Dit is het laatste hoofdstuk. Inderdaad een open einde, maar ik denk dat als ik hem verder ga uitrekken het saai gaat worden.
Laat weten wat je van deze story vond en als je tips hebt geef ze dan gerust, ik kan er waarschijnlijk nog wel wat mee!

Ik sta voor de tweesprong. "Welke kant is waarheen?" vraagt Mark. "Omhoog naar de engelen, dus Sue, naar onder naar de demonen, dus Celia," antwoord ik. "Dan moeten we twee groepen maken," deelt Mark mee. "Ik ga naar de demonen," claim ik alvast. "Hoezo zouden we je daarheen laten gaan? Dalijk ga je met hen meespelen," zegt Caleb van achter me. "Bij die engelen kan ik helemaal niks, ik kom niet verder dan ongeveer halverwege de berg omdat hen niet willen dat demonen naar dat engelen gebeuren komen," zeg ik nonchalant. "En waarom zouden we jou geloven?" vraagt Caleb. "Je hoeft me niet te geloven, alleen mee laten gaan," reageer ik. "Pfft..." Dat is dus een teken dat ik heb gewonnen.

Ik heb me verder afzijdig gehouden met de groepen maken en ga naast Archer lopen op weg naar onder. "Hoe ziet het ongeveer uit daar," zegt Archer als hij naar voren wijst. "Een soort van grot... eigenlijk niet heel veel speciaals," zeg ik. "Voor jou niet, nee. Maar jij bent hier ook al best vaak geweest," zegt Archer. "Daar heb je een punt," zeg ik als ik de ingang zie.

We staan binnen en ik zie Destra meteen staan. "Wij zijn..." begint hij zijn speech maar ik kap hem af. "Het beste team uit de onderwereld... blablabla... kan je een beetje opschieten dan kunnen we beginnen met voetbal," zeg ik als ik uitdagend naar Destra kijk. "Best," zegt hij als hij naar het voetbalveld toe loopt. Ik loop naar Destra's team. "Waar ben je mee bezig?" vraag ik hem. "De rede waarom jij naar de mensen toe moest, het offerritueel," zegt hij alsof het allemaal maar normaal is. "Kan je daar niet iemand anders voor nemen? Niemand van mijn vrienden..." vraag ik hem. "Je weet ook best dat de armband kiest en niet wij," zegt Destra grijnzend. "Dan moet ik je maar op een andere manier laten in zien dat je fout zit," zeg ik als ik terug naar Raimon loop.

Een paar mensen kijken me argwanend aan als ik terug op de bank ga zitten, dan klinkt het begin fluitje en begint de wedstrijd.

In de pauze staat Destra voor, niet dat ik iets anders had verwacht. Destra en zijn team hebben namelijk geen last van tackels of hun conditie, ze staan bijna gelijk aan robots... maar dan met nog een extra ding, hun onvoorspelbaarheid. Ik kijk naar het team dat in een overleg is. "Kan jij spelen?" vraagt Mark dan als hij op me af komt gelopen. "Ja, alleen ik kan je niet garanderen dat ik ook goed ben," zeg ik eerlijk. "Je bent waarschijnlijk de enige die hen nog een beetje aan kan," zegt Mark als hij naar mijn broer en zijn team kijkt. "Ik zal mijn best doen," zeg ik zelfverzekerd als iedereen weer op positie gaat staan.

Kennelijk heeft Destra meteen een plan bedacht om mij uit te schakelen, drie mensen staan me te dekken! Ik probeer er doorheen te komen maar het lukt met geen mogelijkheid. Als ik nu niks doe dan is het spel voorbij... Ik sprint naar voren, maar net voordat ik uit de driehoek ben die om me heen staat houd iemand een voet voor de mijne en tackelt me. Ik kom hard naar op de grond en dan word alles zwart.

Ik hoor alleen maar geluiden om me heen... verder is alles zwart... "Hallo!" Geen reactie. Wat is er aan de hand? Waar ben ik? Wat doe ik hier? Waar is iedereen? Waarom hoor ik alleen stemmen? Allemaal vragen die door elkaar heen door mijn hoofd spoken.

Ik word wakker, Celia staat tussen een groepje van Raimon en ik lig op de bank. Ik kijk overeind en hou een hand tegen mijn hoofd als het begint te kloppen. "Gaat het?" vraagt Archer... of Archers stem. Als mijn zicht weer scherp is zie ik dat het inderdaad Archer was. "Het gaat wel... een beetje hoofdpijn," antwoord ik. "We hebben gewonnen," zegt Archer als hij naar de trap op het einde wijst en als ik kijk zie ik Destra en Sael daar naast elkaar staan. Ik sta snel op en val bijna om... bijna omdat Archer me op vangt. Ik leun tegen zijn borst en voel zijn adem door mijn haren heen gaan. Ik kijk op. "Je moet vast hier blijven, of niet soms?" vraagt Archer. Ik knik. "Ik ga je missen," zegt hij. "Ik jou ook, maar ik beloof af en toe langs te komen, als je kan teleporteren is Tokyo opeens niet zo ver," zeg ik als ik een kus op Archers lippen druk.

Als ik terug trek zie ik Archer verbaasd kijken. "Ik zie je later," zeg ik als ik richting Destra loop en mijn hand op steek...

Reageer (1)

  • DeNaamIsGideon

    Goede keuze om het hier te eindigen, het zou idd anders nogal uitgerokken voelen.
    En ik heb een tip:
    Balans tussen plot en personages.
    Je hebt mensen die te veel personage schrijven, het plot word gedreven door de personages.
    Dit zorgt er soms voor dat het plot niet vooruit gaat.
    Maar jij schrijft plot-georienteerd, soms voelen de andere personages out of character omdat dat beter werkt voor het plot.
    En je kan denken "iedereen kent de andere personages al, ik concentreer op mijn OC"
    God, ik maak deze fout zelf eigenlijk meer dan jij, maar hey, *insert positieve quote over hypocretie*.
    Maar dat moet je niet denken, vanaf dat je fanfiction schrijft, zijn alle personages er in jouw personages, jouw taak als schrijver is om ze te ontwikkelen.
    Als je naar iedereen die niet je protagonist is kijkt, is iemand dan een beter/ander persoon geworden?
    Zelfs Archer niet.
    Dat is mijn tip, kijk meer naar je andere personages.

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen