je mij buiten,’ knikte de man nors. ‘Opnieuw “conventioneel”, ja? Waar komt dat vandaan? Ik ben leuk.’
      Ongemakkelijk haalde ik mijn schouders op. ‘Ik zei niet dat je dat niet was,’ reageerde ik zacht.
      ‘Ik kwam hier naartoe omdat ik al zo lang niets van jou vernam,’ zei Nathanael helder. De eerlijkheid en kwetsbaarheid grepen mij aan. ‘Oké, misschien is dat “conventioneel”, plichtsgetrouw… Maar omdat ik niet lieg, staat dat nog niet gelijk aan karakterloos zijn.’
      Geschrokken zette ik een stap naar achteren. ‘Ik zei niet dat jij karakterloos was! Alsjeblieft, stop het. Nathanael, jij bent de meest interessante persoon die ik ooit ontmoet heb,’ sprak ik gehaast, zonder zelfs maar over mijn woorden na te hoeven denken. ‘Omdat ik bang en onzeker ben over alles waar jij zeker van bent, betekent dat nog niet dat er iets mis is met jou. Jij bent leuk.’
      Nathanael keek mij net iets te lang aan. ‘Ja, dat ben ik zeker.’ Hij pakte de rand van zijn T-shirt vast en trok deze over zijn hoofd. ‘Wie het eerste in het water is. Normaal gesproken zou ik jou enkele seconden voorsprong geven, omdat jij een meisje bent en al dat,’ begon hij en knoopte ondertussen zijn capribroek al los. ‘Maar na de leugens, en zo… Vanavond niet.’
      Te verbaasd bleef ik overdonderd stilstaan, voordat ik ook vliegensvlug mijn short losknoopte en achter Nathanael aanrende richting de oceaan, mijn topje nog uittrekkend. Natuurlijk maakte ik geen schijn van kans, maar volgens mij zette ik wel een nieuw persoonlijk record neer en ik kwam lachend weer boven water.
      ‘Niet slecht, Thorphen. Niet slecht,’ zwom Nathanael mijn kant op.
      Met een diepe zucht veegde ik de natte haren uit mijn gezicht. ‘Het spijt mij oprecht,’ zei ik serieus.
      De prins dacht spelend na. ‘Nu zou ik willen zeggen dat jij vergeven bent, maar dat zou nogal erg conventioneel van mij zijn, denk jij ook niet?’ grijnsde hij uitdagend.
      ‘Toch is het geen leugen dat jij conventioneel bent,’ vond ik nog steeds. ‘Het is niet iets slechts. Misschien juist wel aangenaam en zelfs betrouwbaar. Zeker in jouw wereld.’
      Nathanael knikte afkeurend. ‘Mijn wereld. Waar woon jij dan?’ vroeg hij cynisch.
      Verward schudde mijn hoofd. ‘Kan ik dan niets goed zeggen vanavond?’ vroeg ik mij hardop af. ‘Nog even en ik verdrink echt…’
      De houding van de prins verzachtte. ‘Het is al goed,’ gaf hij toe.
      Het helderwitte maanlicht weerkaatste als in miljarden schitterende diamanten op het oceaanwater. Ik volgde de lichtflitsen over het gezicht van Nathanael en betrapte mijzelf erop dat ik hem aanstaarde. Hoewel het onmogelijk zou moeten worden geacht, zag hij er zowaar nog mooier uit. In tegenstelling tot de vorige keer wees hij mij deze keer niet terecht en staarde hij ongegeneerd terug.
      Zacht gleden de vingers van Nathanael zijn rechterhand strelend over mijn wang, voordat hij met zijn knokkels over mijn jukbeen streek. Het goud van de zegelring om zijn wijsvinger voelde koud aan tegen mijn warme huid en een rilling dreef naar beneden over mijn rug en ik sloeg mijn blik neer. Vervolgens dwaalde zijn duim af naar lippen, alsof dat het goed moest maken dat hij mij geen kus kon geven.

Reageer (4)

  • Kjelaney

    Ahhhhhhhh man ze moeten echt gewoon zoenen!

    6 jaar geleden
  • VampireMouse

    Omg zoen d'r gewoon!!! Als 't echt zo een godvergeten eiland is is er ook geen paparazzi haha!
    Ow love love love this!!!!
    Xxx

    6 jaar geleden
  • Manonxxx

    F*CK HIJ MOET HAAR KUSSEN!!!!

    Snel verder!?

    Xx

    6 jaar geleden
  • Azriel

    O GOD JAAAA

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen